geworpen tussen mij en de ander.’ Dit dialogische principe van de taal ziet Bachtin terug in de literatuur, en met name in de roman. Daar klinken in de woorden de stemmen van anderen door. Die ‘vreemde’ woorden, schrijft Bachtin, manifesteren zich in vele gedaanten, waaronder Klatsch:
Es wird eine Vielfalt von ‘Sprachen’ und sprachlich-ideologischen Blickfeldern eingebracht: solche der Genres und Berufe, [...], der Richtungen und des Alltagsleben (die Sprache des Klatsches, des mondänen und des Lakaiengeschwätzes) usw. - freilich überwiegend im Rahmen der schriftlichen und mündlichen Literatursprache.
Sommigen beschouwen roddelen zelfs als de oorsprong van de literatuur. In Nederland was bijvoorbeeld de Indische schrijfster Beb Vuyk van mening dat roddel van invloed is op het ontstaan van de wereldliteratuur. En de Israëlische schrijver Amos Oz liet onlangs in De Morgen weten: ‘Roddel is nu eenmaal voedsel voor de letteren. De literatuur kijkt altijd op de kletspraatjes neer, maar vergeet dat ze er familie van is.’
Voor de Amerikaanse literatuurwetenschapster Patricia Meyer Spacks zijn roddel en fictie eveneens nauw met elkaar verweven. In haar boek Gossip beschrijft ze hoe in sommige romans de plot is gestructureerd rond roddel. Zo is in Anne Brontës The Tenant of Wildfell Hall, evenals trouwens in de net gepubliceerde De damessalon van de joods-Amerikaanse schrijfster Tova Mirvis, het bindende en generende literaire element de verhalen die de ronde doen over een mysterieuze vrouw die een gesloten gemeenschap is binnengetreden. Vaak wordt roddel ook gebruikt om personages te introduceren en tot in details neer te zetten - wat ze aan hebben, hoe ze zich gedragen, wat ze tegen de melkboer zeggen - denk maar aan de romans van Jane Austen, Henry James en Louis Couperus.
Niet alleen op het niveau van de inhoud maar ook als narratieve techniek heeft roddel de roman beïnvloed. ‘Much fiction operates in the spirit of inspired gossip,’ citeert Meyer Spacks de schrijfster Margaret Drabble. Roddel is net als literatuur een manier om het leven in verhalen te gieten. Niet op een gesloten autarkische wijze, maar op een open dialogische manier, waarin ook