Lust en Gratie. Jaargang 10(1993)– [tijdschrift] Lust en Gratie– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] Drie gedichten Anna Enquist Laatste zomer met de kinderen Het onschuldige water hierboven herbergt slechts smalle vis. Schijnheilige moeder sneeuw heeft zich teruggetrokken in die tere rondingen onder de bergtop. Klaterend, schaterend neerwaarts, heupwiegend en schreeuwend bergaf, bergaf. Na de cascades de eerste sluis, veroordeling tot de bedding. Vertraagd en vergiftigd klotsen rond de harige buik van de rijnaak, zeulen wat achteloos werd meegegeven: matrassen, plastic flessen, een wit, gerimpeld kind. Niet terug kunnen. In de verloskamer juichen ze bij het omge- keerde doelpunt van de geboorte. Niemand voorziet de wraak van de keeper die hoog op de witte tafel ligt, met lege handen. [pagina 33] [p. 33] Vulcanisch Het bergmassief zweeft in de hete mist; ik klim erop, klim naar de top, omwille van zweet, van blakende benen. Gestolde stenen liggen als grote dieren onder mijn vredig verlamde schoen. Onzichtbaar duw ik de tijd vooruit, want voor je het weet gaan zij heter en hoger en roder bewegen, opent het land haar muil en slorpt aarde en schroeiend gruis daarin, gorgelt mij weg met een sissende zucht. Nee, dat kan er niet bij tussen afgrond en kuil. Schreeuw om de man met zijn antwoord paraat op de enige zinvolle vraag: waar wij zijn, en hoe laat. Lever je over aan klok en aan kaart, aanvaard het uur en de stuurse hand, omwille van lucht, van brekende beelden, stom land. [pagina 34] [p. 34] Herinneringsplicht Zo'n sterrenhemel stulpt zich niet over de stad waarin ik leef. Daar hoogstens een te volle maan, wanneer het past. Hier stijgt de kale nacht en brengt - lichtjaren ver! - het strenge kind, gekromd boven de sterrenkaart en vastgebeten in die tomeloze vaart, zeeën van tijd waarin haar klein vernuft verdronk. Ze zou niet rusten voor ze wist hoe alles zwart en helder tegelijk kon zijn. O sterren wat heb ik ver- waarloosd vergeten verloren in textuur van huid (mannen- wangen, baby-billen), snertliedjes van liefde, plaatsing van lichaam tegen lichaam. Tijd was haasten of verlangen. Deze avond, dit weiland. Heldere toegang tot zwart heelal. Nu met de rug naar de toekomst beseffen dat al wat ik zie niet meer is doch slechts is voorzover ik het zien zal. Het onweert dof in het volgende dal. Vorige Volgende