Lust en Gratie. Jaargang 9
(1992)– [tijdschrift] Lust en Gratie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 80]
| |
Met de billen bloot
| |
[pagina 81]
| |
Geïnspireerd door de gedachten van deze twee theoretici zal ik een lezing voorstellen die een overschrijding van seksuele differentie onthult in sommige dubbelzinnige passages uit de brieven. | |
Lichaam en seksualiteit in de correspondentieHet lichaam speelt een belangrijke rol in de correspondentie van George Sand.Ga naar eind4. Als zij het over seksualiteit heeft, of andere wetenswaardigheden met betrekking tot het onderlijf ten beste geeft, wordt George Sands stijl gekenmerkt door verschillende manieren van uitdrukken die je grofweg in drie categorieën zou kunnen indelen. Ten eerste de uitspraken over liefde en hartstocht, waarin zij uiting geeft aan de idealistische en romantische visie van de ondeelbaarheid van geestelijke en zinnelijke gewaarwording. Het ware in liefde en hartstocht is ‘het wonder dat zich gelijktijdig in iemands ziel en lichaam voltrekt’. (1748, 1838, aan A. Grzymala)Ga naar eind5. Zij verafschuwt de cynische houding van mensen die lichamelijke liefde als ‘pure noodzaak’ los zien van het spirituele gevoel en verfoeit de seksuele grappen die nog steeds in de mode zijn als tafelgesprekken: ‘(...) Gister heb ik gedineerd bij Mme de Malus. Haar aardige vader vertelde ons tussen andere beleefdheden door “dat zolang een vrouw haar achterste nog niet kwijt was, zij geen reden tot klagen had”. Mme de Malus zag eruit alsof ze erg te lijden had onder deze grap. Overigens deed hij ons het genoegen na het eten op te stappen. (...)’ (68, 1824, aan C. Dudevant) Het is duidelijk dat Sand niet met de liefde spot. Toch worden haar verheven gedachten over de romantische liefde, zoals ik verderop nog zal aantonen, hier en daar ondergraven door haar scatologische humor. Een tweede categorie wordt gevormd door al haar opmerkingen over lichaamsfuncties zoals menstruatie, zwangerschap en ontlasting die over het algemeen | |
[pagina 82]
| |
ondubbelzinnig van aard zijn. Zelfs als zij min of meer literaire stijlmiddelen gebruikt, of eufemismen, bijvoorbeeld wanneer zij het heeft over ‘een zeer natuurlijke crisis’ die van haar dochter ‘een vrouw’ heeft gemaakt, is het moeilijk daarin bewuste of onbewuste dubbelzinnigheden aan te geven.Ga naar eind6. De derde categorie is die van de min of meer ongegeneerde grappen over de streek onder de gordel die belachelijk wordt gemaakt of gewoon ontbloot. Ik wil me hier vooral met deze laatste categorie bezighouden. Zoals ik al eerder opmerkte, komen de geslachtsdelen zelf nauwelijks aan bod in deze groep. George Sands humor kenmerkt zich door een overwicht aan scatologie. Dit overwicht heeft veeleer te maken met een persoonlijke voorkeur dan met een algemeen cultureel kenmerk in de tijd van George Sand, zoals het citaat over de tafelgesprekken al aangaf. In kringen van vrienden en onder gasten van George bediende men zich blijkbaar veelvuldig van seksuele grappen. In een van de zeldzame gevallen in de correspondentie waarin er sprake is van een woordspeling op het mannelijke geslachtsdeel is de bedenker van de woordspeling haar vriend Duteil. Het betreft een gezamenlijk geschreven brief, dat wil zeggen dat de twee vrienden om de beurt de pen ter hand namen: ‘(...) George: Als u nieuws over de streek wilt horen dan zullen we u wat moois vertellen. Kunt u geloven dat die kleine dikkerd van een Culon er echt over denkt om te gaan