Lust en Gratie. Jaargang 8
(1991)– [tijdschrift] Lust en Gratie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 44]
| |
Geen nieuws uit Spitsbergen?
| |
InhoudDe feiten uit deze geschiedenis zijn vlug verteld: Radha Altman is afkomstig uit een keurig Haags gezin. Nadat zij het gymnasium heeft gevolgd, studeert zij psychologie in Amsterdam. Deze studie is geen succes en Radha besluit naar Parijs te gaan en begint daar een toneelopleiding. In die tijd ontmoet zij Lucia en wordt verliefd op haar. Het is de eerste vrouw waarmee zij een liefde en een | |
[pagina 45]
| |
relatie beleeft. Opnieuw loopt het mis: de relatie en haar toneelopleiding stranden. Ontworteld verlaat Radha Parijs en keert terug naar Amsterdam waar zij zich in alcohol en oppervlakkige contacten verliest. Door de ontmoeting met een vrouw, die in de roman ‘de leeuwentemster’ wordt genoemd en waarmee Radha een soort kroegloper-relatie heeft - de beschrijving van deze relatie bestaat vooral in de weergave van de erotische aantrekkingskracht van de leeuwentemster op mannen - ontwaakt Radha uit haar lethargie. De ontmoeting wekt in Radha de slapende geliefde, de sluimerende gedaante die ‘Toen zij zich had uitgerekt, (...) ditmaal geen meisje, geen knaap en geen moeder (was), maar - holadiee - een stomdronken leeuwentemster, die aanstoot gaf zelfs in Amsterdamse kroegen.’ Hoofdstuk drie en vier laten vervolgens zeventien jaar uit het leven van de protagoniste Radha zien. Zij leeft in een dameshuwelijk met Sidra en werkt als inspecteur voor het BLO-onderwijs. In het zeventiende jaar van het huwelijk wordt Radha uitgenodigd voor een studiereis naar de Verenigde Staten. Tijdens haar verblijf in Amerika heeft zij op het Hawaïeiland Kauai - veroorzaakt door lichtspiegelingen in het water en een bijzondere kleurenrijkdom van de lucht - een heel intense belevenis, die zij als een ontmoeting met god beschrijft. Nog sterk onder de indruk van deze gebeurtenis, keert zij met veel goede voornemens voor haar langdurig dameshuwelijk terug naar Nederland. Thuis vindt zij echter haar bungalow en kasten leeg: Sidra heeft haar verlaten. Op een vergeten verwassen truitje van Sidra na, vindt Radha niets terug van haar levenssituatie van voor de Amerikareis. In hoofdstuk vijf wordt het levensverhaal van Radha Altman afgesloten met een gedetailleerd bericht over een reis naar Egypte. Radha, nu inmiddels meer dan vijftig jaar oud, woont in Parijs en werkt daar als vertaalster van toneelstukken. Om het gevoel van eenzaamheid tijdens de kerstdagen en de jaarwisseling te ontvluchten, neemt zij deel aan een groepsreis naar Egypte. Zij denkt dat zij nu de juiste leeftijd heeft om een tocht over de Nijl te maken die haar terugbrengt in een cultuur die meer dan vijfduizend jaar oud is. Kort voor het einde van het hoofdstuk vraagt een tienjarig jongetje uit het reisgezelschap Radha naar de zin van het leven. Radha blijft het antwoord schuldig, maar neemt de jongen aan het einde van de Nijltocht mee voor een uitstapje naar Alexandrië. Hier eindigt het verhaal over Radha Altman.
