En dan verschijnt na al die filosofische studies in 1994 Rue Ordener, rue Labat, een korte, autobiografische tekst over een duistere periode uit Kofmans kinderjaren, toen zij in de oorlog als dochter van Pools-joodse ouders moest onderduiken. Dat Rue Ordener, rue Labat het laatste boek zou blijken te zijn dat tijdens haar leven verschijnt, spreekt tot de verbeelding. Wat is de relatie tussen deze tekst en het voorafgaande filosofische oeuvre? Was voor Kofman de filosofie de levenslange omweg die nodig was om dit verhaal te kunnen vertellen, zoals zij zelf suggereert?
Rue Ordener, rue Labat is een tekst van een ongekunstelde, maar wrede schoonheid. In vierentwintig korte schetsen vertelt Kofman hoe zij - nadat haar vader, een rabbijn, is opgepakt - samen met haar moeder onderdak vindt bij de ‘dame van de rue Labat’. Tussen de kleine Sarah en de vriendelijke dame ontstaat al snel een band die het meisje vervreemdt van haar moeder en het jodendom. De naar de joodse wet levende moeder moet met lede ogen aanzien hoe Sarah de andere vrouw Mémé gaat noemen, een nieuw kapsel krijgt, gezond - rauw paardenvlees in bouillon - leert eten en en passant te horen krijgt dat zij een jodenneus heeft. Sarah overleeft de oorlog, redelijk gelukkig met twee moeders, een goede die haar verwent maar duidelijk antise-mitische trekjes heeft, en een slechte die alle ellende van voor de oorlog, het jodendom, de strengheid en de armoede symboliseert. Na de bevrijding eist de echte moeder haar dochter op. Het kind wil echter niet terug naar de rue Ordener en het komt tot een proces, dat door de dame van de rue Labat wordt gewonnen. Daarop haalt de biologische moeder Sarah met geweld terug, waarna deze opgelucht de rest van haar jeugd met haar moeder doorbrengt, zonder evenwel ooit nog met haar in het reine te komen.
Voor een filosofe die altijd gewezen heeft op de verwevenheid van de filosofie en het leven, op de invloed van persoonlijke trauma's en fantasma's in de filosofische praktijk, was deze tekst onvermijdelijk. Onvermijdelijk in de zin dat de schrijfster er in concreto al jaren mee bezig was: aanzetten tot Rue Ordener, rue Labat zijn niet alleen terug te vinden in artikelen die over de jaren heen verspreid zijn, maar ook in Comment s'en sortir (1983), een boek over Plato dat afsluit met een nachtmerrie die een herinnering is aan de angstaanjagende, nachtelijke vlucht in februari 1943. Ook Paroles suffoquées (1987), een verhandeling over de nieuwe categorische imperatief die Auschwitz