Anneke Brassinga
Het boek, steeds opnieuw
Het boek dat ik steeds opnieuw uit de boekenkast pak is steeds opnieuw een ander boek. Maar het is steeds hetzelfde: een boek. Dat wonderbaarlijk simpele samenstel van karton, linnen, boekbinderslijm, papier, inkt. Wat er ook in verwoord staat, het weegt niet op tegen de belofte die het ding, in de hand gehouden, zwaar en licht tegelijk maakt.
Weelderige accessoires als kapitaalbandje en leeslint, in combinatie met een omineuze naam - bijvoorbeeld ‘dr. Ida G.M. Gerhardt’ - dragen aan de zwaarte soms zo aanzienlijk bij dat zo'n ding, hoe vaak ook gewogen in de hoop eindelijk iets te voelen van de nu al eeuwen in gang zijnde Verlichting, steeds opnieuw uitsluitend geschikt blijkt voor schoffering en misbruik: om wiebelende tafels te stutten, om ruiten in of liever gezegd uit te slaan (voor sommige klein behuisde schrijvers een geliefde vorm van ontspanning) of om op de kruin te laten balanceren bij diverse lichaamsoefeningen ter verkrijging of tot behoud van een rechte rug.
Een schrijver is immers, sinds het staand schrijven in onbruik is geraakt, evenzeer als een boek gebaat bij een stevige, ongebochelde, niet bij eerste penetratie brekende rug. Van linnen, rimpelloos geplakt aan de twee kartonnen (het ‘grijsbord’) van voor - en achterplat; linnen, om op de schrijver als mens terug te komen, was dat niet eertijds ook het materiaal waarvan doodshemden werden vervaardigd? Wie schrijft steekt zich bij leven en welzijn in een doodshemd en hoopt daarmee onsterfelijk te worden. Hetgeen weer doet denken aan het ‘stijfje’, een extra bordpapieren ruggetje bij gebrocheerde uitgaven.
Het woord ‘stofomslag’ ofwel het meestal glanspapieren boekhemdje, blijf ik hardnekkig en abusievelijk associëren met trijp; franciscaner pijen van zware bruine wol; ouderwetse drogisten in stofjas met om hun duim een donkerrood, zacht-stekelig rubber kapje voor het centen tellen; motorhandschoenen in volle vaart op een zanderige bosweg.
Het woord ‘schutblad’ roept daarentegen een beeld op van iets ontroerend fragiels: de in mijn verbeelding transparante, zo innig om de knop gebogen bladen waaruit de bloem ontluiken zal op een bitter koude meidag. In vroegere, ambachtelijker tijden werd het schutblad dan ook