Lust en Gratie. Jaargang 6
(1989)– [tijdschrift] Lust en Gratie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 8]
| |||||||||
tegenstelling in eenheid
| |||||||||
[pagina 9]
| |||||||||
Een bijzonder boeiend motief dat ik inmiddels in het werk van verschillende schrijfsters ben tegengekomen, is het motief van de tegenstelling in de eenheid. Dat wil zeggen dat er twee polen bestaan die elkaar magnetisch aantrekken en afstoten, die samen een eenheid vormen, waarbij de beide polen afzonderlijk blijven bestaan. De tegengestelde aspecten veroorzaken een strijd, een innerlijk gevecht in de schrijfster of een personage, omdat ze in eerste instantie niet in overeenstemming met elkaar te brengen zijn. Als na een lang gevecht de tegenstrijdige elementen beide geaccepteerd worden, zonder dat het een opgegeven hoeft te worden ten behoeve van het andere, kan er een moment lang een synthese ontstaan, waarbij de twee aspecten in elkaar vervloeien. Maar over het algemeen blijven ze naast elkaar bestaan. De tegenstelling blijft, maar vormt een eenheid. In de inmiddels internationaal beroemd geworden dagboeken (1941-1943) van Etty Hillesum is er voortdurend sprake van deze innerlijke strijd.Ga naar eind1. Hillesums erotische behoeftes en haar mystieke ontwikkeling zijn in eerste instantie met elkaar in tegenspraak; ook vindt er voortdurend een botsing plaats tussen haar vrouw-zijn en haar behoefte aan onafhankelijkheid. Het gevecht van Etty Hillesum met deze tegenstellingen is iets dat mij in haar dagboeken intrigeert. Om in haar eigen woorden te spreken: ‘Maar de enige goede eenheid is die, die alle tegendelen, en irrationele momenten in zich besloten houdt, anders is het weer een krampachtigheid en een vastgelegdheid, die het leven geweld aandoet.Ga naar eind2. Ik zal in dit artikel eerst ingaan op de tegenstelling tussen erotiek en mystiek, daarna op de tegenstelling vrouw-zijn en onafhankelijkheid. | |||||||||
Erotiek en mystiekHet woord erotiek is een op vele manieren gebruikt en misbruikt woord. Ik zou de term willen reserveren voor de betekenis die Karin Spaink er in haar boek De Venus van Milo in de betonmolen, een poging tot definiëring van het begrip erotiek, en in een artikel in OpzijGa naar eind3. aan geeft: ‘Erotiek is de zintuigelijke versie van lust: indrukken - geuren, beelden of flitsen daarvan - die als evenzovele ingrediënten worden gebruikt om een eigen fantasie op te bouwen. Erotiek is zelf scheppen (...) (Erotiek is het) naar eigen believen afmaken en invullen van een beeld. (...) Lust is het streven naar voldoening, een diepe | |||||||||
[pagina 10]
| |||||||||
drang en voldaan zijn over je zelf en je verhouding met de buitenwereld. Lust is datgene wat iemand ondergaat wanneer hij of zij zichzelf waarmaakt. (...) Erotiek is de zinnelijke versie van lust, van zelf een zinnelijke beleving scheppen die aan jouw fantasie tegemoet komt.’ Bij erotiek zit dus een element van spanning, van uitstellen en van eigen invullen, eigen creativiteit. Etty Hillesum heeft haar erotische behoeftes nooit onderdrukt, maar zij heeft geëxperimenteerd en gedaan waar zij zin in had zonder zich iets aan te trekken van de moralistische opvattingen van haar tijd. Haar emoties gaan van het ene uiterste in het andere. Naast extatische momenten kent zij diepe depressies en heeft zij last van allerlei lichamelijke kwalen. In 1941 ontmoet zij de psychochiroloog Julius SpierGa naar eind4. en raakt sterk onder de indruk van zijn persoonlijkheid. Zij besluit bij hem in therapie te gaan. Hij leert haar haar emoties en ervaringen te analyseren om ze zodoende onder controle te krijgen. Zij begint haar dagboekGa naar eind5. om al schrijvende over zichzelf na te denken. Spier oefent een enorme aantrekkingskracht op haar uit en tijdens de eerste, lichamelijke worsteling, die een onderdeel van de therapie vormt, ondergaat zij zijn lichamelijke bekoring en geeft zij zich even over aan haar zinnelijkheid. Spier blijft uiterst zakelijk. Maar bij de tweede therapiesessie is het totaal anders: ‘Toen werd ook hij erotisch. En toen hij op een gegeven moment boven op mij lag te kreunen, eventjes maar, en de oudste stuiptrekkingen ter wereld maakte, toen kwamen er oergemene gedachten in me opstijgen, zoals vergiftige dampen uit een moeras, zoiets van: leuke manier van patiënten behandelen heb jij, zo heb je er zelf ook nog plezier van en je wordt er nog voor betaald op de koop toe, al is dat ook niet veel. (...) Maar dat gevoel van weerzin zakte in de diepte en na afloop was er een vertrouwelijkheid tussen ons en een persoonlijk contact, zoals daarna nooit meer.’Ga naar eind6. Vervolgens ontstaat een gecompliceerd spel van aantrekken en afstoten. Etty wil zich overgeven aan haar erotische gevoelens voor Spier, zij wil hem bezitten, zij wil de ‘demonische kronkel in zijn onderlip’ voor zichzelf hebben, maar vaak levert hun lichamelijk contact ook eenzaamheid en weerzin op en wil zij los van hem komen. Zij wil niet afhankelijk van hem zijn. ‘De vorige Zondag (...) had ik het wanhopige gevoel, dat ik aan hem vastgebonden zat en dat er daardoor een doodongelukkige tijd voor me zou aanbreken. Maar ik heb me losgerukt, ik begrijp alleen niet hoe. Niet door erover te redeneren met mezelf. Maar ik heb gerukt met alle psychische | |||||||||
[pagina 11]
| |||||||||
Etty Hillesum
| |||||||||
[pagina 12]
| |||||||||
krachten aan een denkbeeldig touw, ik ben tekeer gegaan en heb me geweerd en opeens voelde ik, dat ik weer vrij was.’Ga naar eind7. Langzaam maar zeker wordt zij emotioneel ook steeds minder afhankelijk van hem. Spier is erg belangrijk in haar bewustwordingsproces omdat hij haar leert om te gaan met haar tegenstrijdige emoties en omdat zij door zijn ideeën leert om zichzelf en de dingen te beschouwen en een levensvisie te ontwikkelen. Haar depressies leert zij steeds meer in toom te houden en zij komt er steeds sneller en gesterkt uit. Haar vroegere extatische gevoelens kan zij meer gaan transcenderen in een mystieke richting, waarin zij zich één gaat voelen met het Al.
Ik zal eerst dieper ingaan op het begrip mystiek. Het woord mystiek stamt van het Griekse woord mysterion. Dit betekent geheim. De mentaliteit van de mystici zou je als volgt kunnen omschrijven: zij ervaren het ‘goddelijke’, het meer dan alledaags-menselijke, als een verborgen kern in zichzelf. In plaats van pluralisten of dualisten zijn zij monisten. De wereld doet zich wel als een ongehoorde veelheid van verschijnselen en als een spanningsveld van tegendelen aan ons bewustzijn voor, maar het verlichte bewustzijn weet dat de vele dingen, en wat de mensheid betreft de conflicten en het lijden, slechts manifestaties zijn van het Absolute, het Ene, waaruit alles is voortgekomen en waarin het kan terugkeren.Ga naar eind8. De mystieke verschijningsvormen zijn door de eeuwen heen verschillend en daarom is het van belang om mystieke uitdrukkingen te bekijken in hun historische context. Daar kan ik nu niet verder op ingaan. Er zijn echter een paar elementen die steeds weer voorkomen:
