| |
| |
| |
Lessen in inhaleren
Esther Freud
Lisa zou 's avonds met haar vader gaan eten. Ze was blij dat ze een excuus had om de deur uit te gaan en ze nam de metro naar het West End. Lisa zag haar vader haast nooit zonder Ruby. Heimelijk beschouwde ze hem als Ruby's vader en vond ze het niet in de haak hem in haar eentje te ontmoeten, zelfs een beetje trouweloos. Per slot van rekening was Ruby eigenlijk de enige zwakke schakel die hen samenbond.
Ze hadden afgesproken in een visrestaurant. Toen Lisa aankwam zat haar vader Pernod te drinken met een meisje dat ze kende. ‘Dag pap. Dag Sarah.’ Ze bleef onbeholpen aan het eind van de tafel staan.
‘O, heeft het geregend?’ vroeg haar vader, en Lisa keek omlaag naar haar bemodderde jas en haar doorweekte schoenen en wou dat ze haar haar had gewassen.
De ober trok een stoel naar achteren en schoof Lisa, voorzien van een groot wit servet, tegenover haar vader. Sarah kneep het oog dat het dichtst bij haar was even toe bij wijze van glimlach. Lisa bestelde ook een Pernod en knabbelde op de radijsjes en soepstengels die de tafel sierden.
‘Ik liep net voorbij en ik zag je vader uit een taxi springen’, lachte Sarah, waarna ze er aan toevoegde: ‘Ik hoop dat je het niet erg vindt, ik sterf van de honger.’
Lisa vond het niet erg. Het was eigenlijk zelfs wel prettig om een buffer te hebben tussen haar en haar vader en de onvermijdelijke stiltes.
Sarah was een jaar ouder dan Lisa en ze had al sinds haar zevende af en toe contact met haar. Ze hadden elkaar ontmoet tijdens het paaseieren zoeken in Wales in de tuin van Sarahs ouderlijk huis, waar Lisa tot haar grote geluk de eigenaar van een verrekijker tegen het lijf was gelopen - een man die
| |
| |
haar de weg wees naar diverse eieren, nestelend in lage boomtakken, op raamkozijnen en her en der verspreid tussen het hoge gras aan de rand van de tuin. Lisa had zo veel eieren verzameld dat ze ze niet in haar armen kon houden en er een tas moest worden gevonden om ze in te doen.
‘Woon je tegenwoordig in Londen?’ vroeg Lisa aan Sarah, en Sarah zei dat ze in een kledingzaak aan de Fulham Road werkte. Ze ging staan om Lisa een kastanjebruine corduroy rijbroek te laten zien die ze daar met korting had gekocht.
‘En jij?’ vroeg Sarah. ‘Hoe lang ben jij al in Londen?’
‘Drie weken.’ Lisa vond het niet prettig om een gesprek te voeren waar haar vader niet bij betrokken was. Ze keek hem af en toe aan en glimlachte uitbundig. ‘Ik ga een toneelopleiding volgen. Op een school in King's Cross. Ik begin binnenkort.’ De ober kwam hun bestelling opnemen. Lisa's vader bestelde oesters en Sarah ook, maar Lisa vond het een beetje te gewaagd en vroeg om een garnalencocktail. Ze wist wel dat het een kinderlijk en naïef voorgerecht was, maar ze was dol op de zoete roze mayonaise van de dressing, en uit balorigheid nam ze als hoofdgerecht viskroketten.
Lisa zat aan tafel en bloosde bij de gedachte dat ze vorig jaar nog had voorgesteld om samen in de Wimpy te gaan eten, in Notting Hill Gate. Ze had de rode gevel met al het glas tijdens verscheidene bezoekjes aan Londen gezien vanaf de bovenverdieping van een bus en haar verlangen om daar eens heen te gaan was overweldigend. Grootgebracht op het platteland met een dieet van bruine rijst en geraspte wortel, kon ze zich niets heerlijkers voorstellen dan een cheeseburger met friet. De Wimpy was trouwens een succes gebleken en Lisa had haar vader zelfs de loftrompet horen steken over de verrukkelijke warme appeltaart met kaneel, opgediend in kartonnen bakjes.
Sarah en Lisa's vader zaten te praten over de mensen aan het tafeltje naast hen. Sarah giechelde en wees op de scherpe lijn van de krullende roodbruine pruik van de man. De vrouw, zei Lisa's vader, zag eruit of ze kort geleden onder een rotsblok vandaan was gehaald. Het bedierf waarachtig de smaak van zijn oester, zei hij. Lisa zat peentjes te zweten.