Een normaal levensverhaal zou men na deze feiten kunnen concluderen, met misschien als enig verschil met andere verhalen dat hier het falen van een | |
[pagina 46]
| |
[pagina 47]
| |
dameshuwelijk wordt beschreven. Maar wat heeft de titel van de roman te betekenen als deze levensbeschrijving het enige verhaal zou zijn? Onder de verhaaloppervlakte zit meer. Zou de vraag van de jongen naar de zin van het leven, de intentie van de schrijfster weerspiegelen? Een vraag die, zo lijkt het tenminste, zonder antwoord blijft. Zulk soort momenten maken voor mij het lezen van de romans van Andreas Burnier zo aantrekkelijk en met name speelt hierin de vorm een belangrijke rol. | |
VormDe levensgeschiedenis van Radha Altman wordt in de roman niet chronologisch verteld. De thans meer dan vijftigjarige Radha, die nu in Parijs leeft en werkt, blikt vanuit een distantie in tijd en ruimte terug op haar leven. De beschreven gebeurtenissen zijn meer dan louter prenten of het tonen van oude foto's. De protagoniste probeert te begrijpen wat toen het belangrijkste van deze levenssituaties was. Zij reflecteert en zoekt een antwoord op de vraag naar de zin van het leven. Hierdoor wordt voor de lezer(es) het geestelijk ontwikkelingsproces van Radha duidelijk. Een goed voorbeeld van een geslaagde verbinding van vorm en inhoud is het volgende: hoofdstuk vijf eindigt met de onbeantwoord gebleven vraag naar de zin van het leven. Deze vraag wijst terug naar de beginsituatie waar de protagoniste na haar Egyptereis nadenkt over haar leven. Wellicht heeft zij de vraag van het jongetje nog in haar oor en wellicht, omdat zij toen geen antwoord wist, begint hier haar reflectieproces. Weet zij werkelijk geen antwoord of ligt het antwoord van de schrijfster in de titel van de roman en de vorm waarin deze is gegoten? Ik beperk mij hier tot een bespreking van Intro, Exit en de romantitel. | |
Het woordeloos wetenIn de Intro kunnen wij een inleiding zien op de hoofdthematiek van de roman. Tevens geeft de schrijfster hier iets weer van haar bijzondere intentie. Op een fijnzinnige manier wordt de lezer(es) hier meegevoerd door het beeld van het pianospelende kind: ‘(...) de muziek roept verre, voorgeboortelijke, hemelse herinneringen bij hem wakker en hij denkt dat de volwassenen, woordeloos, dit weten.’ Ieder woord staat op de juiste plek en het lezen van deze ene pagina | |
[pagina 48]
| |
veroorzaakt een bijzondere stemming waarmee de schrijfster ons vermoedelijk wil binnenleiden in het verhaal. Wie spreekt er in de Intro? Wie vertelt over het woordeloze weten? Of deze persoon Radha Altman is, blijft onduidelijk en met name in het begin blijven we met de vraag zitten welk verband deze gedachten met het verhaal van Radha hebben. Naarmate we verder in de roman komen worden we bij sommige passages herinnerd aan de Intro. Zo speelt het licht bij de overdenkingen van Radha een belangrijke rol. Heel duidelijk is dit in hoofdstuk drie waar de ontmoeting met god veel met het weerspiegelende licht te maken heeft. Zou dit kunnen betekenen dat deze roman niet in de eerste plaats de levensgeschiedenis van Radha Altman wil vertellen maar dat hier misschien beelden zijn ontworpen om ons het ‘woordeloos weten’ uit de Intro duidelijk te maken? Is de afbeelding op het titelblad daarom het ‘nachtcafé’ van Vincent van Gogh? Een werk van een kunstenaar die vooral in zijn latere periode sterk heeft gevochten om het licht via zijn kleurenpalet in zijn werken duidelijk te maken. Licht, niet als puur optisch waarneembare helderheid maar zoals Kurt Badt het in zijn boek Die Farbenlehre van Goghs beschrijft: ‘de weergave van het noodlot door licht en kleur’.Ga naar eind2. Waarbij noodlot volgens mijn woordenboek