hertrouwen? Hij heeft het heel erg te pakken van Madame Sallé. Er wordt zelfs gefluisterd dat hij geprobeerd heeft haar te verleiden. Soms bestaat een fragment uit een mengeling van stijlen die in hun geheel genomen het humoristische effect teweegbrengen. In 1823 schrijft George Sand aan haar vriendin Emilie de Wismes die net als zij oud-kostschoolleerlinge van het klooster van de Engelse Augustinessen is. Ze onderhoudt haar over het huwelijk en de echtelijke liefde en geeft toe dat zij net als Emilie een ‘betreurenswaardige mening’ had over het huwelijk tot het moment waarop zij zich aan Casimir ging hechten. Daarna verandert ze van toon: ‘Dat is een te lang hoofdstuk: maar er is zoveel te vertellen dat het moeilijk is om kort te zijn. | |
[pagina 83]
| |
George Sand en Musset op de boot van Marseille naar Gênes Archief Roger Viollet
| |
[pagina 84]
| |
niet zulke flauwe grappen. Onze bewoners hier uit de Berry doen het beter: zij noemen me “Mevrouw de Gravin”Ga naar voetnoot*. (...) Onze streeknamen doen niet onder voor die van jullie. Jullie mogen dan meneer Geil hebben, wij beschikken over Geilstad en meneer Vurig. (...) Maar wat helemaal leuk is is de naam van een koetsier van een slecht rijtuig dat rammelkast heet en dat de dienst onderhoudt tussen La Châtre en Châteauroux. Stel je voor dat die arme man zonder flauwekul Schijtkast heet. Ik schaam me ervoor een dergelijk woord op te schrijven en toch spreken de nette mensen uit deze streek het zonder pardon uit. Verder hebben we nog mevrouw Dikgat, mevrouw Vilein en meneer Beschimmeld. Het kasteel van Rochefolle is een oude zeer romantische ruïne liggend op een rots die zich uitstrekt over een vijver die weer een waterval vormt die uitkomt in de met bossen overdekte bergen. Niet ver daarvandaan bevindt zich de Behaarde Kust en dichtbij ons in de buurt staat het Kontkasteel en nu wil ik wel eens weten of dat Frans of Engels is?’Ga naar voetnoot*Ga naar eind7. (46, 1823, aan E. de Wismes) Hier hebben we een aaneenschakeling van grappen met veel woordspelingen erin. De opeenvolging van Gravin, Geil, Schijtkast, Dikgat, Vilein en Beschimmeld leidt niettemin tot de beschrijving van een zeer romantisch landschap. Tussen de regels door schemert eveneens een vermenging van mannelijk en vrouwelijk: de rots die zich uitstrekt, de vijver en de watervalGa naar voetnoot*. Het interessante is dat dit romantische landschap in- en uitgeleid wordt door woordspelingen over gat, anus en stront. Als men de beschrijving van het landschap wil lezen als een nogal vage en romantische toespeling op de liefde tussen man en vrouw, dan is de context van deze toespeling scatologische humor. Naast een onderhoudend spelletje tussen briefschrijfster en lezeres wordt het fragment een burlesk commentaar op de passage die eraan voorafgaat en waarin ‘het geluk van de jonge dames’, zoals Aurore dat zo mooi kan zeggen, op dubbelzinnige wijze wordt afgeschilderd: de vrouw moet haar eigen wil ontkennen om geluk in de liefde te kunnen vinden, want ‘in de baard ligt de almacht’. | |
[pagina 85]
| |
