Lutherse Bijbel (1648)
(2009)–Anoniem Lutherse bijbel (1648)– Auteursrechtelijk beschermdHeeft drie deelen: I. De Propheet vermaent de tien stammen tot boete. II. Godt belooft selfs den boetveerdigen sijne genade ende weldaden. III. ’t Besluyt deses Propheets. | |
I.2BEkeert u, Ga naar margenoot+ Israël, tot den HEERE uwen Godt; want ghy zijt gevallen om uwer misdaet wille. | |
3☜Nemet dese woorden met u, ende bekeeret u tot den HEERE, ende segget tot Hem: Vergeeft ons alle sonde, ende doet ons wel; Ga naar margenoot+ so willen wy offeren de varren onser lippen☞. | |
4Assur en sal ons niet helpen; ende wy en willen niet meer op peerden rijden, oock niet meer seggen tot de wercken onser handen: Ghy zijt onse Godt! maer Laet de weesen by u Genade vinden. | |
II.5SO wil Ick haer af-treden weder heelen; geerne wil Ickse lief-hebben: dan sal mijn toorn sich van hen wenden. | |
6Ick wil Israël als een dauw zijn, dat hy sal bloeyen, als eene roose; ende sijne wortelen sullen uyt-slaen, als Libanon: | |
7Ende sijne tacken sullen sich uyt-spreyden, dat hy zy soo schoon, Ga naar margenoot+ als een olyf-boom; Ga naar margenoot+ ende hy sal soo goeden reuck geven, als Libanon: | |
8Ende sy sullen weder onder sijne schaduwe sitten: van koorn sullen sy sich geneeren, ende bloeyen, als een wijn-stock: sijne gedachtenisse sal zijn, als de wijn aen den Libanon. | |
9Ephraim, wat sullen my voort-aen de Af-goden? Ick wil hem verhooren ende leyden: Ick wil zijn als een groenende denne-boom; aen my sal men uwe vrucht vinden. | |
III.10WIe is wijs, die dit verstae; Ga naar margenoot+ ende kloeck, die dit mercke? ☜want de wegen des HEEREN zijn recht, ende de rechtveerdige wandelen daer-in; maer de overtreders vallen daer-in☞. | |
Eynde des Propheets Hosea. |
|