‘Je moet de groeten van Ruby hebben’, probeerde ze het gesprek een andere wending te geven.
‘O, hoe is het met Ruby? Ik kon haar maar niet te pakken krijgen.’
| |
| |
Lisa vertelde van de flat, en van Jimmy Brights vader die uit de gevangenis kwam, maar het bleek dat Ruby niet over Jimmy had gerept tegen hun vader en hij verkeerde in de veronderstelling dat ze bij een vriendin woonde.
‘O, misschien is dat ook wel zo...’ Lisa wilde Ruby's vertrouwen niet beschamen, laat staan haar vader tegenspreken. ‘Ja, dat zal inmiddels wel.’ Lisa dronk haar glas Pernod uit.
‘Wat voert Ruby trouwens uit?’ vroeg Sarah.
‘Ze zit in de muziek.’ Lisa hapte gretig toe. ‘Ze wil zangeres worden. Een vriend van haar zegt dat als hij een band kan vinden die getalenteerd genoeg is om met haar te spelen...’ Lisa zweeg. Ze zei alleen maar wat haar was verteld. Het was vreemd hoeveel overtuigender zulke dingen klonken uit de mond van een ander.
‘Ik geloof dat ik vorig jaar met kerstmis een gitaar voor haar heb gekocht’, zei haar vader en Lisa knikte, want dat wist ze, en ze wist ook dat de gitaar inmiddels was gestolen of geruild of uitgeleend aan een interessant iemand zoals de broer van Mick Jagger of een roadie van The Clash.
Lisa's vader stond erop dat ze een oester zou proeven. ‘Gewoon doorslikken en op het laatste moment even bijten’, zei hij.
Lisa slikte de oester zo snel door dat ze niet eens de kans kreeg om hem met haar tanden te raken, en ze hield er een gevoel aan over of ze zeewater in haar mond had en een kiezelsteen op haar hart.
‘Hm, gaat wel’, zei ze met een flauw lachje.
Sarah slurpte haar oesters genietend naar binnen. ‘Je moet ze leren eten.’
Lisa was gespitst op nieuws van Sarahs broer Tom. Tom was een van de jongens op wie Lisa al zo lang ze zich heugen kon verliefd was. Ooit hadden ze tijdens een vakantie in Wales samen op een geruite plaid gelegen, Tom, Sarah en zijzelf, en zij en Tom hadden elkaars hand vastgehouden en erover gepraat hoeveel kinderen ze zouden krijgen als ze getrouwd waren en hoe ze die zouden noemen. Ze kon zich de gekozen namen niet meer herinneren, maar het zouden drie kinderen worden en ze waren het tot in de kleinste bijzonderheden volledig eens geweest over hun opvoeding. Lisa wist nog precies hoe de sterren aan de zwarte hemel er die avond uit hadden gezien. Helder en rustig en vol belofte.
‘Hebben jullie dat wel eens gedaan, je vinger in je kont steken?’ had Tom gevraagd.
‘Ja...’ Sarah zei het alsof ze gretig zat te wachten tot hij verder ging.
| |
| |
‘Lisa?’
‘Wat?’ Ze liet zijn hand los.
‘Wat ik net zei.’
Lisa liet zich niet uit haar tent lokken. Ze stond op en slenterde naar de andere kant van het grasveld, waar ze tegen een buxushaag leunde die zo hoog was als de eerste verdieping van het huis. Ze had een hekel aan dat soort gesprekken. Ze kon het niet helpen.
‘Hoe gaat het met je broer?’ vroeg Lisa uiteindelijk toen de ober de borden had weggehaald. ‘Hoe gaat het met Tom?’
‘Prima.’ De sluwe blik waarmee Sarah haar aankeek deed haar wensen dat ze de vraag voor zich had gehouden. ‘Hij leert voor boer in East Anglia. Hij woont in een pachtershuisje op het landgoed, samen met Lenny. Een idyllisch huishouden.’
‘Wie is Lenny?’ vroeg Lisa's vader voor haar.
‘Lenny is een man die Tom in de Marquee heeft ontmoet. Hij is zwart en onwaarschijnlijk knap en het leek Tom wel leuk als er iemand was om hem gezelschap te houden.’
