de dat nu ‘de ware geschiedenis’ boven tafel kwam. Dat ze plezier heeft in het eindeloze praten over zichzelf en daar ook zelf een zekere ‘monotonie’ in ziet, blijkt uit de volgende regels:
In de toekomst wil ik niets.
Alleen opnieuw praten over mezelf, altijd weer, als een monotone
beginselverklaring. Steeds weer, over mij.
C'est tout is ook een laatste saluut aan het schrijven dat voor Duras een noodzaak was. Schrijven was haar eerste en laatste passie, haar redding en dodensprong, haar terugtrekken van de wereld en haar politiek. Een schrijverspolitiek die niets van doen had met partijprogramma's en ideologische kampen, hoewel ze die in haar dagelijks leven niet uit de weg ging. Het ging haar veeleer om het wakker houden van dat wat vergeten dreigt te worden in onze maakbare samenleving. Of, zoals ze het formuleerde in Yann Andréa Steiner (1992): schrijven wil zeggen dat je in de rouw zou moeten zijn alsof dat op zichzelf een teken van beschaving was.
Duras is altijd een ster geweest in controversiële uitspraken en liet de ene waarheid rustig naast de andere bestaan. Ook in haar laatste boek heeft ze zich niet laten verleiden de paradoxen die haar leven en werk tekenen, glad te strijken of uiteindelijk toch maar op te heffen. Zo is het boek een lange liefdesbetuiging aan Yann Andréa, van wie ze in een moeite zegt dat hij alles is, maar ook ‘niemand, niets. Tweemaal nul.’ Wie is die Andréa toch, behalve haar homoseksuele drinkmaatje, ‘geliefde’, bijna veertig jaar jonger dan zijzelf? In de kritiek weet men niet zo goed raad met hem, terwijl hij toch zo alomtegenwoordig is. Hij schreef een boekje over Duras, m.d. (1983), waarin hij op onbeschaamde wijze haar stijl imiteerde, hij redigeerde haar boeken, trad op in haar films, en bovenal, werd een personage dat sinds L'Été 1980 een spoor trekt in bijna al haar romans. Hij ontving een nieuwe naam, Yann Andréa Steiner, waarmee hij een plaats kreeg tussen personages als Hélène Lagonelle, Anne-Marie Stretter, Elisabeth Alione, Nathalie Granger, en vooral Lol V. Stein en Aurélia Steiner. Hij werd Duras' muze en is de verpersoonlijking van de onmogelijke liefde, de enige liefde die bij Duras mogelijk is. Hoe groot de liefde voor Andréa is, lezen we ook in C'est tout dat hiermee een boek wordt van la mort et l'amour. De mooiste liefdesverklaringen ooit gedaan, staan erin te lezen: