kon je het bloed onder de nagels vandaan halen. Maar ze dróég ons ook, zoals ze tijdens een optreden voor ons kon staan springen en dansen om ‘haar stralen naar ieder van ons uit te zenden, als een stralenbundel’, zoals ze het ons eens tijdens een repetitie inpeperde. Bij het vorige optreden waren de inzetten weer zo ongelijk geweest; als we dan niet konden tellen, moesten we wel naar haar kíjken, in plaats van ons aan de bladmuziek vast te klampen. Het zweet spatte er van af.
Eva leerde ons durven improviseren. Ze pushte ons, ze dwong ons om er te staan, in het diepe te springen en ieder om haar eigen, authentieke geluid te laten horen. Ze leerde ons af Charlie Parkertje te spelen, omdat je niet kunt spelen als iemand anders, en probeerde de solo's op een hoger plan te brengen door ons inzicht te geven in de melodieuze, harmonische structuur van de nummers.
We speelden haar eigen nummers met kleurrijke titels, als (Hazelnoot en Malaga met) slagroom, Thit for It en Potverdepotver (lied van de ongeremde geilheid). De Mars van de Antifascisten werd omgedoopt in Waar ik voor leef, de titel van het gedicht dat Eva's moeder Dieuwke Eringa op de muziek had geschreven. En nummers uit de jazz- en rhythm & bluestraditie die we speelden, waren door Eva voor de Ladies op maat gearrangeerd, waaraan ze iets eigens, onverwachts toevoegde. En zoals bij elk creatief proces ontstonden er liefdes en tegenovergestelde intense gevoelens. En alle gevoelens kwamen mooi van pas als je een solo moest spelen. Langzaam begon er iets te dagen van de erotiek van het optreden.
Elders in dit nummer zegt Tan Crone dat je van een goede leraar pas later merkt wat je eraan hebt gehad. Toen ik in Berlijn in de bigband van vrouwenmuziekcentrum Lärm und Lust speelde, besefte ik pas dat Eva niet alleen een bigband van de grond had gekregen. Belangrijker was dat ze beschetenheid uit ons joeg. In de Berlijnse bigband mochten twee muzikantes een solo spelen, die door de dirigente waren uitgeschreven, van improviseren was al helemaal geen sprake. Ik merkte hoe belangrijk improviseren is: het brengt levendigheid in de band: de spanning en het plezier dat er iets mis kan gaan, durven genieten van het risico. Ik heb verwoede pogingen ondernomen om ze tot improviseren te brengen en hoorde daarbij Eva's woorden uit mijn mond komen. Ik merkte ook de kwaliteit van Eva om zo'n zootje ongeregeld een orkest te laten zijn dat meer kan dan alleen maar standards spelen.
Tot slot een citaat uit de toespraak die Eva hield bij het Daverend