‘Wat doet Lenny dan de hele dag als Tom aan het werk is?’
‘Dat is moeilijk te zeggen’, lachte Sarah. ‘De laatste keer dat ik erheen ging kwam ik om vier uur 's middags aan en toen sliepen ze allebei nog. Ik heb zo het idee dat Tom het niet echt in zich heeft om boer te worden.’
Pas toen ze eenmaal buiten stonden merkte Lisa hoe dronken ze was. Haar hoofd voelde aan alsof het vol zat met watten en haar oren zaten dicht.
‘Welke kant ga je op?’ vroeg haar vader, terwijl hij een taxi aanhield.
‘Old Street’, zei ze.
De taxi stopte en Lisa's vader kuste haar heel lichtjes op het voorhoofd. ‘Vind je het erg als ik deze neem? Er wordt op me gewacht.’ En hij wierp een blik op zijn horloge. Hij drukte Lisa een briefje van twintig pond in de hand. ‘Neem jij de volgende?’
Lisa knikte.
‘Tot kijk. Tot kijk, Sarah’, zei hij en sprong in de taxi.
‘Bedankt... en bedankt voor het eten’, schreeuwde Lisa door het dichtslaande portier en ze zwaaide naar zijn rug in de lage achterruit toen hij wegreed.
Lisa en Sarah liepen in de richting van Leicester Square. Lisa stond in dubio over de terugreis. Als ze de metro nam, hoefde ze haar briefje van twintig pond niet aan te breken. Een taxi was misschien wel drie of vier pond, ter- | |
| |
wijl de metro, zeker als ze voor half geld reisde, haar maar tien pence zou kosten. Lisa was toch al klein van stuk, en als ze een beetje door haar knieën zakte en met grote ogen naar het loket keek - ‘een kinderkaartje naar Old Street alstublieft’ - werkte dat altijd feilloos.
‘Als ik net zo'n broek zou kopen als jij, hoeveel zou dat dan kosten?’ vroeg ze aan Sarah.
‘Ongeveer negentien pond.’
‘Dat vind je toch niet erg, hè? Ik zal een andere kleur nemen.’
‘Moet je horen’, zei Sarah toen ze bij het metrostation kwamen. ‘Ik ga dit weekend bij Tom logeren. Heb je zin om mee te gaan?’
Lisa's hart begon te bonzen. ‘Ja, oké’, en ze kusten elkaar op beide wangen en namen afscheid, terwijl ze zich ieder afzonderlijk voorbereidden op de laatste metro naar huis.
De winkel waar Sarah werkte was een boetiek in de Fulham Road, niet ver van de bioscoop. Lisa was erin geslaagd haar briefje van twintig pond heel te houden door voor half geld van en naar school te reizen en haar lunch te betalen met de maaltijdbonnen die elke leerling kreeg uitgereikt.
Sarahs broek was ontegenzeglijk het pronkstuk van de collectie. Hij was er in drie kleuren. Kastanjebruin, mosterdgeel en een tint grijsgroen die Lisa aan korstmos deed denken.
‘Je moet de groene nemen’, zei Sarah. ‘Die doet je ogen goed uitkomen.’ Lisa hield de broek meteen aan en stopte haar rok in haar tas, bij haar nachthemd en een exemplaar van Stanislavski's My Life in Art. Ze namen in Liverpool Street de trein. Sarah had een beetje wiet, waar ze onder het coupétafeltje een joint van draaide. Ze stelde voor hem op het toilet op te roken zodat ze bij aankomst in een goede stemming zouden zijn.
Lisa hurkte op de deksel van de closetpot en Sarah leunde tegen het fonteintje.
‘Mag ik je een vraag stellen?’ zei Sarah, terwijl de rook uit haar mond golfde. Lisa's maag trok samen. Haar hoofd begon te klikken toen ze de bittere rook inhaleerde. ‘Het is een vraag van Tom.’
‘Oké.’
‘Tom wil weten...’ En Sarah begon te giechelen.
‘Wat?’
Maar Sarah kon zich er niet toe zetten. ‘Hij vraagt het zelf maar’, zei ze. In plaats daarvan vertelde Sarah over haar nichtje Tanya die nog maagd was
| |
| |
en zich daarvoor schaamde en volgend weekend kwam logeren in de hoop dat Lenny haar zou ontmaagden. Lisa haatte dat woord ‘ontmaagden’. Het deed haar ineenkrimpen. Sarah keek Lisa strak aan door de rook en Lisa wist wel wat ze zich afvroeg. Ze nam een trekje van de joint en hield de rook zo lang als ze kon in haar longen.
