Het weer is omgeslagen. Een ruwe wind schudt aan alles, de eerste druppels vallen. Laura: ‘En jij zei dat het niet zou gaan regenen.’ Nu wordt het allemaal een stuk lastiger. Zwijgend ploeteren ze voort over nu eens opengebroken en dan weer ingezakte stoepen, waarin in elk geval altijd wel een paar tegels of klinkers verschoven of verdwenen zijn. Door een ongelukkig toeval komen ze uit bij de brokkelige rand van de stadswal, ze hebben geen zin naar boven te klauteren en eroverheen te kijken, dat zou werkelijk een dwaze onderneming zijn. Hier kun je op honderd manieren je nek breken. Nog even en ze weten zich slechts omringd door de resten van gesloopte bouwsels, ruïnes van woningen, ergens is een tegelwandje overeind gebleven, tussen neergehaalde balken wappert de laatste flard behang. Afgetrapte plaatsen, anoniem domein. Ze zoeken hun weg langs braakliggend terrein, dat omsloten is door slordige hekken. Langs een gebied vol grauwe schuren en loodsen, zonder ook maar een enkele boom. Overal ligt hier roestend ijzer, rottend hout of andere door de jaren heen opgehoopte troep. Een zwarte berg autobanden. Een stapel tonnen en vaten.
De regen klettert op het wegdek, ze moeten snel terug, hun schoenen laten al soppige geluiden horen. Ze haasten zich langs woonblokken, hele buurten van woonblokken, die eruitzien alsof ze gisteren uit de grond zijn gestampt en morgen weer verdwenen zullen zijn.
Hoe dichter ze het centrum naderen des te beter kunnen ze beschutting zoeken, door onder luifels en via passages te lopen. Het verkeer kronkelt en scheurt in razernij door de straten. Als de overkapping van het station zich eindelijk over hen beiden schuift begint het buiten te schemeren.
Op de perrons en op de trappen, tot in de liften, overal staan of zitten mensen, met of zonder bagage, vervormde figuren met te korte of te lange nekken, scheve of gebogen hoofden, gekromde en verkleurde handen, doorweekte broekspijpen, schuinstaande voeten. ‘Wat hebben we hier te zoeken, wat hebben we hier te zoeken?’ Zodra de wolkbreuk voorbij is lopen Laura en Hannes weer op straat, waar de avond