| |
| |
| |
afdaling naar de rozen van de familie
open brief aan mijn broer over het onderwerp familietrots
Judy Grahn
Dit aangrijpende prozagedicht van Judy Grahn werkt bezwerend. Met Inanna dalen wij af naar de onderwereld van de moderne tijd. In de open brief aan haar broer roept de auteur een familiereünie op, waarbij niemand gespaard blijft. De moeder doorboort de dochter met haar wil en ziet geen andere mogelijkheid dan de afdaling naar gekte, de vader daalt vloekend af naar alcohol, de broer naar het patroon van de vader. Maar niemand is alleen slecht en racistisch zoals de vader, of in alle gekte goed zoals de moeder. Hier wordt gesproken over wanhopige mensen die hun emoties hebben onderdrukt, die ‘de gewone wildheid van het leven’ hebben uitgebannen. Het gedicht is een krachtig pleidooi voor woede, hartstocht en het verboden vlees.
| |
| |
| |
1
Vorige Thanksgiving toen onze oude vader,
gewikkeld in de plaid die ik hem eens
om te vertellen wat hij ons naliet -
zei hij, ‘De reden dat de blanken superieur zijn,
is omdat blanken de enige menselijke wezen zijn’ -
Ik zag ieder van ons vallen
in de bitterheid van oude gewoonten
mijn vaders afdaling naar dronkenschap
de zweep die hij maakt van zijn tong
striemen in de huid van ons geheugen
de haak van verwaarlozing en behoefte waaraan wij hangen
waar niemand ons ooit vanaf haalt
Onze vader van de zachte snor
Onze vader van de bitterheid der immigranten
Onze vader van de houtsnijdende handen
Onze vader van de tranen toen het katje stierf
Onze vader van het bekende deuntjes fluiten
Onze vader van de steak en donut-voorziening
Onze vader van het goed vertelde verhaal
Onze vader van het omhelzende T-shirt
Onze vader van de moorddadige impuls
Onze ogen laten zijn gezicht nooit los,
onze glimlach vist naar zijn goedkeuring
Wanneer we een hulpeloos kind zien
zal onze woede opbloeien,
een stok geplant in het vuil van ervaring.
We worden furieus, rechter en jury,
onze armen gaan omhoog en vallen omlaag.
Zwepen scherpen onze tongen.
| |
| |
Dit is de erfenis van het blanke ras
die ik me lang na mijn dood zal herinneren:
dat het zijn kinderen slaat
dat het zichzelf afstompt met alcohol
een vloek lijden: passiviteit
dat het een geweer draagt
| |
2
Bij de familiereünie zie ik
hoe de kinderen - wij allen -
zoals geslagen kinderen doen
naar een signaal of teken.
De zoon van onze zuster het meest
niet in staat te spreken zonder dat
(nadat ze van huis ging haatte ze mannen
jarenlang, vertelde ze mij).
Zij bracht hem alleen groot.
Hij slaat haar gezicht gade
zoals jouw zoon het jouwe.
Onze moeder observeert het verstand
Zij valt steeds buiten de tijd.
Toen ik zes was trachtte ik als een wanhopige clown
Ik leerde tegen haar te praten
hele zinnen in één regel te zeggen
door aan haar sterrewand te rukken,
in haar tunnel te schreeuwen.
in haar tuin te worden geplant. O mijn broer,
zeg mij wat er op de planeet Venus leeft
dat belangrijker is dan onze kindertijd Aarde?