Lisa had Tom meer dan een jaar niet gezien en hij was langer en magerder dan ooit. Zijn langwerpige grijze ogen stonden een beetje schuin. Lisa en Sarah klommen op de voorbank van de Landrover, waarbij Sarah even treuzelde zodat Lisa als eerste moest instappen en pal naast Tom kwam te zitten. Hun benen drukten tegen elkaar en de muffe lucht van zijn oliejas prikte in haar neus. Sarah leunde over de bank om met Lenny te praten, die languit achterin lag.
‘Hoe gaat het ermee, Len?’ vroeg ze.
‘Gaat wel, en met jou?’ zei Lenny. Lenny lag te roken, en elk greintje energie in zijn lichaam was samengebald in de hand die de sigaret van en naar zijn mond bracht.
‘Je moet de groeten van Tanya hebben’, zei Sarah, en Tom begon zo hatelijk te lachen dat Sarah zich vlug omdraaide om de blos te verbergen die zich over haar gezicht verspreidde.
Ze reden het stadje nu uit en kwamen door vlakke, groene velden bezaaid met schuren en boerderijen en spichtige herfstbomen.
‘En wanneer word je nou een beroemde actrice?’ Tom schurkte zijn been langs dat van Lisa.
‘Ik weet niet. Nooit, denk ik’, stamelde Lisa. Heimelijk hoopte ze dat ze wèl een beroemde actrice zou worden, of desnoods gewoon maar een actrice, maar na één week Spraak en Toneel kon ze zich dat niet voorstellen. ‘Doe niet zo slap’, interrumpeerde Tom. ‘Je moet een beetje meewerken. Je moet met belangrijke mensen naar bed en “schat” zeggen als je iets wilt bereiken. Heb je een impresario?’
‘Nee’, zei Lisa.
‘Hoor je dat, Lenny?’ riep Tom over zijn schouder, en Lenny zei: ‘Reken maar.’
Het pachtershuisje van Tom lag aan een weg die langs het naargeestige landhuis voerde. Het lag nog voorbij de boerderijen en werd omringd door
| |
| |
akkers en weilanden. Voor Lisa's gevoel hing er een nevel van glamour over Toms huis.
Het was al donker toen ze aankwamen. Tom deed de deur open en knipte een lamp aan. De zitkamer was nauwelijks gemeubileerd, maar de vloer was zo bezaaid met beschimmelde kopjes koffie en vuile borden dat het er vol leek. Er hing een muffe, vettige etenslucht.
Sarah liet Lisa het huis zien. De keuken was een chaos, al het eetgerei was besmeurd met boter of jam en overal stonden wankele stapels borden en pannen en halflege blikken bonen in tomatensaus en rijstpudding. De kasten hingen open en pronkten met hun leegte.
Boven waren twee slaapkamers, elk met een onopgemaakt bed. Lisa meed Sarahs blik en keek in plaats daarvan in de badkamer, waar ze op de muur naast de wastafel een stel bloedspetters ontwaarde die haar weer deden terugdeinzen naar de trap.
‘Het is prachtig’, zei Lisa toen ze de zitkamer weer binnenkwam.
Tom was bezig een vuur aan te leggen met een half pak aanmaakblokjes en iets wat er uitzag als het restant van een stoel. ‘Hoe is het met Ruby?’ vroeg hij.
‘Goed hoor... ze is...’
‘Wat?’ Tom bekeek haar argwanend en Lisa vroeg zich af of ze hem zou vertellen dat Ruby met een opengehaalde arm die droop van het bloed naar Bunny's huis was gekomen, de avond voordat ze waren verhuisd. Ze had op Lisa's raam geklopt en Lisa, die onder geen beding hun moeder had mogen wekken, was met haar naar het Whittington Hospital gelopen waar ze een tetanusinjectie en vijf hechtingen had gekregen. Ruby had haar laten zweren dat ze het tegen geen sterveling zou zeggen. Destijds had ze ‘sterveling’ opgevat als Marguerite en hun vader, maar dat was omdat ze niemand anders in Londen kende aan wie ze het had kunnen vertellen. Op Tom, dacht ze, kon het bericht alleen maar indruk maken.