Op een meer verbeten manier die zij aan haar vijanden ontleent, plaatst Sand liefde en ontlasting naast elkaar in een brief aan Jules Boucoiran: ‘(...) Ik heb alweer vijf dagen last gehad van een afschuwelijke dysenterie (sic). Mijn reisgenoot is ook heel erg ziek. We schreeuwen het niet van de daken want in Parijs laten we een heleboel vijanden achter die zich in de handen zouden wrijven en zouden zeggen: “Ze waren in Italië en ze waren aan de schijterij! Wat een genot voor ons, ze zijn ziek!” (...).’ (741, 1834, aan Boucoiran) Als je het leedvermaak in acht neemt waarmee de massa het verliefde stel Sand-Musset beziet, dan neemt ‘de schijterij’ die hun ‘verblijf in Italië’ bederft en die de vijanden ‘genot’ verschaft de plaats in van seksuele activiteiten. Het effect van deze verplaatsing is eerder sarcastisch en vernederend dan humoristisch: hun vijanden zouden zich immers verkneukelen over de seksuele onmacht van het paar.Ga naar eind8. | |
Scatologie en sekseverschilVolgens Freud moeten obscene taal of schuine moppen een seksuele drift bevredigen, namelijk het exhibitionisme. Deze drift kenmerkt zich over het algemeen door een actieve of passieve neiging, dat wil zeggen zij is nog steeds volgens Freud ofwel ‘mannelijk’ of wel ‘vrouwelijk’.Ga naar eind9. Eigenlijk komen obsceniteiten net als meer verfijnde geestigheden voort uit een exhibitionisme dat als doel heeft de ander in het hemd te zetten of zichzelf bloot te geven. Dit ontbloten beperkt zich niet tot de genitaliën, met andere woorden tot die delen die het sekseverschil betreffen, maar strekt zich uit tot hetgeen beide seksen met elkaar gemeen hebben en wel de uitwerpselen en alles wat daarmee verband houdt, dus alles wat beladen is met schaamte. In Der Witz und seine Beziehung zum Unbewußten legt Freud deze seksuele betekenis die hij aan scatologische humor geeft uit met behulp van het feit dat in de seksualiteit van kinderen het verschil tussen de seksen nog verhuld is. Een andere interpretatie die volkomen met Freuds ideeën over vrouwelijke seksualiteit overeenstemt, zou zijn dat scatologische humor een ontkenning van het sekseverschil is.Ga naar eind10. We weten dat George Sand soms de spot drijft met ‘het kleine verschil’. Zij houdt ervan zich als man te verkleden en zo de mensen van haar dorp en ook de Parijse wereld op het verkeerde been te zetten. | |
[pagina 86]
| |
Omgekeerd spot ze met dikke heren door ze te vergelijken met zwangere vrouwen of met vrouwen die net zijn bevallen. Ze vraagt haar vriend Louis Caron om voor haar een elastische ceintuur te kopen vanwege haar ‘dikke buik’ die ze aan haar bevallingen heeft overgehouden en ze plaagt hem met zijn eigen dikke buik die van een nog grotere ‘omvang’ zou zijn. (215, 1828, aan L. Caron) Als haar vriend Planet vader is geworden schrijft ze aan Gustave Papet dat Planet: ‘zojuist van een klein mormel is bevallen’. (1446, 1837, aan G. Papet) En in een andere brief: ‘Planet is vader geworden van een kolossaal jongetje. Hij schreeuwt als een speenvarken. Het schijnt dat hij niet veel te verduren heeft gehad, maar hij (Planet, D.K.) ligt er toch niet minder om in bed, omdat bij hem vanwege kraamvrouwenkoorts (...).’ (1430, 1837, aan Gustave Papet) Het groteske functioneert hier om heel duidelijk een belangrijk onderscheid tussen het mannen- en het vrouwenlichaam aan te geven juist door een loopje te nemen met het meest essentiële verschil, het moederschap.Ga naar eind11. Voor wat betreft de grappen met een scatologisch karakter is er veeleer sprake van een (onbewuste) overschrijding van het verschil. We moeten even naar Freud terugkeren om deze hypothese te kunnen bevestigen. De gelijkstelling van actief aan mannelijk en van passief aan vrouwelijk betekent voor Freud dat mannen anderen in hun hemd zetten en dat vrouwen zichzelf blootgeven. Doordat het fatsoen vrouwen ertoe dwingt hun exhibitionistische drift af te remmen, verzwakt deze