Net als ik, behandel jij haar soms
| |
| |
Niet in staat aan de spiegel van haar gezicht te ontkomen
is onze zuster ronduit wreed.
| |
3
Nou ja, je bent tenminste een blanke man
en daarom kun je een woordje meepraten
Ik mocht het woord niet zeggen
van mijn moeder, die zichzelf verbood
het te zeggen, kinderen mochten het niet zeggen,
het vaak zei, soms wel twintig keer per dag,
zeker vaker dan hij andere woorden sprak,
‘Dat heb je goed gedaan’,
mijn vader is een dronkaard en dus vrij
om te zeggen wat hij wil.
werd er in ons gezin veel over nikker gepraat
en dan werd er nog veel gepraat
Omdat ik nu probeer werkelijk te luisteren
ontdek ik soms de verborgen betekenis:
nikker is een zwarte haard van actie
die je niet zelf durft te ondernemen
nikker is de intense beweging
nikker is het moedige hart
met de lippen opeengeknepen
verboden je heupen te bewegen
verboden hardop te lachen
| |
| |
verboden plaatjes in de lucht te tekenen
verboden te schreeuwen, of veel te praten
op straat te zingen, te juichen,
dubbel te liggen van het lachen
verboden levendige taal te spreken
verboden op je hurken te gaan zitten
je ogen van angst te laten rollen
of het belachelijke te bespotten
verboden te weten hoe je iemand
van hier tot gunter verrot kunt schelden
nikker is het bewegende hart
| |
4
Jij vertelt verhalen, mijn broer,
over zwarte mensen bij jou in de stad, hoe
‘De nikkers je gewoon lastigvallen wanneer ze
daar zin in hebben’, zeg je. Toch weet ik zeker
dat ze dat bij jou nooit deden.
Hij die jou altijd lastigviel
‘Hij gooide je broer een paar keer tegen de muur’,
‘Als je iets verkeerds zei aan tafel:
knal - op je bek,’ je deed het me eens voor,
de felle slag met de rug van de hand
van vaderlijk terrorisme.
roze mondje op kinderfoto's
nu zeg je dat je ‘bang bent voor nikkers’.
Ergens geloof ik je niet.
O, ik weet dat jij je gevoelens hebt
| |
| |
Tekeningen: Arda Risselada
| |
| |
maar ik geloof dat het een heel wit iemand is
de doorn in je tong heeft gestoken.
Ik weet nog dat je me vertelde toen we door de stad reden
hoe goed je de binnenkant van de gevangenis kent,
je bent er zelf drie of vier keer geweest.
‘Hoe kan dat nou’, vroeg ik,
‘je bent maar drie of vier keer bij hen geweest
‘En iedere keer’, zei je, ‘wil Pa dat ik
met hem drink en dan drink ik teveel
en als ik hem naar huis rijd
word ik aangehouden, omdat ik dronken achter het stuur zit.’
Goed, je leeft tenminste, maar
Jij was drieënvijftig jaar oud, mijn broer,
toen je me dit vertelde - en je vader vijfentachtig.
Aan jou werd het bordje ‘zondebok van de familie’ vastgehaakt.
Hoewel ik lesbisch was, het ‘zwarte schaap’, zoals jij het noemt.
Lees: zoiets als een nikker.
Jij was degene die moedig en sterk genoeg was
om stoere vent en dronkaard te spelen, degene
zodat de vrouwen schoon en geduldig
verdraagzame rechtschapen witte bloemen
die geen verkeerde woorden zouden spreken,
gewoon te stom om de machinaties van
de mannenwereld te begrijpen.
Jij werd het meest geslagen, gestraft, gebrandmerkt,
overgeleverd aan de politie om je
Geen wonder dat iedere vorm van haat
die probeert door de tralies van dove oren heen te breken.
Onze moeder is een witte roos
leeggebloed tot een geest.
Als ik zeg dat ze een geest is
| |
| |
| |
| |
bedoel ik dat ze meestal op Venus leeft,
dat ze daar lang geleden heen vluchtte -
Onze moeder heeft dove oren
voor wat ze niet wil horen
Als ik bij mijn moeder binnenga, zie ik dat haar kern
een zwarte haard van gekte is
zwart als de iris van haar oog.
Zwart als het gedroogde bloed in de hoek
van een kindermond, jouw bloemknop mond
mijn broer. Zwart als het bloed
dat mijn kinderkussen doorweekte
van uur tot bloedig uur als mijn
lichaam jankte om aandacht
Onze moeder is een witte roos
leeggebloed tot een geest.
| |
5
De vrouwen in onze familie worden beschouwd
als stom. Twee dagen luisteren naar mannen
die nikkermoppen tappen en schietverhalen vertellen,
of Indianenmoppen, potenverhalen en hoerenverhalen
maakt mij ook stom. Ik vertel niet dat ik nu
lesgeef. Je zegt dat jij Pa's ‘snelheid’ erfde
en je zegt ‘jij niet’ - Ik ben meer als Ma.
