De driejaar voor mijn vertrek waren heel moeilijk geweest. De ontdekking door mijn ouders van mijn verhouding met een vrouw hadden tot de pijn en concessies geleid die eigenlijk te verwachten waren geweest. Plotseling zag men mij als iemand die ziek was en voor wie mijn ouders zich diep zouden schamen als ‘het’ bekend zou worden. Mijn vriendin mocht ik zien noch bellen en zelfs mijn andere sociale contacten werden streng gecontroleerd.
Dat werd het begin van mijn dubbelleven. Ik voelde mij tevens van mijn vertrouwde omgeving geïsoleerd. In mijn familie was ik de enige die nog niet getrouwd was. Al mijn neven en nichten hadden inmiddels een gezin met kinderen die voortdurend het onderwerp van gesprek waren bij familiefeesten. Vaak zat ik er stilletjes bij, omdat ik wist wat voor confrontaties mijn ideeën zouden teweegbrengen als ik ze zou uitspreken. Bij mijn medestudenten had ik ook weinig aanspraak. Sommigen hadden al jaren een vaste relatie en maakten uitvoerige plannen om te gaan trouwen, zodra hun studie voltooid zou zijn. Enkelen stortten zich in wanhopige verhoudingen, terwijl de rest op dè uitverkorene bleef wachten. Zij hadden andere denkcodes en levensvoorstellingen dan ik. Ondanks het feit dat zij mij vaak in vertrouwen namen, zou ik hun mijn verlangens en twijfels nooit kunnen bekennen, noch zou ik ooit van hen steun kunnen verwachten.
Op een dag kreeg ik een studentenkrant in handen waarin een advertentie van een vrouwendocumentatiecentrum stond. Na twee dagen moed verzamelen ging ik erheen. Ik viel meteen midden in een hevige discussie over organisatorische zaken in het centrum. Geen vriendelijk welkom of een inleidend gesprek. Ik vernam hoe de vork in de steel zat. Toen ik drie uur later weer buiten stond wist ik nog niet precies wat ik van alles moest denken, maar wel wat voor een taak mij te wachten stond als ik de volgende keer zou komen.
De ruimte van het informatiecentrum bestond uit een begane grond waar wij vergaderden en activiteiten hielden en een kelder waarin boeken en tijdschriften werden (bij)gehouden. Nieuws over demonstraties, stakingen, internationale symposia waren slechts enkele voorbeelden van wat er in de vrouwenwereld gebeurde en ons in ons afgelegen hoekje bereikte. Daar putten wij inspiratie uit voor ons eigen werk: het organiseren van demonstraties op 1 mei, vieringen van 8 maart, openbare discussies over allerlei thema's en een enkele keer een filmavond.
Wij waren allen vrijwilligers die de taken in het centrum naast onze eigen banen en studie verrichtten. Echt liefdewerk dat in onze ogen niet altijd de juiste waardering kreeg. Toch probeerden wij niet ontmoedigd te raken door de