moet worden opgevat als een macht die de levensweg van een mens bepaalt. En er wordt aan toegevoegd dat de houding tegenover het noodlot een belangrijk probleem van alle religies is. Het lot dat de mens op haar of zijn weg tegenkomt, zijn ook de mijlpalen in het leven van Radha Altman. De oudere protagoniste probeert te achterhalen welke macht haar levensweg heeft bestemd. Het religieuze aspect hiervan wordt in de roman benadrukt door een gesprek met de Hemelse Moeder. Het antwoord dat Radha op haar vragen van de Hemelse Moeder krijgt - tot wie zij zich enigszins wanhopig maar ook met ironie en scepsis richt - is eigenlijk heel verpletterend: ‘Je denkt toch niet dat dit korte aardse leven de laatste realiteit is (...) Dit is maar een intermezzo in de litteraire salon, waar mensen elkaar verhaaltjes vertellen en met hun conversatie onderhouden. De toon en de stijl worden bepaald door de gastvrouw en voor ieder mens op aarde geldt dat zij die gastvrouw is van wie afhangt wat er gebeurt en wat men haar vertelt. Zelfs dat Ik verstoppertje met je speel en je belet Mij te vinden en jou dat verwijt, zelfs dat laatste, Radha Altman, is jouw verantwoordelijkheid.’ | |
[pagina 49]
| |
Het geheim onder de zeespiegelOnder het verhaaloppervlak liggen gebeurtenissen die verwijzen naar de opmerkingen van de Hemelse Moeder en de Intro. Ik zal er enkele noemen. Op het eiland Kauai voelde Radha zich opgenomen in een kosmisch plan, waarin zij: ‘op een hoger niveau dan in dit leven, aan de mensheidsontwikkeling’ van haarzelf en anderen zou kunnen bijdragen. ‘Ik voelde een grote, totale veiligheid en zekerheid. Dit licht was wijsheid en liefde tegelijkertijd en ik was daar zelf onderdeel van.’ Het laatste beeld van hoofdstuk vijf is het verzonken cultuurcentrum Alexandrië: ‘De stad die nu Alexandrië wordt genoemd, vormt slechts wat moderne, armoedige, lelijke, stoffige uitlopers van het geheim onder de zeespiegel.’ Over dat wat geweest is kunnen wij slechts in de literatuur, in ‘de litteraire salon’ iets lezen. Ook de namen in de roman lijken mij in dit verband van grote betekenis. De eerste geliefde van Radha heet Lucia, de naam zegt het al, en zo wordt zij ook beschreven: alsof zij een ovaal licht om zich heen verspreidde. Een glans die in de loop van de relatie steeds meer gaat verdwijnen. De leeuwentemster vinden wij op de omslag van De litteraire salon. Zij is toegevoegd aan het ‘nachtcafé’ van Van Gogh. Uit de brieven van Van Gogh weten wij dat hij met dit beeld ‘iets... van de duistere macht van een kroeg...’Ga naar eind3. wilde duidelijk maken. Radha bevindt zich op het moment van de ontmoeting met de leeuwentemster in een dikke mist en ontwaakt door dit contact met het wild erotische uit haar lethargie. Er komt meer licht. De hoofdpersoon in De litteraire salon, Radha, is de vrouw die naar de zin van het leven vraagt. Radha, een vedisch woord, is het feminum dat uit de wortel radh wordt gevormd en heeft dan de betekenis van: lukken, slagen, (goed) uitvallen. De achternaam Altman (oude man) zou misschien een ironische verwijzing kunnen zijn naar het oudpotteuze huwelijk met Sidra (in het Aramees betekent dit Orde). Of verwijst de naam naar Atman, het boeddhistische woord voor het ‘hogere zelf’? De roman eindigt niet met een happy end maar toch heeft het boek voor mij een positieve boodschap die niet expliciet in de roman te vinden is. Niets of niemand krijgt in het levensverhaal van Radha de schuld toegewezen voor de mislukkingen in haar leven. De protagoniste erkent haar eigen verantwoordelijkheid en krijgt daardoor de kracht om verder te leven. | |
[pagina 50]
| |
