dichotomie vormt het uitgangspunt voor een diepere analyse van het vertellende ik.
Wie is deze ik-figuur? Wie is deze zij-figuur? Is zij een deel van ik? Is ik een kwetsbare vorm van zij? Sluiers die in elkaar overwaaien.
‘De vrouw die in dit huis woont is begonnen met het schrijven van een boek.’
Ik ben getuige van een bewustwording van het vertellende ik, niet alleen van zichzelf, maar ook van andere ikken die eveneens aanwezig blijken te zijn. Dit bewustwordingsproces voltrekt zich in en tijdens het schrijven, het schrijven van een dagboek.
Door de doorzichtigheid waarmee wordt verteld over personen en situaties, hoort het dagboek tot een van de terreinen waar de verschillende verlangens van de schrijfster elkaar het gemakkelijkst kunnen ontmoeten. Hier kan haar visie op de omringende wereld verenigd worden met die van de personages. Haar eigen visie zal het meest naar voren treden in het dagboek. Hier wordt haar grootste behoefte zichtbaar, namelijk iets van zichzelf achter te laten voor anderen, iets dat als teken kan gelden voor haar aanwezigheid in het leven en in de tijd.
In De glinsterende paraplu's wordt die taak van het dagboek als bewijsmateriaal voor het bestaan van een ik, versterkt door een ‘bondgenoot’: het portret. Het geschrevene en het portret hebben beide de functie de schrijfster bij te staan in haar strijd tegen de tijd en moeten haar van de dood redden.
‘En wanneer zij dood zou zijn en niet meer zou schrijven, zouden haar portretten tenminste nog blijven schrijven en het zou zijn alsof het leven dat zij schreef, door zou kunnen gaan met het omslaan van de bladzijden.’
De kunst blijft over als alles allang voorbij is. Het geschrevene als brug naar de eeuwigheid, als een instrument dat het leven bewaart en weerspiegelt. Het geschrevene als een soort spiegel die zijn beelden min of meer trouw moet weerkaatsen?
Volgens Umberto Eco is de spiegel een van de hulpmiddelen die gebruikt worden om het kijken te verbeteren. Zo kunnen we met