‘Ze heeft vorige week een robbertje gevochten’, zei Lisa, een sigaret opstekend.
‘Met wie?’
‘Met een broodmes.’ Ze was trots op die opmerking.
Eerst had Ruby haar verteld dat ze brood stond te snijden toen het mes ineens weggleed en de zijkant van haar arm raakte, maar later, murw gemaakt door de pijnstillers en het lange wachten op de eerstehulpafdeling, had ze opgebiecht dat ze tijdens een ruzie met Jimmy zichzelf in een vlaag
| |
| |
van wanhoop een haal had gegeven.
‘Zeven hechtingen’, zei Lisa tegen Tom, en Tom leek behoorlijk geïmponeerd.
‘Zeg maar dat ze eens moet komen logeren’, zei hij, en zijn blik werd zachter. Even herinnerde Lisa zich iets wat ze al had vermoed sinds ze kinderen waren, dat Tom eigenlijk op Ruby verliefd was. De gedachte lag als een steen op haar borst, en ze duwde hem weg. Ze inhaleerde diep. Ze voelde dat Tom vanuit zijn ooghoeken naar haar keek. Het was Tom geweest die haar had leren roken. Of in elk geval inhaleren. Voordat Tom haar in zijn ban kreeg, kort na haar dertiende verjaardag, was ze gewend de rook gewoon in te slikken alsof het iets vloeibaars was, en dan een aanzienlijke tijd te wachten voordat ze hem weer uitblies. Deze manier van roken had onveranderlijk tot gevolg dat het bloed uit haar gezicht wegtrok en ze misselijk werd.
‘Interessant zoals jij inhaleert’, had Tom tegen haar gezegd. Ze was met Sarah en Tom en hun vader op vakantie op het eiland Man, waar niets anders te doen viel dan sigaretten roken en elkaar griezelverhalen voorlezen. ‘Kijk, jij slikt de rook in, terwijl ik hem inadem.’ Hij had het niet op een schampere toon gezegd en de manier waarop hij Lisa voordeed hoe ze moest ‘inhaleren’ was die van een aardige oudere broer. Ze zaten aan de rand van de zee te experimenteren met manieren van roken tot Lisa zich zo duizelig voelde dat ze bijna in het water viel. Tom moest haar met zijn hand tegenhouden. Het was de zomer daarna dat ze op de geruite plaid namen voor hun kinderen hadden bedacht.
Lisa stelde het naar bed gaan zo lang mogelijk uit. Sarah was als eerste naar boven gegaan met een opgewekt ‘welterusten’ en Lenny was haar even later gevolgd. Uiteindelijk leegde Tom zijn blikje bier en met de opmerking: ‘Ik denk dat jij op mijn kamer slaapt’, verdween hij de trap op.
Lisa trok in de badkamer haar nachthemd aan. Ze poetste haar tanden en schudde haar handen droog, want een handdoek was nergens te bekennen. Ze merkte dat het bloed van de muur was geveegd.
Tom lag in bed, een lange magere gestalte onder de dekens. Lisa kroop naast hem. Zodra ze de lakens raakte begon ze te rillen.
‘Heb je het koud?’ vroeg Tom onvriendelijk vanaf de andere kant van het bed, en ze moest het klapperen van haar tanden bedwingen voor ze antwoord kon geven.
| |
| |
Toms omhelzing was niet bepaald aangenaam. Toen hij zijn arm om haar heen sloeg, priemden de botten en pezen van zijn lange ledematen in haar vlees. Ze bleven stil liggen, Lisa's nek rustend in de kromming van zijn arm en zijn ijskoude hand op haar schouder. Lisa staarde omhoog naar het plafond. Ze pijnigde haar hersens af om een gespreksonderwerp te bedenken. Het maakte niet uit wat. Tom wrong zich op zijn zij en reikte vlug met zijn lange arm omlaag naar de zoom van haar nachthemd. Lisa sloeg dubbel en klemde haar benen bij elkaar en greep met beide handen zijn pols vast. Met uiterste krachtsinspanning probeerde ze zijn hand boven de dekens te trekken. Ze draaide zich op zijn arm om en keerde haar gezicht naar hem toe en rukte verbeten aan zijn vrije hand. Ten slotte gaf hij zich gewonnen en ze hief zijn arm als een trofee omhoog en legde hem op haar schouder. Lisa had het niet koud meer. Ze voelde Toms hete adem op haar gezicht. Ze kruiste haar armen en hield ze als golfbrekers tegen haar borsten. Tom liet zijn hand liggen waar ze hem had neergelegd.
