Kleur
De foto's op groot formaat lijken zachter, ongetwijfeld omdat het kleurenafdrukken zijn. Het formaat maakt hen ook toegankelijker. Kleur brengt ons altijd in verrukking, het is de hand van een geliefde. Blauw weert ons af, rood trekt ons aan. Kleur laat de lichamen naar eigen believen dansen. Een gloeilamp wordt cadmi-um-geel, het water uit het bassin waarmee het in verbinding staat, wordt verhit tot vermiljoen. En toch is er sprake van eenvoudige en altijd directe fotografie, maar wel een die hitte weet vast te leggen.
Op de grote blauwe werken overheerst de kou, alle mogelijke kou, het witte ijs, het bevroren water of het water dat groen bevriest, een hemel, een middernachtelijk blauwe grond in het hoge noorden, stortbuien van vloeibare sneeuw in verticale slierten, ijsbanken van plexiglas - je wacht op het einde, de zon sterft.
Ik vermenselijk, ik vertel. Dat komt door de kleur en het formaat. Is deze serie minder onmenselijk als de zwartwitte reeks? Ze is perverser, zij geeft het hele lichaam te dromen.
Het is geen oefening meer, geen sluimering. De kunstenares zegt: ‘Dat gebeurt.’ Wat, dat? Zoals gebruikelijk dat wat in het zichtbare niet gewild is, wat zich niet leent voor het zicht.
De verleiding krijg je er als een toegift bij, zo ook het plezier. Bijvoorbeeld de vlooiachtige bijenkorfstipjes die bepaalde opnamen inrasteren, of de gedoofde bronzen die nog vredig naglanzen in de schemering. Maar deze vrede bedriegt. De extase die zij voortbrengt, is heel natuurlijk. Het ene moment ben je gezegend en het volgende alweer vervloekt vanwege die zegening. Zo ontvouwt zich een vreemde noodzakelijkheid, een landschap, warm en verkleumd, allebei. Daarom noemen we deze toestanden ‘natuurlijk’
Ik heb de kleurenfoto's van Corinne Filippi leren kennen als vreemde plaatsen, onbekend maar bewoonbaar. In haar zwartwit-foto's zoekt zij het einde van de nacht. De grote coïtus van zijn en zijnde mondt hier niet in een landschap uit, maar in een syncope.
Vertaling Joke J Hermsen