nieren bezig te houden en mij erin te verlustigen, slaag ik erin mijzelf voor alle ellende te troosten.’
Het is alsof we in de bereidingskamer van de wraak staan en zien hoe en waardoor ze ontstaat en steeds opnieuw in alle eenzaamheid tot het kookpunt komt: ‘telkens als ik pijn heb, telkens wanneer men mij iets weigert, elke keer wanneer ik word beledigd, [ontsnapt] aan mijn hart de eed [...] dat ik mij daarvoor zal wreken...’
Nagenoeg tegelijkertijd exploreert Sade in zijn romans op huiveringwekkende en gedurfde wijze de menselijke geest, is hij angstaanjagend consequent in zijn denken over geweld en lust, gaat hij verder dan wie ook, en vaak verder dan draaglijk is. Wat ook maar enigszins voorstelbaar is wordt voorgesteld, opgevoerd op een podium, uitgestald, in scène gezet en op dezelfde wijze aan de lezer aangeboden als de lichamen in het tekstuele universum aan andere lichamen.
Is dit niet een zoete wraak op de moraal, nagelt hij de hypocrisie niet aan de schandpaal? Schept hij geen omgekeerde bijbel? Verzet hij zich niet tegen de onvrijheid? Zo ridicuul als de wraakgedachten in zijn brieven naar voren komen, zo verschrikkelijk en bandeloos zijn ze waar ze werkelijk vrij kunnen worden losgelaten en uitgezet, op het (seksuele) slagveld in zijn romans. Hier mondt elke wraakgedachte uit in een handeling en overstijgt ze de persoonlijke krenkingen die Sade zijn aangedaan. Hier gaat een groot deel van de wraak aan de krenking vooraf. Hier is het subject almachtig. Het is de ultieme wraak op de onvrijheid, en in die zin zijn de romans van Sade, behalve zoektochten naar de kern, de essentie van het losbandige en de erotiek, ook meesterlijke wraakoefeningen. Ze hebben de eigen tijd overschreden en triomfantelijk achter zich gelaten.
Vallen de in woede afgevuurde pijlen in zijn brieven naast hem neer, in zijn romans treft elke pijl doel. Een bloedstollende revanche, waarmee hij bijna de woorden van Montaigne logenstraft, ware het niet dat hij voor de erkenning hiervan de lezer nodig heeft. Liefst de onnozele lezer, de onrijpe lezer, de ‘onschuldige’ lezer. Omdat wraak alleen maar zoet is als ze gevoeld kan worden.