aanzienlijk: ‘Bij de vrouw wordt deze passieve neiging tot exhibitionisme bijna altijd opgeheven door een sterke afweer die te maken heeft met kuisheid. (...) Haar kleding biedt haar echter een ontsnappingsmogelijkheid; (...)’Ga naar eind12. Welnu, grote gaten in George Sands hemden bieden haar een ontsnappingsroute: ‘Onze fondsen zijn te laag, ik heb het heel moeilijk gehad en moest ook nog zoveel herschrijven aan mijn boek dat het nog steeds niet af is. Ik heb niet eens je kamer kunnen laten behangen. Ik draag hemden waardoorheen mijn achterwerk zichtbaar is. Je zou eens moeten zien wat voor gaten erin zitten’, schrijft zij aan haar zoon. (2128, 1840, aan Maurice). | |
[pagina 87]
| |
‘Ik moest zo vreselijk lachen toen hij weg was dat ik mijn achterste liet zien, waarop Rollinat Latijnse verzen heeft gedeclameerd (...).’ (1446, 1837, aan G. Papet) Als een vrouw al iets toont dan is het dus haar achterste. De man daarentegen, bij wie het instinctmatige bijna niets aan wezenlijke kracht heeft ingeboet, maakt zijn seksuele avances met behulp van zijn actieve exhibitionisme. Wanneer de afwijzing van vrouwen of het maatschappelijk verbod hem een onmiddellijke bevrediging onthouden dan kan hij het gemis compenseren door zich van schuine moppen of geestigheden te bedienen om op die manier de vrouw met de billen bloot te krijgen voor de ogen van een of meerdere (mannelijke) getuigen. Het tappen van schuine moppen bevredigt op die manier de vijandige en sadistische bestanddelen van zijn instinct die in werking worden gesteld door het verbod en het bevredigt tegelijkertijd het libido van de toehoorders. Vandaar dat geestigheden en obsceniteiten meestal zoveel succes oogsten. De relatie die ik heb gelegd tussen scatologische humor en exhibitionistische drift - met de toevoeging dat het hier om een ontkenning van het sekseverschil zou gaan - en het feit dat de actieve component van dit instinct mannelijk is, maakt het mogelijk een ‘grensoverschrijdende’ lezing van George Sands humor te presenteren. Je zou kunnen veronderstellen dat scatologische grappen George Sand in staat stellen om actief, dat wil zeggen vanuit een ‘mannelijke’ positie de ander in haar of zijn hemd te zetten en zo het sekseverschil aan haar laars te lappen.Ga naar eind13. Eigenlijk ben ik door al deze passages samen te nemen tot een lezing gekomen waarin het sekseverschil te verwaarlozen is of zelfs ontkend wordt. Als je de grappen van Sand bij elkaar plaatst dan zie je dat ze meestal het achterwerk en aanverwante zaken betreffen. Met andere woorden het liefst krijgt Sand zowel in haar actieve als passieve exhibitionisme de ander met de billen bloot en het achterwerk is nu juist datgene ‘wat de seksen gemeenschappelijk hebben’. Een Bakhtiniaanse leeswijze van dergelijke passages kan deze psychoanalytische interpretatie bevestigen. ‘Zijn achterste tonen’, een obsceen gebaar, keert een hiërarchische relatie tussen het ‘hoge’ en het ‘lage’ in de algemene culturele verhoudingen om. De omkering of omverwerping kan betrekking hebben op machts-, klasse- en sekseverhoudingen.Ga naar eind14. Door het ‘gemeenschappelijke’ bloot te geven, heeft George Sand als het ware lak aan de ‘almacht’ die door het verschil tussen de seksen aan de mannen toekomt. | |
[pagina 88]
| |