Dr J.M. Willeumier-Schalij geeft in haar boek Magie en mystiekGa naar eind9. een aardige inleiding in de mystiek. Ze geeft een korte schets van de historische ontwikkeling en van mystiek in verschillende culturen. Ze behandelt de verschijningsvormen van mystiek in de kunst, vooral in de literatuur. Er zijn verschillende soorten mystici die ook weer op verschillende manieren zijn in te delen. Willeumier onderscheidt drie | |||||||||
[pagina 13]
| |||||||||
The Witness (1988), Moniek van der Kroef
| |||||||||
[pagina 14]
| |||||||||
groepen mystici. Het is goed mogelijk dat mystici in de verschillende perioden van hun leven tot verschillende groepen behoren. a. Natuurmystiek-eenheidsmystiek. Deze mysticus/ca heeft het gevoel zelf deel uit te maken van de natuur, niet als een kortstondige beleving, zoals velen van ons die kennen, maar als een duurzame beleving. Er vindt ook een zekere mate van bewustzijnsverruiming plaats en een identificatie met het hem omringende. Franciscus van Assisië is hiervan de grootste vertegenwoordiger. b. Gevoelsmystiek, ook wel bruidsmystiek genoemd. Deze mystici hebben het gevoel ooit één te kunnen worden met het goddelijke of het Al, of meer filosofisch gezien, met het wezen van het Zijn. De mysticus wordt doorgloeid van een allesomvattende liefde, die de rest van zijn/haar leven bepaalt. Zij/hij heeft een leven van zelfverloochening en naastenliefde en probeert te streven naar een nieuwe Unio Mystica, een eenwording met het goddelijke, het Al. Maar die mogelijkheid hangt in laatste instantie af van de genade. Ruusbroec, Catharina van Sienna en Hadewijch zijn belangrijke vertegenwoordigers. c. Contemplatieve mystiek. Deze mystiek is dieptemystiek. Door contemplatie, door zelfanalyse dringt deze mystica door in het gebied van het onbewuste, tot zij daar een bewustzijn vindt dat het Zijn ervaart. Door de Unio Mystica, de eenwording met het Al, het Zijn, het goddelijke ontstaat een grote liefde, die omgezet wordt in een grote daadkracht, die aangewend wordt tot heil van de medemens. De consequente zelfanalyse, die een herinterpretatie van de wereld en de dagelijkse dingen oplevert, vraagt een enorme ziele- en geestesstrijd, een strijd met zichzelf. Contemplatieve mystici zijn vaak hoog ontwikkelde persoonlijkheden, die de grenzen van egocentrische afgeslotenheid weten te transcenderen in een houding van open-zijn voor de medemens. Het introverte van de contemplatieve mystica, dat nodig is voor de consequente zelfanalyse, verandert in een open en behulpzame houding ten opzichte van anderen. Etty's mystieke ontwikkeling gaat in de richting van de contemplatieve mystiek. De eerste tijd is Etty nog vooral in die geestesstrijd gewikkeld en probeert zij ‘klaarheid’ in zichzelf te bewerkstelligen. Zij kan daardoor ook heel genuanceerd over de dingen denken. Een Duitse soldaat bijvoorbeeld zal zij niet zonder meer als de vijand afdoen. Zij bedenkt dat hij misschien toevallig een individu is dat gevangen zit in een afschrikwekkend systeem, waarin hij zelf geen uitweg ziet. Terwijl een ander die toevallig aan de goede kant zit met | |||||||||
[pagina 15]
| |||||||||
Gemengde technieken (1987), Moniek van der Kroef
| |||||||||
[pagina 16]
| |||||||||
