terover kon leunen. Mijn benen kwamen net niet meer op de grond en bungelden wat, als die van een schoolmeisje.
‘Kijk,’ begon hij. Ha fijn, een college, dacht ik. ‘De grote verdienste van Freud was...’
Ik rook zijn adem. Een hongerige wolf.
‘Freud heeft met behulp van natuurwetenschappelijke inzichten...’ Het leek alsof er een hand op mijn bovenbeen rustte. Een warme, zware hand.
‘Intuïtieve vondsten...’ Ik ging een beetje verzitten, de hand bewoog mee.
‘En evolutionaire denkbeelden...’ Ik durfde niet te kijken en hield mijn ogen gesloten. Zijn stem had plotsklaps enorm aan sonoriteit gewonnen.
‘Een soort synthese gemaakt. Een synthese, begrijp je?’
Ik knikte, stom, murw. Mijn voeten begonnen te tintelen. Ik overwoog mijn laarzen uit te trappen. Zou ik het zeggen? Dat hij opmerkelijk grote handen had?
‘Freud was de eerste die oog had voor de innerlijke conflicten van mensen.’
Met zachte drang maande hij me tot liggen. Het kussentje legde hij zorgzaam onder mijn hoofd. Zelf ging hij schuin op de divan naast me zitten.
‘Die conflicten zijn voor een groot deel onbewust.’
‘Mm,’ zei ik. Ik voelde me loom en zwaar worden. Het was jammer dat iedere keer als zijn handen in de buurt van mijn gezicht kwamen, ik kip rook. Een gespiest kippetje.
‘Waar bent u met uw patiënten naar op zoek?’ vroeg ik, bijna in trance.
‘Naar de dingen die ze misschien nog te veel wegstoppen,’ gromde hij.
Ik dacht aan de vrouw met de memmen.
‘Ik ben in die zin veranderd in mijn werk,’ zei hij.
‘O ja?’ vroeg ik, een beetje amechtig inmiddels.
‘Ik heb veel meer oog gekregen voor schaamte, ook bij mezelf,’ klonk