Omdat Ma zich, vooral tijdens bijeenkomsten,
in stille doofheid terugtrekt
(ze spreken niet tegen mensen op Venus)
ik vat het niet op als een compliment.
Niet in staat aan de spiegel te ontkomen
De afdaling van mijn moeder naar gekte
het blauwe waas in de iris van haar ogen
de bleekheid van haar gezicht, nevel van de dood
over haar emoties, de verlamming.
Haar weigering me te beschermen
| |
| |
| |
| |
haar afwezigheid, de afwezigheid van haar uitdrukking
haar afwezigheid in haar wezen
mijn angst voor de bodemloos diepe
mijn moeder ontkent haar eigen wildheid, zoals wij
haar gruwelijkheid, haar verwaarlozing
haar wraakzuchtige straf ontkennen
ons collectieve geloof in haar onschuld.
De doorn van haar absolute wil
wanneer ik haar kern onbewaakt
binnenkom. Zoals zij hem stuurde -
een stier om voor haar te brullen.
Zij stuurde mijn vader om in haar plaats
de kwelling uit te voeren.
Zij stuurde hem, zij zond mijn vader
om de kwelling in haar plaats uit te voeren.
Zij, mijn moeder, stuurde hem
(in haar afdaling naar afwezigheid)
om de kwelling uit te voeren
En hij legde zijn handen op mij maar ik vreesde niet
hij legde mij zijn boze gedachten op maar ik vreesde niet
en natuurlijk vreesde ik wel
maar ik voelde de vrees niet.
Ik voelde helemaal niets.
Dit is de erfenis van de witte roos
die ik me lang na mijn dood zal herinneren:
dat de geslagen kinderen hun kinderen slaan
dat alcohol ‘geestkracht’ wordt genoemd
dat de vrouwen hun passiviteit aan hun
| |
6
nikker is een sterk gevoel
nikker is een zwarte haard van woede
| |
| |
die je niet openlijk durft te tonen
nikker is de verboden hartstocht
nikker is het elektrische middelpunt
verboden begint met het hart gesloten
en met dichtgeknepen keel
verboden begint met platte verstilde buik
verboden te spugen en je kwade mening
verboden te rollen, een groot hart te hebben
verboden meer te doen dan stijf te staan
begrijpend ergens voor stáán,
je gezicht naar de lachende hemel te wenden
op straat te snikken of te snotteren
jammerend op de lieve wrede aarde te liggen
verboden het vlees te strelen, zelfs
verboden de gewone wildheid van het leven
onderdrukking begint met afgesloten heupen
Nikker is de opgeslagen schat
met natfluwelen zwarte hart
roos, jou ontnomen vanaf het begin.
Onder de duim van verboden
Ik weet nog dat mijn vader gokte,
zijn weidse gebaren, zijn grote rode neus.
| |
| |
het MOET lukken! het MOET lukken!
het MOET lukken! wanneer hij de kaarten neersmeet
ik herinner me hem als een clown.
Onze vader met de welkom-grijns.
Onze vader met de fantastische hoop.
Onze vader in elkaar gezakt in de deuropening.
Ik herinner me zijn asgrauwe gezicht
als hij niets mee naar huis bracht
niet eens een stomme teddybeer,
wanneer hij zichzelf verloor in het dobbelspel
van zijn eigen beslissingen.
Ik weet nog hoe mijn vader lachte
en met zijn handen tekeningen maakte
en huilde; en jij vertelt me dat hij
en meer dan eens naar de gevangenis
ja dàt is hij tenminste, tenminste
heeft onze vader hartstocht -
of iets dat daarop lijkt. Zijn verstand komt terug
als hij nuchter is. Hij is er tenminste.