zijn haat tegen de Duitsers in andere omstandigheden een kampbeul had kunnen zijn. Haat vindt zij overigens een onproduktief gevoel. ‘(...) het is het enige en het enige, (...) ik zie geen andere weg, dat ieder van ons inkeert in zichzelf en in zichzelf uitroeit en vernietigt al datgene, waarvoor hij meent anderen te moeten vernietigen. En laten we ervan doordrongen zijn, dat ieder atoompje haat, dat wij aan deze wereld toevoegen, haar onherbergzamer maakt dan ze al is.’Ga naar eind10. In Etty's mystiek ontwikkelt zich mijns inziens ook een soort hunkeren naar lijden. Een behoefte aan soberheid en pijn waarmee zij reinheid en vrijheid in zichzelf kan bewerkstelligen. Het is geen masochistische behoefte om te lijden, maar een soort katharsis, waardoor zij los kan komen van het aardse en een innerlijke vrijheid kan verwerven, waardoor zij in zichzelf een innerlijke rust en blijdschap vindt, die zij overal met zich meedraagt. Zij transcendeert het lijden ook naar een katharsis voor haar hele volk. Niet in het leven van het moment, maar meer als een zuivering van een collectieve ziel, waar de hele mensheid door verbeterd wordt. Zij kan zich niet voorstellen dat het lijden van de joden voor niets zou zijn. Zij hoopt dat het zal leiden tot een horizonverruiming, tot een grotere menselijkheid.Ga naar eind11. Door haar innerlijke rust en bevrijding kan zij vrijwillig naar Westerbork gaan in dienst van de Joodse Raad bij de afdeling ‘Sociale verzorging doortrekkenden’. In dat concentratiekamp kan zij de mensen in hun nood bijstaan en proberen hun lijden te verzachten door iets over te dragen van haar eigen innerlijke bevrijding. Zelf kan zij in Westerbork leven zonder geknakt te worden door de verschrikkingen. Ook daar draagt zij haar vrijheid in zich mee, waardoor zij niet geraakt kan worden door de Duitsers. Zelfs in Westerbork kan zij genieten van een geel lupinenveld en van gesprekken met goede vrienden en kan zij het leven zelfs daar mooi en zinrijk blijven vinden. Dit werd door velen niet begrepen. Zowel in Hillesums tijd als nu niet, zoals blijkt uit de vaak felle reacties op de dagboeken.Ga naar eind12. Velen zien er een zich lijdzaam laten afvoeren naar de slachtbank in. Terwijl anderen Etty juist bewonderen om haar levenswijze en er zelf kracht uit putten. Ik denk dat de eerste groep het nooit zal kunnen begrijpen. Etty wilde niet dat zij vrijgesteld zou worden van dit ‘Massenschicksal’ terwijl anderen, die geen kennissen op invloedrijke plaatsen hadden, zich eraan zouden moeten onderwerpen. Etty dacht niet alleen aan zichzelf. Zij wilde anderen ondersteunen en helpen.Ga naar eind13. De ontwikkeling die ik hier heb geschetst, heeft zich natuurlijk | |||||||||
[pagina 17]
| |||||||||
niet in een recht opgaande lijn voltrokken. Etty heeft herhaaldelijk met zichzelf moeten vechten tegen angsten, depressies en lichamelijke kwalen. Maar door contemplatie lukte het haar iedere keer weer sneller om zichzelf boven haar depressies uit te tillen en een steeds sterkere mystieke ontwikkeling door te maken, waardoor zij steeds losser kwam van het aardse en zich meer één ging voelen met de kosmos. In haar vergeestelijkingsproces, zoals zij zelf haar mystieke ontwikkeling noemde, probeerde zij in eerste instantie ook los te komen van haar zinnelijke behoeftes, omdat zij erotiek en vergeestelijking niet met elkaar in overeenstemming kon brengen. ‘Het is moeilijk om met God en met je onderlichaam op gelijkelijk goeie voet te staan.’Ga naar eind14. Maar haar erotische behoeftes laten zich niet onderdrukken. Zij ontdekt dat haar erotiekbeleving tot gelukzaligheid leidt als er een geestelijke en een lichamelijke overeenstemming met iemand anders is. Als die overeenstemming er niet is, voelt zij een grote eenzaamheid en teleurstelling. Als er sprake is van een ‘seelische Nähe’ staat zij open voor haar gevoelens en overkomt haar een kosmisch geluksgevoel: ‘Toen ik gisterenavond van S. naar huis fietste, toen heb ik al m'n tederheid, al de tederheid, die men aan een mens, ook al heeft men hem nog zo lief, niet tot uitdrukking brengen