‘Even over Maurice, als iemand hem wil kussen draait hij zijn hoofd weg en laat zijn achterste zien.’ (57, 1824, aan haar moeder) In een brief aan mevrouw Gondouïn Saint-Agnan, een vriendin met wie zij een jaar of tien bevriend is geweest, herschrijft George een verhaal dat dezelfde mevrouw Saint-Agnan haar over een jonge bezoeker aan hun huis had verteld, iemand die op dat moment door ‘schijterij’ werd geplaagd. Met een zeker sadistisch genoegen laat George de broek van de arme jongen helemaal zakken, terwijl ze zich tegelijkertijd met hem identificeert: ‘Uw brief, lieve tante heeft ons tot tranens toe aan het lachen gemaakt, zozeer zelfs dat ik er een nachtmerrie aan heb overgehouden en de hele nacht op van de zenuwen ben geweest. Ik zag steeds maar weer die ongelukkige jonge man voor me op de wc-bril. Ik wilde de smerige dampen die ik dacht in te ademen ontvluchten, mijn voeten waren door een onzichtbare macht vastgeketend, zoals dat altijd gebeurt in dit soort dromen en omdat ik mijn neus steeds dichtkneep, werd ik verstikt wakker, toen sliep ik weer in en terwijl ik dacht verwikkeld te zijn in het onheil van deze ongelukkige zag ik hoe Félix (de bediende bij de familie Saint-Agnan, D.K.) me net als hem met blik en veger achtervolgde, om me zo snel mogelijk de trap naar beneden te laten afdalen. Uiteindelijk had ik me zo met mijn onderwerp geïdentificeerd dat ik op mijn beurt ook dacht last van koliek te krijgen en dat ik me tot mijn grote schrik midden op straat zag zitten, ten prooi aan gebeurtenissen (...) Deze elegante officier, deze echte Dandy (nadruk van G.S.) uit het leger koesterde sinds een maand een zoete droom waarin hij hoopte zijn opwachting bij u te kunnen maken, omdat hij zich uw bevallige manier van dansen nog voor de geest kon halen evenals uw elegante verschijning. Sinds een maand werd dit verlangen nog eens extra geprikkeld door alles wat hij ons over u en uw dochters hoorde vertellen, en omdat hij niets liever wil dan zo snel mogelijk trouwen, zoals iedereen die geen cent te makken heeft, had het maar weinig gescheeld of hij was met jullie alle vier tegelijk in het huwelijksbootje gestapt. Op het moment dat hij vertrok wilde hij een | |
[pagina 89]
| |
aanbevelingsbrief voor u. (...) Ik had wel verwacht dat zijn zuinige blik, zijn rechte rug en zijn hele houterige voorkomen op uw lachspieren zouden werken. Maar ik had nooit kunnen bevroeden dat hier het toppunt van belachelijkheid zou ontstaan, dat een onvoorziene en echt zeer beklagenswaardige omstandigheid! de lachlust zou opwekken. Mevrouw de Périgny naar wie hij hier verschrikkelijk heeft zitten lonken en die dat hoogst vermakelijk vond kwam niet meer bij toen ik haar dit verhaal voorlas dat u beschrijft met een groot gevoel voor stijl dat het onderwerp helemaal tot zijn recht laat komen.Ga naar eind15. We kunnen zijn naam niet meer uitspreken zonder er het toevoegsel schijter bij te noemen en zonder ons zijn gezicht aan het eind van het bezoek voor te stellen toen hij gekweld door vreselijke voorbodes beurtelings rood en bleek werd. (...) Ik wil de heer Victor Hugo schrijven en hem voorstellen om dit interessante en nieuwe avontuur op rijm te zetten, en als hij het niet uitermate dramatisch vindt, zoals deze heren het uitdrukken, dan heeft hij er geen snars van begrepen (...).’ (274, 1830, aan mevrouw Gondouïn Saint-Agnan) Het einde van dit fragment laat zien dat George Sand niet twijfelde aan het literaire gehalte van haar verhaal en dat literatuur dubbelzinnig is. Het betreft een dagelijks verhaal: een jongeman komt op bezoek bij een familie en valt in ongenade. De aard van het ongeluk maakt dat hij in zijn hemd staat en maakt ook zijn plannen belachelijk. De vrouwen die meestal het voorwerp zijn van seksuele avances en grappen draaien de rol om door de man uit te kleden die hierdoor ‘afgaat’. In de werking van dit verhaal, een kritiek op de seksuele voorrechten van mannen, zien we de ontwrichtende kracht van scatologische humor en de juistheid van Bakhtins theorie. Een Freudiaanse lezing geeft ongeveer hetzelfde resultaat op voorwaarde dat in dat geval Freuds uitgangspunt van de gelijkstelling van actief exhibitionisme aan mannelijkheid wordt overgenomen. De identificatie van de schrijfster met het bespottelijke lot van de jongeman geeft ons de kans het gebied van een andere vorm van grensoverschrijding te betreden. Naar mijn mening komt deze identificatie voort uit George Sands ambivalente gevoelens ten aanzien van haar eigen sekse. In haar versie van het gebeurde identificeert George Sand zich ‘zo’ met de jonge man in zijn lastige en beschamende toestand dat de lezer zich op zijn beurt de schrijfster kan voorstellen in de rol van jonge aanbidder van mevrouw Saint-Agnan en haar dochters. Deze mogelijkheid wordt gevoed door George Sands gewoonte om zichzelf bij sommige vrouwen in de rol van aanbidder op te werpen, of om zich als zodanig voor te doen.Ga naar eind16. Zou het kunnen dat zij zichzelf een beetje | |
[pagina 90]
| |
blootgeeft door breed uit te meten over de vruchteloze pogingen van de jonge Dandy? Ik wil eindigen met een citaat uit een brief aan Duteil waarin Freud en Rabelais beiden aanwezig zijn: ‘Liszt liet vanavond een scheet die hij Solange in de schoenen schoof. Miss Wind bezong er in alle toonaarden de geur van. De kousen van mevrouw d'A[goult] bleken helemaal nat te zijn als gevolg van de slappe lach. Ik verdenk meneer Demay ervan dat hij de deur van het gemak open laat staan als hij naar achter gaat en ik weet niet of dat geen redhibitore zaakGa naar eind* is.’ (1524, 1837, aan A. Duteil) Deze voorstelling van een avond op Nohant geeft ons een beeld van het Rabelaisiaanse ‘groteske lichaam’, in de zin van het collectieve lichaam waarvan alle gaten open zijn: de scheet van Liszt wordt deel van iedereen. De gezamenlijke lach betekent solidariteitsgevoel en het tijdelijk opschorten van (hiërarchische) verschillen. Duteil wordt door de briefschrijfster uitgenodigd aan die lach deel te nemen. Vervolgens verandert haar stijl. Terwijl ze doorgaat met het maken van scatologische grappen zet George Sand meneer Demay, de huisonderwijzer van Maurice, letterlijk buiten spel - stuurt hem ‘naar achter’. Hij mag dan wel de deur open laten staan, George Sand slaat hem toch weer voor zijn neus dicht en geeft hem zo een trap na. Meneer Demay die buiten de algehele vrolijkheid wordt gehouden, wordt het onderwerp van George Sands schuine moppen. Ze maakt letterlijk ruilwaar van hem: een ‘redhibitore zaak’ tussen haarzelf als vrouw en haar vriend Duteil, een man. In haar humor en met name in haar scatologische grappen laat George Sand een ambivalente houding zien met betrekking tot sekse en seksualiteit. Eenmaal blootgesteld aan de natuurlijke en bijtende gevolgen van de ‘cholera morbus’ duurt het niet lang of de verheven meningen van Sand over de liefde en de noodzakelijke eenheid van lichaam en geest worden minder hoogdravend en ook haar categorische weigering om een cynische libertijn te zijn, komt op dat moment in het geding. Wanneer zij een grap maakt waar een ‘luchtje’ aan zit, kun je er zeker van zijn dat zij van het sekseverschil een potje maakt. Vertaling Désirée Schyns |
|