Lust en Gratie. Jaargang 7(1990)– [tijdschrift] Lust en Gratie– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] gedichten Rik Lausberg Parijs heeft burgeres de Lamballe op de valreep gebeden dat haar vriendin met haar beminden ontkomen kon 14 juli 1989 de wereld kijkt er wordt herdacht de revolutie als revue haar lange haar was afgeknipt voor de guillotine, liever had ze een beul die het zwaard hief zij zag al eerder hoofden opgespietst maar de keus was niet aan haar ze kreeg een blinddoek voor hoorde het tierende publiek ‘haar kop eraf’ de aanklacht onverstaanbaar betrof de buitenkant wie riep ze aan ik zou haar willen roepen maar ik kom niet op een naam [pagina 37] [p. 37] stad zo ken ik haar nog niet zij krijst als ik haar binnenga op het plein van het station overstemmen trams de kleurige muziek ik waad door een massa die zich aan ijs bezat lopend op blik - zoiets als eieren - op weg een vete bij te leggen stapvoets gaat mijn tram het centrum in, een termietenheuvel waar oorlog woedt met mieren die uit de buitenkwabben kruipend met hun auto's wat nog rest aan ordening ontwrichten richting broedkamers, waar ik een zieke koningin vermoed een eindeloze tijd tussen de haltes ik hang dampend in het gangpad mag de deur vast open? nee! oorverdovend janken de sirenes brandweerwagens versperren de trambaan er rollen slangen uit zijn die ingezet tegen invasie of heeft de stad een zonnesteek? bezweet bijna een uur te laat bel ik voor de afspraak aan word koel begroet het ijs smelt pas als ik vertel hoe ik het restaurant met slechte keuken bijna in vlammen op zag gaan [pagina 38] [p. 38] Malevich in het Stedelijk na het arcadische de steden dong je naar nieuwe vormen hielp een stijlbreuk verdringen dat je aan dingen hechtte verdingde mensen eerst geen gezicht later brozer dan een schaduw vervangen door vlakken uit het lood en kruisen schimmen hamer en sikkels de pijn van zien omlijst tegen de tijdstroom in een cirkelgang tentoongesteld bezoekers volgen pijlen van zaal tot zaal herademen aan het eind gezichten zocht je wedergeboorte in dat laatste zelfportret? [pagina 39] [p. 39] IJstijd in augustus men eist mijn aandacht op jij hebt je oostwaarts teruggetrokken mijn handen graven aarde zij heeft geen geur het mos is droog en los- gewaaid de kraaien heersen over weiden geen andere vogels zingen langs de wallekanten alles gemaaid erger nog weggespoten geen leven in de sloten leegte tussen de kale bollevelden achter de abdij een vierkant paars geteelde monnikskappen is dat een tegengif een valk waaiert zijn staart voor hij omlaag schiet rij ik terug naar huis Vorige Volgende