kan, gelegd in de grote, wijde voorjaarsnacht, die van alle kanten om me heen was. Ik ben stilgestaan op dat bruggetje en heb gekeken ver over het water, ben versmolten met het landschap en heb al m'n tederheid in die nacht neergelegd en gegeven aan de hemel met z'n sterren en aan het water en aan het bruggetje. En dat was m'n beste moment van de dag. En ik voelde, dat dat de enige manier was, om al dat vele en zware en tedere gevoel, dat men voor een ander in zich heeft, te verwezenlijken: het neer te leggen in de natuur, het uit te laten stromen onder een vrije, nachtelijke voorjaarshemel en weten dat er geen andere uitweg voor is.’Ga naar eind15. Etty heeft geleerd haar erotische behoeftes en haar vergeestelijkingsproces beide te accepteren en zo de tegenstrijdigheden in de eenheid te laten bestaan. De voorwaarde is wel dat er voor haar een ‘seelische Nähe’, een eenheid van lichaam en geest, moet bestaan. Als dat zo is, ontstaat er ruimte voor velen. Ruimte voor Spier, voor Han, de man met wie zij samenleefde, en ruimte voor haar gevoelens voor vrouwen, alhoewel zij daar verder niets mee doet: ‘Groeit er iets tussen LieslGa naar eind16. en mij? soms geloof ik de laatste dagen, dat ik eens in een onbeheerst en hartstochtelijk gebaar, dat ik van mezelf tegenover een | |||||||||
[pagina 18]
| |||||||||
vrouw nog niet ken, maar dat toch in me zit - haar smalle lichaam naar me toe zal trekken. En wat ik er dan mee zal doen, weet ik niet. De laatste tijd lijkt het of dat gebaar in me groeiende is. -Das zwischen euch ist noch eine sehr merkwürdige Sache, zei S.Ga naar eind17. gisterenavond en keek van de een naar de ander, maar we deden beiden net of we niets hoorden, Liesl en ik. Ik hoorde het wel maar keek strak voor me uit. Drong het tot haar eigenlijk door, wat hij zei? Een paar nachten geleden sterk erotisch, en ook sexueel van haar gedroomd, werd met orgasme wakker. En wil ik het wel of wil ik het niet? Ik heb daar geen theorieën over en waar het alleen om gaat is, dat ik haar werkelijk heel lief heb. En die erotiek is niet de hoofdzaak in onze verhouding, maar soms is het er opeens, maar problematisch is het niet voor me. Het is nog een klein extra geschenk van het leven, deze onverwachtse verliefde momenten, die eigenlijk meer van poëtisch karakter zijn en waar niemand iets mee te maken heeft. De bekoring, die er van haar voor mij uitgaat is een extra geschenk, maar het hoeft toch niet gematerialiseerd te worden, al willen mijn handen zich soms graag naar haar uitstrekken.’Ga naar eind18. Door de acceptatie van zowel haar erotische als haar mystieke kant, komt zij tot een mystieke erotiekbeleving. Met Spier wil zij een mystiek gevoel van eenwording in het erotische. Zij wil dat het lichamelijke de uitdrukking wordt van hun ‘seelische’, hun geestelijke verhouding, maar voor Spier is dat niet zo. ‘Gisterenmiddag, toen ik in Dickys kamer op de divan wat lag te slapen en wist, dat hij ieder ogenblik boven kon komen om me wakker te maken, toen voelde ik me zo met hem verbonden en wilde ik zó naar hem toestreven als nooit tevoren. Mijn lichaam verloor al z'n verlegenheid en schuwheid, die het altijd heeft tegenover een vreemde man - want als man is hij me toch in het allerlaatste nog vreemd - ik zou willen ademen door zijn mond, ik had een gevoel helemaal een met hem te kunnen zijn. En ik wilde maar dat hij boven kwam en heel stilletjes bij me zou gaan liggen en dat er dan één ademhaling door ons beiden zou gaan. Maar tegelijkertijd wist ik: dit moment is het mooiste, nu ik me zo vrij voel en zo verbonden met hem, als hij straks boven komt, is het natuurlijk toch heel anders. (...) En toen hij boven kwam en zich over me boog, begon er voor hem een zinnelijk spel, terwijl ik er alleen maar naar verlangde dat m'n lichaam zou uitdrukken, wat er in m'n ziel omging. En hij onttrok zich aldoor weer aan me en zei opeens: Finden Sie auch nicht, dass es viel schwerer ist sich zu beherrschen als sich gehen zu lassen, aber dass das erstere doch schöner ist? Het was een spel en bij | |||||||||
