Lust en Gratie. Jaargang 13(1996-1997)– [tijdschrift] Lust en Gratie– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 74] [p. 74] Poëzie [pagina 75] [p. 75] Lidy van Marissing neigend, zo toegenegen het hoofd bieden waarvan de mond genoeg zich opent, de lippen delend mede van smeltend glas, het is een blazen dat ontsnapt in klanken, iemand die een ander gelukkiger prijst, de zuchten waarvan de lengte zich uitrolt door vensters landinwaarts en nooit meer terug witte ruis vlokt over de gedekte tafel, een veld van ongeschoren gras één voet binnen, de kamer tweestemmige holte (andere schoen naar buiten geschopt, de beentjes van de vloer?) half thuis half vreemd, een lach, op eigen kracht hangt het balkon aan de muur en over de rand buigen en wuiven de gasten flarden van zinnen [pagina 76] [p. 76] de inwendige mens al deze groei van verlangens, men smijt met het geld, gooit roet en sluit zich (toch etend?) in woningen op, in steeds grotere kamers, vol zelfbeelden drijvend in snippers in spiegels ziet men zich ternauwernood van achteren (van boven?) voelend zoveel te meer van binnen: onderdompeling in gistend schimmenrijk, onder de huid plooi, de haarkroon, de rooilijn strooit vreemd licht zich uit al deze wildgroei, emotie stil maar woest vertakt, inwendig trilt (toch slapend?) schaduw in spiegelgevecht (blikkerend) schaduw ten prooi, in steeds grotere bedden woelt men [pagina 77] [p. 77] vermanning waar het gevoel niet gaan kan kruipt het schuins op handen en voeten, ingezwachteld waarde kluiten te groot de woorden te heet, een man een mummie in eigen windselen gepakt, door roerselen gesnoerd verlaat liever zich op zijn motoren in bankpapier verzamelend zichzelf (ogenschijnlijk niets te maken hebbend met) en plakt een snor zich aan, een vrouw of pet op de klok leeft kauwend hij en kucht en kucht- waar hij moet stilstaan raakt hij meteen van slag (zijn hart) uit drukke handen (weg-weg-wuivend) vallen trage dromen, snel verstommend elk zingen ingezwachteld elk onbekend geluid, vreemd lied, terzijde of teniet [pagina 78] [p. 78] de wereld veelkleurige krijtstreep getrokken in hevige beving, gecirkeld rond voeten, rond middel, rond hals gekrast langs de einder zich strekkend: een lila boven zee evenzeer verte als vol gevaren (belofte van blauw gas?) (herinnering een wolk van paddestoel) hierin beweeg je je- Vorige Volgende