Lutherse Bijbel (1648)
(2009)–Anoniem Lutherse bijbel (1648)– Auteursrechtelijk beschermd
[Folio 92v]
| |
VOOR-REDEN op den SEND-BRIEF PAULI AEN DE GALATEN. D.M.L.DE Galaten waren soor S. Paulum tot het rechte Christen geloove, ende in ’t Euangelium van de Wet gebracht: maer nae sijn af-scheyt quamen de valsche Apostelen, dewelcke Iongeren waren der rechte Apostelen, ende keerden de Galaten weder om, dat sy geloofden, dat sy door de wercken des Wets moesten saligh worden; ende sonde deden, als sy de wercken des Wets niet en hielden: gelijck Act. 15,1. oock eenige hooge lieden tot Ierusalem uyt-gaven.Tegen dese verheft S. Paulus sijn ampt hoogh, ende wil hem selven niet geringer geacht hebben, dan een ander Apostel. Ende roemt alleen van Godt sijne leere ende ampt, op dat hy den roem der valsche Apostelen, die haer met de wercken ende namen der rechte Apostelen behielpen, dempen soude, ende seyt: ’t En zy niet recht, of het schoon een Engel anders predikte, ofte hy selfs; ick swijge dan, wanneer het de Iongeren der Apostelen, ofte sy selve anders leerden. Dat doet hy in ’t 1 ende 2 cap. ende besluyt, Ga naar margenoot+ dat sonder verdienst, sonder wercken, sonder de Wet, maer alleen door Christum, yeder-man moet rechtveerdigh worden. In ’t 3 ende 4 cap. beweert hy dit altemael met Schriften, Ga naar margenoot+ exempelen, ende gelijckenissen: ende wijst, hoe dat de Wet veel meer sonden ende vervloeckingen brengt, dan gerechtigheyt; dewelcke alleen uyt genade van Godt belooft, door Christum sonder de Wet vervult, ende ons gegeven is. In ’t 5 ende 6 leert hy de wercken der liefde, Ga naar margenoot+ die het geloove moeten volgen. |
|