Bij het nieuwe jaar
Bij het verschijnen van dit nummer hebben wij den drempel van het Nieuwe jaar overschreden. En daarom wensen wij allen en iedereen Gods zegen.
Gods zegen zo mild en wijd.
Gods zegen is het dagelijks brood voor allen, die verstand hebben gekregen om ermee te denken en handen om ermee te werken.
Gods zegen geve de kinderen gezondheid van lichaam maar ook grote weerstand als de hartstochten naar buiten groeien.
Ja, Gods zegen geve dat uwe kinderen grote, blije ogen mogen houden, want die houden ook uw eigen hart open en blij.
Dat bedelaars en zwervers uw hart blij en open vinden: dat is voor hen Gods zegen.
De zieken en ouden van dagen, die dolen noch zwerven kunnen, mogen in het Nieuwe jaar rust in Gods zegen vinden.
Gods zegen aan geestelijken en leken; aan overheid en onderdaan.
Gods zegen aan alle medewerkers van LUX; aan schrijver en drukker, aan donateur en intekenaar.
En de soldaten in den oorlog, de schutters in de kampementen, en de zeelieden op de brede wateren, en de industriearbeider en de peon, de ambachtsman en de winkelier, de student en de leraar en niet te vergeten de grote heren, wien het ogenschijnlijk zo zeer naar den vleze gaat, allen en allemaal mogen zij in het Nieuwe jaar Gods zegen niet derven.
De gevangene in zijn cel, de eenzame in zijn hut, de jongen uit het weeshuis, de lijders in de bezette landen, ach...
Dat God zelf Zijn zegen verdele in het nieuwe jaar en dat ieder rijk en arm, maar nederig zijn hand ophoude.
Dan brengt het jaar veel heil.