[pagina 19]
| |||||||||
hem bleef er tussen door nog de strijd tegen de eigen zinnelijkheid en achteraf: Du bist ein gefährliches Mädchen. En ik wilde helemaal geen gevaarlijke dingen, wilde alleen maar even helemaal in hem rusten en wilde dat er een ogenblik één ademhaling door ons beiden ging.’Ga naar eind19. Etty heeft een eenheid en een versmelting teweeg weten te brengen tussen haar erotische behoeftes en haar mystieke ontwikkeling, waarbij het een het ander niet uitsluit. Misschien was erotiek voor haar ook dat wat Audre Lorde zo mooi weet te omschrijven in haar essay ‘Het erotische als krachtbron’ in de bundel Oog in oog: ‘Maar voor de vrouw die noch bang is voor de openbaring van het erotische, noch bezwijkt voor het idee dat zintuigelijke gewaarwordingen voldoende zijn, vormt het erotische een bron van zichzelf steeds weer aanvullende en stimulerende kracht. (...) Het erotische is een meetlint, gespannen tussen de grenzen van ons zelfbewustzijn en de warboel van onze hevigste gevoelens. Het is een inwendig gevoel van welbehagen waar we, als we het eenmaal hebben leren kennen, steeds weer naar zullen streven. Want als we de volheid van dit diepe gevoel eenmaal kennen en ons bewust zijn van de kracht ervan, kunnen we naar eer en geweten niet minder van onszelf eisen.’Ga naar eind20. | |||||||||
Onafhankelijkheid en vrouw-zijnZoals ik al eerder gezegd heb, komt de tegenstelling in eenheid ook tot uiting in Etty's strijd om haar onafhankelijkheid te combineren met haar vrouw-zijn. Zij wil studeren, kennis vergaren, de dingen doorgronden, het wezen van het zijn begrijpen, sich ‘Auseinandersetzen’ met de dingen. Ook wil zij schrijven. Zij voelt het als een blok graniet in haar binnenste dat eruit moet en dat zij wil gaan bewerken. Zij kan het nog geen vorm geven en heeft het gevoel dat zij nog geen thema heeft. Zij wil ‘de kroniekschrijfster van haar tijd zijn’ en romans schrijven. Door het lezen van en het reflecteren over de teksten van Rilke, Jung, de bijbel, Augustinus, Russische auteurs, en vele anderen en door haar eigen contemplatie ontwikkelt zij een inzicht in het wezen van de dingen. Dit bewerkstelligt mede haar begrip en acceptatie van de tegenstelling in het zijn, waarvan de tegenstrijdigheden een wezenlijk onderdeel uitmaken; de tegenstelling in de eenheid, die zij in zichzelf aanvaard heeft en waardoor zij zich op een mystieke wijze één voelt met de kosmos. Maar in dit vergeestelijkingsproces zit haar vrouw-zijn en daarmee de verinnerlijkte onderdrukking haar in | |||||||||
[pagina 20]
| |||||||||
de weg. Soms geneert zij zich voor haar geestelijke ontwikkeling omdat zij bij tijd en wijle liever dom en mooi, maar begeerd is, dan intelligent en geestelijk actief, iets wat niet gepast lijkt voor een vrouw.Ga naar eind21. Zij wil vrouw kunnen zijn, hetgeen voor haar betekent dat zij gekoesterd wil worden en mooi wil zijn. Ook heeft zij de behoefte om zich te richten op één man, in wie zij haar vervulling kan vinden. Maar aan de andere kant kan zij trouwen en kinderen krijgen niet als de vervulling van haar leven zien. Zij gelooft ook dat zij niet