ene kleine vertrekje binnen waar een serie litho's van Picasso hangt: De odalisk en haar slavin. Een bordje vermeldt dat deze litho's op een werk van Ingres zijn geïnspireerd. Picasso, zo lees ik op datzelfde bordje, schreef in een brief aan Françoise Gilot: ‘...de wijze waarop mijn gedachten werken interesseert mij veel meer dan mijn gedachten zelf...’ Hij heeft het over een ‘ontdekking’
Met lithostift op steen volgde hij dat ‘werken van zijn gedachten’. Uitgangspunt was de prent van Ingres. En uit die prent groeide als vanzelf een nieuwe tekening, en daaruit vloeide weer een andere voort en weer een en weer een...
Om mij heen hangt het resultaat van de ontdekkingsreis: In de eerste twee litho's zie ik een verblindende lichtvlek aan de voeten van de zittende slavin. Uit die lichtvlek wordt in de volgende prenten de rustende odalisk geboren en draait de slavin zich naar mij toe. Ik zie hoe zij beiden, bewegend als in een film, veranderen. Hun gezichten verjongen, hun lichamen vereenvoudigen in lijnen en vlakken, worden abstracties.
In de laatste litho's kruipen torren en kevers als een bewegende lijst om de tekeningen.
Verrotting, denk ik, ontbinding. Abstractie als het onvermijdelijke einde. En: reiken hier literatuur en beeldende kunst elkaar de hand?
Zeven tekeningen naar de vormgever gebracht.
De vormgever, René Abbühl, een vriendelijke, mooie, zacht pratende estheet in sneeuwwit gesteven overhemd.
De riante vertrekken waarin hij leeft, en de hoge ramen ademen leegte en ruimte.
Dit is een opgetilde wereld. Ik ben in een verheven wereld terechtgekomen. In een haven van schoonheid en rust. Wie zou hier durven vloeken?
Op een tafeltje sluimert, als een waaier uitgespreid, een bos roodzijden tulpen waar ik op mijn tenen langs sluip om ze niet te wekken. Tussen de vele kleinoden op de marmeren schoorsteenmantel grijpen koude, roodgelakte vingers van een blauwstenen hand in het witte niets.
Ergens hier is een boeddha aanwezig. Zijn gedachten hebben, samen met de schoonheid van de dingen, alle vunzigheid uit de lucht verdreven.