De vraag naar de zin van het leven loopt via reflectie over de eigen levensgebeurtenissen en aan het einde van deze weg ligt de mogelijkheid om toegang te krijgen tot het ‘zonneland van Apollo’. Hiermee belanden wij bij de Exit. | |
Wie komt op Spitsbergen aan?In de Exit, is evenals in de Intro onduidelijk wie de verteller is. Een niet duidelijk benoemde ikpersoon beschrijft belevenissen die een beetje raar lijken totdat je hebt begrepen dat hier een droom wordt verteld. De droomster die zich op een zoektocht bevindt, moet moeilijke situaties doorstaan, voordat zij op reis gaat naar Spitsbergen. Daar vindt zij het ‘zonneland van Apollo’, het Paradijs. Omdat het een droombeeld is, kan men de Exit zien als een visioen van een toekomstig leven, als een beeld voor het leven na de dood. Maar ik ben niet tevreden met deze oplossing. Bij nadere beschouwing van de hele roman en de bewuste verbinding van vorm en inhoud, is er naar mijn mening nog een andere interpretatie mogelijk. Als men de Intro - zoals in de muziek - als inleiding op het hoofdthema beschouwt, dan is de Exit de finale. Dat zou betekenen dat de thematiek van de roman hier nog een keer wordt verwoord. Door deze gedachte en gedeeltelijk door deze te verbinden met het essayistische werk van de auteur, heb ik in de Exit op een ander niveau nogmaals een beeld gevonden van een geslaagd geestelijk ontwikkelingsproces. Naar mijn mening worden hier vijf belangrijke stadia getoond die het verloop en ten slotte het succes of de mislukking van een ontwikkelingsproces duidelijk mee kunnen bepalen. 1. Beeld - de vechtende politiemannen. Ik herken in dit beeld een vrouw, die zich in onze huidige maatschappij bewust wordt dat zij in een omgeving leeft die door macht en geweld van mannen wordt bepaald. Zij probeert zich echter op haar weg niet te laten beïnvloeden of te laten hinderen door deze ‘machtsspelen’ van mannen. 2. Beeld - het restaurant en de sleutel van het restauranthuis. De droomster was uit hoofde van haar beroep op weg naar het restaurant. Als je bovendien het restaurant ziet als een voor ieder toegankelijke openbare plaats, dan kun je het eenvoudigweg als een beeld van de beroepswereld beschouwen. Een tweede mogelijkheid is om het restaurant als een beeld voor sociale contacten op te vatten. | |
[pagina 51]
| |
Essentieel in dit beeld lijkt mij de passage waarin de droomster afrekent en dan merkt dat het huis zich op een wankele ondergrond bevindt en wegvaart. Met haar laatste krachten springt zij op de reddende, vaste oever en constateert dat zij de sleutel van het restaurant nog in haar hand heeft. Op het laatste moment gooit zij met grote moed en zelfopoffering de sleutel terug in de brievenbus van het wegvarende gebouw. Als je ervan uitgaat dat de sleutel een symbool is van macht, van zekerheid, van de wetten die in beide gebieden - beroep/sociaal leven - geldig zijn, dan is er moed voor nodig om afstand te doen van zo'n sleutel. In beide gebieden is het loslaten, de scheiding van schijnbare zekerheden, een moeilijk maar noodzakelijk proces op weg naar jezelf, naar het volwassen worden. 3. Beeld - het gezelschap van vrouwen. Door de scheiding van oude waarden is het voor de droomster mogelijk het gezelschap te vinden waarnaar zij steeds op zoek was. Het is een gezelschap van vrouwen - misschien een beeld voor het matriarchaat - waar zij wordt begrepen, waar andere waarden gelden. Hier gaat het niet om macht, maar om begrip en kennis. Ook dat lijkt mij een duidelijk beeld voor deze tijd te zijn. Ik kan mij er tenminste als vrouw goed in terugvinden. Nieuwe eigen waarden te ontdekken die het/mijn leven wat zinvoller maken, is nu voor mij vooral in een omgeving van vrouwen mogelijk. In ieder geval is een begripvolle omgeving noodzakelijk om toegang te krijgen tot