She etcetera
xandra schutte
het vrouwelijk schrijven en het postmodernisme
In juni organiseerde Stichting Perdu het programma She, etcetera. Met het programma wilde Perdu aandacht geven aan de relatie tussen het vrouwelijk schrijven en het postmodernisme. Dat is inderdaad nogal wat. Bovendien is zowel het vrouwelijk schrijven als het postmodernisme onderwerp van discussie. Beide begrippen zijn als stoelen, die onder de comfortabele zitting een wespennest verbergen. Voor het programma gingen we toch maar even zitten.
Aanvankelijk was de achterliggende vraag van She, etcetera: wat is er de oorzaak van dat er zo weinig vrouwelijke auteurs worden opgenomen in de postmoderne canon? Het zijn Borges, Beckett, Cortázar, Sollers, Robbe-Grillet, Nabokov, Calvino, Barth, Pynchon, Coover, Butor, Handke, Krol, Vogelaar, Bril & Van Weelden, etcetera en eventueel Susan Sontag die telkens opduiken.
Maar what about: Woolf, Stein, Duras, Wittig, Sarraute, Acker, Didion, Irigaray, Cixous, Lispector, Singer, Drabble, Duden, Paley, Van Marissing, Dorrestein, etcetera?
Is het toevallig dat bij de vorming van deze nieuwste literaire stroming vrouwen vrijwel ontbreken? Is het blikveld van de overwegend mannelijke literatuurwetenschappers en critici te eng of is er sprake van fundamentele verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke postmoderne schrijvers?
De laatste jaren groeit de stapel studies en artikelen, van voornamelijk vrouwelijke theoretici, waarin de spanning tussen het vrouwelijk denken/schrijven en het postmoderne denken/schrijven centraal