Ik herinner me niet dat ik mijn moeder zag huilen
of gokken, zingen, razen en tieren.
Ik weet nog, hoe haar lippen opeen
en haar handen als bankschroeven geklemd
om de leuningen van haar als een gek schommelende
| |
7
Mijn eigen afdaling naar moedeloosheid
het blauwe waas in mijn moeders ogen
de bodemloze mist van moedeloosheid
| |
| |
mijn afdaling naar de wond ervan.
Mijn eigen afdaling in de blauwe nevel
van mijn moeders starende blik
de afwezigheid van haar aanwezigheid
haar afwezigheid die ik vulde
mijn afdaling in de doffe putten
ik viel eindeloos door het duister
de innerlijke wolk van mijn moeders eigen gekte
Niemand heeft mij ooit beroofd
en velen, ja velen hebben mij beroofd,
maar nooit ben ik beroofd
mijn eigen terugkerende verlamming
de macht van de blauwe mist
het gevoel te sterven, de onverschilligheid
de weken, de jaren gleden uit zichzelf
weg van het blauwe, wazige schild dat zich
afwezig van mijzelf, mijn doofheid,
slechts opgeheven door een sprankje gemeenheid
de gemeenheid van mijn vader
de zweep van zijn stem in de mijne
die door de verschrikkelijke stilte snijdt
waarmee ik zelf naar Venus afdaal
en die de leegte aan flarden scheurt
tot ik uiteindelijk een beetje ga bloeden,
Ter bescherming mijn broer
zeg je me een geweer te nemen -
| |
| |
wij zijn een familie met vele geweren -
en het is waar, ik ben boos.
Maar wie wil je dat ik neerschiet, onze oude vader?
Mijn moeder omdat ze weigerde ons te beschermen
of werkelijk voor ons te zorgen?
moet ik haar gekte met een schot versplinteren?
voortdurend verborgen en oorzaak van strijd?
Wiens dood kan me bevrijden van
mijn eigen angstige stilte?
Wie kan ik neerschieten zodat mijn kindertijd terugkeert?
Ik ben bang voor geweld jegens mijn persoon.
Ik ben nog banger om gek te worden, om me te voelen wegtrekken.
Ik ben het meest bang voor een levenslange kwelling.
Ik ben volslagen bang voor mijn eigen passiviteit.
Wie, behalve mijzelf, kan ik neerschieten om iets
van dit alles op te heffen?
| |
8
Wat gebeurt er wanneer de vrouwen afstand doen van hun krachten,
en de rode roos laten gaan
slechts ten gunste van de witte.
Wat gebeurt er wanneer de vrouwen de rode roos
van hartstocht laten gaan, en soldaat worden
in de linie van dunne lippen die afkeuren, zwijgen,
heupen zo stil alsof de ijzeren kuisheidsgordel
Alsof de tijd van vuur iedereen
in Europa met een beetje bloed in haar aderen wegnam,
de overblijvenden met de as liet zitten,
de as van wat we ooit waren.
Wat gebeurt er wanneer vrouwen
proberen te regeren door geregeerd te worden
Eigenlijk is ze slechts een complete vrouw
in de vette aarde is geplant.
Onze vader is niet slecht
| |
| |
Eigenlijk is hij tamelijk menselijk
zonder de drang te slaan en te ruziën.
Als je de klappen, de arrogantie en de alcohol weglaat
zou onschuld te voorschijn komen
zoiets als een verborgen nikker.
Dit is de erfenis van de witte roos
die ik me lang na mijn dood zal herinneren:
dat ze vuil onder de nagels verbergt
dat ze nagelvuil ‘nikker’ noemt
dat ze denkt rozen te kunnen kweken zonder
Dat brengt me op de vrouwen.
Zie je die drie vrouwtjes op de foto -
zijn we niet rustig? zijn we niet aardig?
niks nikker op het plaatje,
tenzij je let op mijn pottenkleding
of het vreemde zwarte en zilveren licht
achter de ogen van onze moeder
(de schaduw van de planeet Venus).