alle gebieden en vooral tot het weten, de kennis die in alle mensen aanwezig is. Zie de Intro: de voorgeboortelijke herinneringen, het woordeloos weten. De droomster is het blijkbaar gelukt want zij wordt in het gezelschap van vrouwen gewezen op de aanwezigheid van een kind: haar zoon Tycho Michael. Zij wist blijkbaar niet van het bestaan van dit kind en heeft het verwaarloosd: het loopt naakt rond en heeft het koud. Voor mij is dit kind een beeld van het sluimerend weten in de droomster, een weten waartoe zij nu pas weer toegang krijgt. Omdat dit weten een bepaalde naam draagt, lijkt deze mij ook te duiden. Tycho komt van het Griekse woord ‘tyche’ hetgeen zoveel betekent als: ‘(...) wat de mensen treft, noodlot of het schikken in goede of slechte zin, geluk of ongeluk dus.’Ga naar eind4. De naam Michael verwijst volgens mij naar de antroposofie van Rudolf Steiner. Daar bestaat het dan kun je het eenvoudigweg als een beeld van de beroepswereld beschouwen. Een tweede mogelijkheid is om het restaurant als een beeld voor sociale contacten op te vatten. | |
[pagina 52]
| |
4. Beeld - de drie aaneengekoppelde auto's. Op dit tijdstip beweegt de droomster zich in drie aaneengekoppelde auto's. Zij zit in de middelste auto. In de eerste auto zit het kind Tycho Michael - het weer gevonden weten - en in de laatste auto die ook de rijrichting bepaalt, bevindt zich een etherische blonde vrouw. Ik moet bij deze vrouw meteen aan de leeuwentemster denken. In de roman staat deze figuur voor een uiteenzetting met de drifstructuur van de mensen. Het beeld van de drie auto's betekent volgens mij dat de droomster de verschillende aspecten van haar persoonlijkheid nog niet geïntegreerd heeft. Zij zijn nog van haar gescheiden. Om een leven te kunnen leiden waarin je zelf beslist is echter integratie van alle aspecten noodzakelijk en de weg daarheen zou, zoals Radha heeft aangetoond, de weg van reflectie kunnen zijn. 5. Beeld - de droomster is in een auto onderweg naar Spitsbergen. Voordat de droomster haar proces van reflectie kan afsluiten, ziet zij nog een vrouw die niet twee, maar drie ogen heeft. Wellicht een aanwijzing voor een verbinding met oosterse filosofie. In het hindoeïsme beschrijft men ‘het verwerven van een hoger bewustzijn als een tweede geboorte of het openen van een derde oog’.Ga naar eind5. Blijkbaar is voor de droomster de hindoeïstische weg naar bewustzijnsverruiming indrukwekkend, maar het beeld beangstigt haar. Nadat zij dat heeft ervaren bevindt zij zich in een auto, met het kind en de blonde vrouw, op weg naar Spitsbergen. Voor mij is dit het beeld van een geslaagd individuatieproces. Dat betekent echter niet dat daarmee alle gevaren zijn bezworen, want de reis voert de droomster vervolgens door een ongelooflijk koud gebied. Zij is zelfs bang dat het kleine kwetsbare kind - het jonge herwonnen weten - de reis misschien niet kan overleven. Maar dan bereikt zij toch het doel en belandt in het ‘zonneland van Apollo’. Het slotbeeld kan betekenen dat de droomster haar weten redt in een andere wereld. Je kunt het beeld echter ook zo opvatten dat wanneer je de juiste weg bewandelt je, ook hier en nu - misschien maar voor een moment - toegang krijgt tot een geestelijk landschap waarin je je omringd kunt voelen door ‘(...) groen, bloemen, vogels, vruchten, een overdaad van geluk’.
Op nauwelijks drie pagina's creëert de auteur nogmaals een beeld van een geestelijk ontwikkelingsproces. Dat fascineert mij. | |
[pagina 53]
| |
En wat de titel van mijn artikel betreft: ik wacht met spanning op nieuws uit Spitsbergen want voor mij is Andreas Burnier een auteur die mij werkelijk iets te zeggen heeft en die ik juist ook vanwege haar humor zeer graag lees. |
|