Woorden waarop Lisa geen greep kon krijgen brandden in haar keel en losten op. Ze leunde naar voren en kuste Tom op de zijkant van zijn mond. Ze wilde hem duidelijk maken dat ze van hem hield, wat hij ook deed. Ze wilde uitleggen dat ze niet echt bezwaar had tegen seks, maar dat ze er alleen niet tegen kon dat het straks allemaal voorbij was, zoals ze veronderstelde, en dat ze dan pas zondag weer met de trein teruggingen naar Londen. Lisa maakte haar ene hand los en streek het haar uit zijn gezicht. Ze voelde zijn warme, snelle adem, en onverhoeds gleed zijn vrije hand van haar schouder en schoot langs de voorkant van haar nachthemd omlaag. Ze vochten zonder iets te zeggen. Lisa rukte aan zijn onwrikbare polsen en rolde steeds van hem weg, terwijl ze haar knieën opgetrokken hield om hem een stoot in zijn maag te geven. Al worstelend zag ze hem glimlachen in het gefilterde licht dat door het raam viel. ‘Ik ben het’, scheen hij te zeggen, en ze ontspande in zijn armen en grijnsde onnozel terug.
‘Kunnen we niet gewoon gaan slapen?’ Ze draaide zich om en nestelde zich behaaglijk tegen hem aan.
‘Had dat dan gezegd’, fluisterde hij, met zijn lippen haar oor aanrakend, en ze lagen tot de ochtend wakker, op hun hoede voor elkaar in het wanordelijke bed.
Lisa en Sarah wandelden doelloos langs het ene omheinde weiland na het andere.
| |
| |
‘Heb je goed geslapen?’ vroeg Sarah. ‘Afgelopen nacht?’
Lisa negeerde de lichtjes in haar ogen en de nadrukkelijke toon waarop het werd gezegd. ‘Ja’, zei ze. Ze wist dat ze Sarahs geduld tot het uiterste op de proef stelde.
Zwijgend liepen ze verder.
Tom had om twaalf uur 's middags een bespreking gehad met de beheerder van de boerderij. Om vijf voor twaalf was hij uit bed gekomen, had zijn kleren aangeschoten en was weggescheurd in de Landrover. Lenny was een dagje naar Londen en zou pas 's avonds terugkomen.
‘Denk je dat Lenny me aardig vindt?’ vroeg Sarah toen ze zo'n grote cirkel hadden beschreven dat ze over drie weilanden heen de achterkant van Toms huis konden zien. Ze zei het op een toon alsof ze reden had om aan te nemen dat hij haar niet aardig vond.
‘Natuurlijk wel’, zei Lisa automatisch. ‘Waarom zou hij je niet aardig vinden?’
Opgemonterd stak Sara haar arm door die van Lisa. ‘En Tom vindt jou aardig, dat weet ik. Dat zei hij tegen me.’
Lisa besloot haar niet te geloven. Ze kon zich niet voorstellen dat Tom zo dicht bij een liefdesverklaring was gekomen. Zijn conversatie bestond bijna geheel uit korte cryptische zinnetjes. ‘Echt waar?’ zei ze.
Lenny arriveerde kort na donker met een gram heroïne. ‘H’, noemde hij het. Tom verdeelde het met een scheermesje in vier lijntjes en snoof zijn deel met een opgerold briefje van een pond in zijn neusgat. De binnenkant van Lisa's hoofd begon te krimpen en te barsten en het brandende ijs dat was verdwenen sijpelde haar schedel weer in.
Tom lachte tegen haar met zijn oudere-broer-ogen. ‘Er kan je niks gebeuren’, zei hij.
Lisa wist niet dat je heroïne kon snuiven alsof het cocaïne was. Ruby, wist ze, spoot het in de aders van haar armen. Ze had Lisa proberen over te halen een naald met haar te delen, maar op het laatste moment durfde Lisa het toch niet aan. Ruby was net als Tom. Ze hadden er een hekel aan als iemand niet meedeed.
‘Kom op, Lisa Lu.’ Tom kroop over de grond naar de poten van de bank waar ze tegenaan zat geleund. ‘Je zal er geen spijt van krijgen.’