Of de woede van mijn zuster,
ze weigert edelmoedig te zijn
in het aangezicht van verwaarlozing.
Mijn moeder is een witte roos
leeggebloed tot een geest,
en achter de spookachtige nevel,
een visioen, achter de doofheid
klinken woorden van een andere planeet, eeuw, een ander ritme,
achter de gekte, pracht van de kosmos,
en een veelheid van levens als veelkleurige bladeren,
| |
9
Men waarschuwde onze moeder, zei mijn zuster,
voor een huwelijk met hem,
‘iedereen zei het’. Hij was een gokker - een zuiplap,
een niksnut - iedereen wist het.
| |
| |
Op oude foto's staan onze ouders als een ruw en onverschrokken
stel, zeker van zichzelf en hun superioriteit.
Mijn moeder geloofde dat ze zijn
monster kon temmen - ongelooflijke arrogantie.
Mijn moeder geloofde, dat ze haar
en hij stemde er hoffelijk mee in
het in haar plaats te doen.
Onze vader zonder geloof.
O mijn broer, ik wil niet dat jij degene bent
die gewelddadig in mijn plaats is
O mijn broer, ik kan het zelf
als er geweld moet zijn, ik kan gewelddadig zijn
of verkiezen het niet te zijn.
nikker is een zwarte haard van schepping
die je niet rechtstreeks durft
een moedige stem in je middenoor
nikker is de verboden materie
die diep in de aarde kookt
in de vleesetende roos, een glorieuze tuin
van het onbekende en onkenbare
het gevoel van ‘wie-weet-wat-er-nu-gaat-gebeuren’
nikker is het onverklaarde
het onvoorspelbare, de plotselinge
overgave aan iets en alles is mogelijk,
de slangenogen gaan rollen
nikker is een handvol kaarten in het steegje
de zachte doordringende lyriek
in het huilen van een trombone
het sterke verlangen in je hart op
| |
| |
zaterdagmiddag dat je de hele stad door volgt,
totdat je een beeldschone Venus ontmoet en
het ene moment verliefd op haar wordt,
het andere moment laat ze jou
nikker is een clownsgeest
of plagen die over continenten razen en snoeien,
snoeien, ons allen snoeien
een visioen dat het doel van je leven beheerst
in de vorm van een zwart gat dat zich voor je opent
nikker is mijn eigen vrees
nikker is alles wat we niet hebben
steeds wanneer we denken dat we alles
Onder de verbiedende/verboden ziel van Amerika
Mijn eigen afdaling naar beneden
om mijn geweld op te sporen
een blanke vrouw die haar diepten doorvorst
wanhopig zoekt naar haar verderflijkheden
Gewenst: dat al mijn eigen gewelddadigheden
dat al mijn eigen gruweldaden
zich als stront voor mijn
een hoop rozen in alle soorten.
Misschien zal ik sommige haten
maar ze zullen tenminste hier bij mij zijn,
ja dat zal ik dan tenminste hebben.
Ik wil niet dat mijn gruwelen zonder mij
gehuld in lompen, wonden en gekte
over de lichamen van mannen en vrouwen
met een lichte en donkere huid
wankelend door de straten van Berkeley
en de Upper West Side van Manhattan
| |
| |
en over de brede boulevards van de hoofdstad,
om de weegschaal van de zondelozen
met kwaad in evenwicht te brengen:
de aardige beleefde absoluut ‘kankervrije’
beleefde tarwe-sandwiches
met niet al te veel calorieën
en niet te veel insekticide
en een roos in een neutrale kleur - eentje maar -
de afdaling van onze familie
de wanhoop van onze ontkenning, ons zonder rozen zijn
het geheim van vuil en wat daaruit groeit
de haak van behoeften waaraan we hangen...
Vertaling: Eugénie Adney
Tekeningen: Arda Risselada
‘Afdaling naar de rozen van de familie’ is de vertaling van ‘Descent to the Roses of the Family’. Uit: Judy Grahn, The Queen of Swords. Beacon Press, Boston 1987.
|
|