Lust en Gratie. Jaargang 12(1995-1996)– [tijdschrift] Lust en Gratie– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] Poëzie [pagina 55] [p. 55] Ineke van Mourik Zeg eens Scheveningen Uit de open monden van verveeld gapende café's stromen klanken het plein op, klonteren samen tot een grauwe brei die het sombere geluid van de zee smoort. Op de terrassen staren lege stoelen begerig naar staalkleurige regenjassen. Zeg eens Scheveningen Mijn liefste bezoekt haar zieke oude vader Zeeblauwe Mercedessen glijden soepel als dolfijnen langs en stoppen geruisloos voor het kraakheldere Kurhaus. Uit hun buik stappen blauwgrijs gesteven mannen met mappen, hun herseninhoud keurig in cellofaan, alfabetisch gedrukt, gerangschikt in kolommen. Als sponzen zullen zij bereidwillig nieuwe woorden opzuigen en ze opbergen in starre formules. Zeg eens Scheveningen Mijn liefste heeft geen woorden Hun door kunstzon bestoven vrouwen verzamelen dingen gedekt door hun echtgenoten met klinkende munt, cheques en rode ruggen. [pagina 56] [p. 56] Zeg eens Scheveningen Mijn liefste heeft een handjevol tafelzilver In de hoge zalen eten bejaarden met zilveren bestek en zeggen ‘bitte’ als ware het een bevel. Hun kleinkinderen graven onbekommerd hun eigen kuil. Buiten in de speelhel worden geweren geleegd, moorden gepleegd door vakantiesuffe hormoongestoorde jongens. Rechthoekig is het moderne leven. Rechthoekig zijn de zachte opgevulde schouders van jonge meisjes. Wandelende kleerhangers. Heteromannen met opgepompte borstkassen, siliconenbiceps en geblondeerde nichtenkuiven paraderen - hun lichaam in erectie - over de koude boulevard. Hun dromen: auto's, geld en steeds Jongere Vrouwen. Zeg eens Scheveningen Het is een voorrecht oud te mogen sterven Felgekleurde zomershirts klapperen wanhopig in de wind. De vale driekleur wappert langs de rand van Nederland. Schilders brengen variaties van grijs op hun doeken, zij dragen een walkman van stilte. Zeg eens Scheveningen Mijn liefste draagt stilte en verdriet met zich mee [pagina 57] [p. 57] Een bus fototoestellen met Japanners op hun rug wordt uitgeladen en beweegt zich kuddegewijs als één lichaam langs Fuji-vergezichten. Zeg eens Scheveningen Mijn liefste durft niet naar haar foto's te kijken Reclame is de kleur van een grijze junidag. In het warme zeebad klotsen groene schimmen achter de bewasemde ramen. Zeg eens Scheveningen Ik vertel je liefste wat ik heb gezien: De zee heeft schuim om haar mond en eeuwig woest kolken haar golven. In de straten lopen mannen met lange messen. Glashelder is de nacht en zwart door sterren zichtbaar. Het onzienbare is gezien. [pagina 58] [p. 58] W.O. III Daar waar zij het wisten klinkt nog steeds het lied: ‘Treblinka, Treblinka, vandaag bestaat voor ons alleen Treblinka, Alleen Treblinka en verder niets.’ Langs de hemelweg is al het gevoel gestorven, op de akkers wordt geploegd. Treblinka, Treblinka, tinkelende naam, vrolijke klanken, doodscarillon. Treblinka, Treblinka, lopende band van de dood, waar de aarde beweegt omdat de lijken zich roeren. Waar de rivier dichtslibt van de gemalen beenderen. Waar ondernemerslust werd beloond: ‘Het was iets met een vier 4000,40.000,400.000?’ [pagina 59] [p. 59] 400.000 maal 1 moorden. Waar niemand schreeuwt. Waar niemand huilt. Waar niets is gebeurd. Waar mensen naar de kerk gaan om een oude moord te gedenken. Waar wraak als een dikke walm boven de dodenakkers hangt. ‘Treblinka, Treblinka, Vandaag bestaat voor ons alleen Treblinka.’ Na het zien van de film Shoah van Claude Lanzmann Vorige Volgende