Lisa's maag verkrampte en ze moest naar de wc. ‘Lijkt het op... op...’ Ze kon het woord nauwelijks over haar lippen krijgen. Tom boog zijn hoofd
| |
| |
naar haar toe. Ze liet haar stem dalen. ‘Het lijkt toch niet op...’ fluisterend zei ze wat ze op haar hart had ‘... lsd?’
‘Goeie God, absoluut niet. Het is letterlijk het tegenovergestelde’, verzekerde Tom haar, terwijl hij het opgerolde bankbiljet in haar hand stopte. ‘Dus je krijgt geen hallucinaties of zo?’ drong ze zwakjes aan.
Tom schudde zijn hoofd.
Lisa zwichtte en snoof het poeder op in haar neus, waarbij ze in navolging van Tom eerst het ene en daarna het andere neusgat gebruikte. Tom pakte het tijdschrift van haar schoot en gaf als een schoolmeester een klopje op haar been. Hij trok een deken van de bank en spreidde die over hen vieren uit terwijl ze in een kring voor de straalkachel lagen.
‘Wanneer heb jij dan lsd genomen?’ wilde Tom weten. Hij klonk geërgerd. Tom dacht graag dat hij Lisa in aanraking had gebracht met alle verboden dingen die ze ooit had gedaan.
‘Ongeveer een jaar geleden.’
‘Hoe was het?’ vroeg Sarah.
‘Ging wel...’ En toen biechtte ze een stukje van de waarheid op en voegde eraan toe: ‘Een beetje eng.’
De heroïne begon te werken. Lenny, wiens lijntje dikker was geweest dan dat van de anderen, ging achteroverliggen, met zware oogleden en een duister lachje op de lippen. Tom liet zijn hoofd op zijn borst zakken en zweeg. Voor zover Lisa kon nagaan had het op haar geen uitwerking, maar het bonzen van haar hart was wel minder geworden en afgezien van een incidentele klik was de binnenkant van haar hoofd zo zacht en veilig als het maar kon.
‘Ik had een tante’, zei Sarah, ‘die lsd heeft genomen. Iemand had het in haar glas gedaan.’
‘Echt waar?’ vroeg Lisa. ‘Wat gebeurde er toen?’ Een zweempje angst vocht met de melk in haar aderen.
‘Ze werd gek. Ze probeerde een koektrommel op te eten en daarna liep ze naar het dichtstbijzijnde station en stapte in de trein. Even voorbij Audley End is ze eruit gesprongen.’
‘Is het weer goed gekomen? Is ze ooit beter geworden?’
‘Nooit, tenminste niet voor zover ik weet. Tom, is tante Bird ooit beter geworden?’
‘Wat?’
‘Nadat iemand stiekem lsd in haar glas had gedaan?’
| |
| |
Tom lichtte zijn hoofd op en keek haar aan met een katachtige blik. ‘Nooit’, zei hij, en hij lachte fijntjes alsof hij op de een of andere manier verantwoordelijk was.
Toen Lisa de volgende ochtend wakker werd lag ze op de grond, met haar hoofd onder Toms elleboog. Ze wurmde zich los en stond op. Ze dacht er even over na wat ze zou doen als de anderen 's nachts allemaal gestorven bleken te zijn, maar alleen al het feit dat zij het had overleefd stemde haar zo vrolijk dat ze zonder zelfs hun pols te voelen de trap opging naar de badkamer.
Lisa deed de deur op slot en liet het bad vollopen. Ze voelde zich dun en wit, en toen ze op haar buik in het water lag drukten haar heupbeenderen tegen de bodem van het bad en welfde haar lege maag omhoog als de ronding van een kom. Ze waste haar haar en poetste haar tanden en trok een schoon shirt aan bij haar groene broek. Ze ging buiten in de zon zitten. Een gevoel van rust verspreidde zich door haar lichaam. Ze wist wat het was. Ze had heroïne gebruikt en het overleefd en nu hoefde ze het nooit meer te gebruiken. Ze had zich bewezen. Als een Indiaan die volwassen wordt en krijgshaftige merktekens in zijn gezicht kerft. Ze was zestien en ze had elke drug waar ze ooit van had gehoord geprobeerd. Ze was vrij om haar eigen leven te beginnen.
Vertaling: Marion Op den Camp
Fragmenten uit: Esther Freud, Peerless Flats. Verschijnt najaar 1993 in vertaling bij de Bezige Bij, Amsterdam onder de titel Bestrijd de vossen.
|
|