De lustige nachtegaal
(ca. 1800)–Anoniem Lustige nachtegaal, De– AuteursrechtvrijOp een zeer lieffelijke wijs.
1.
Men is jaloersch als men gaat paren,
Voor jonge lieden staat dit nog vrij,
Men is verheugd in hunne dagen,
Men schept veel vreugd en kibbelarij.
| |
[pagina 20]
| |
2.
Och was ik van die dwang genezen!
Dank dan dat ik ben vrij daar van,
Dan schijnt het hart jaloersch te wezen,
En dat te wezen om een man.
3.
Het huwelijk is voor mij een keten,
Maar ben ik graag ontslagen waar,
Och had ik dat wat eer geweten
Wij werden dan gewis geen paar.
4.
Een vrouw haar toorn raakt rasch gerezen,
Gelukkig die vrij blijven kan,
't Moet voor een vrouw verdrietig wezen,
Die zoo moet wachten op haar man.
5.
Waar of hij is, waar mag hij blijven,
Heeft op zijn hand een ander' maagd,
Dan zoekt hij zoo zijn tijd te verdrijven,
Terwijl zijn vrouw zoo op hem wacht.
|
|