deugt voor één man. Zij heeft behoefte aan haar geestelijke en mystieke ontwikkeling. Zij vraagt zich af in hoeverre dat een vrouwenstrijd is, waar zij nog niet los van is. ‘Ik ben een kleine vrouw van 27 jaar en draag ook heel sterk in me de liefde tot de hele mensheid, maar ik vraag me af of ik niet altijd zoeken zal naar één man. En ik vraag me af in hoeverre dat een beperking, een begrenzing is van de vrouw. In hoeverre dat een eeuwenoude traditie is, waar ze zich uit zou moeten losmaken of misschien hoort het zózeer bij het wezen van de vrouw dat ze zichzelf zou verkrachten als ze haar liefde gaf aan de hele mensheid in plaats van aan één man. (...) Misschien moet de ware, de innerlijke vrouwenemancipatie nog beginnen. We zijn nog geen echte mensen, we zijn wijfjes. We zitten nog vastgebonden en omstrikt door tradities van eeuwen, we moeten nog geboren worden als mens, er ligt hier nog een grote taak voor de vrouw.’Ga naar eind22. Dit conflict tussen vrouw-zijn en onafhankelijkheid is natuurlijk cultureel bepaald, maar ook geïnternaliseerd. In de jaren '40 bestond nog steeds het cliché van de mooie doch domme vrouw, of de vrouw die intelligent en ontwikkeld was, maar lelijk en onvrouwelijk. Men meende een ontwikkelde vrouw een enorm compliment te maken door te zeggen dat zij (ondanks alles?) vrouwelijk had weten te blijven. Wat dat ook moge betekenen. Meestal bedoelde men aan te geven dat een vrouw aandacht voor haar uiterlijk had en de vrouwelijke plichten in huwelijk en moederschap nakwam. Maar dat leverde vervolgens voor haar weer een grote belemmering voor haar verdere ontwikkeling op. (Het is natuurlijk maar de vraag of we dit cliché tegenwoordig voorbij zijn). Etty doorziet dit conflict zoals uit bovenstaand citaat blijkt, maar dat betekent niet, dat zij zich er meteen aan ontworsteld heeft. Maar uiteindelijk maakt zij zich los van deze beperkingen zoals zij zich ook losmaakt van Spier. Zij overweegt niet meer met hem te trouwen om in ieder geval in een concentratiekamp bij elkaar te kunnen blijven. Zij | |||||||||
[pagina 21]
| |||||||||
vindt zichzelf geen vrouwtjesdier, geen oervrouw meer. Zij vindt dat het oerlichamelijke bij haar doorbroken wordt door haar vergeestelijkingsproces. Zij wil en voorziet een andere orde, waar het vrouwelijke een wezenlijk onderdeel van uitmaakt. De vrouw heeft in dat veranderingsproces een belangrijke taak: ‘En ik heb nog eens voor hem geformuleerd, dat ik meende, dat dit de historische taak van de vrouw is, voor de komende tijd: de man óver haar eigen ziel naar zijn eigen ziel de weg te wijzen. En daarbij hoeft niets van de erotische spanning verloren te gaan, maar men moet alles de juiste plaats geven, die het toekomt, einordnen. En ik geloof ook, dat die mannen het belangrijkste en het baanbrekendst voor een komende tijd zullen zijn, die zó een sterk stuk vrouwelijkheid in zich hebben - en daarbij tòch echt man zijn - zoals hij ook, en zoals b.v. een Rilke - dat ze (...) wegwijzers zijn naar de regionen van de ziel. En niet die “hij”-kerels, die Führers en die geüniformeerde helden. Niet, wat men noemt: de èchte mannen, maar misschien bestaat dat ook alleen maar in de phantasie van de vrouwen.’Ga naar eind23.
Etty Hillesum heeft door haar hartstochtelijke manier van leven, haar contemplatie en haar strijd in zeer korte tijd een enorme bewustzijnsontwikkeling doorgemaakt. Zij is erin geslaagd haar vele tegenstrijdigheden in een organische eenheid onder te brengen, zonder een van de delen te veronachtzamen. Helaas heeft zij al die romans, die ze in haar hoofd had, niet meer kunnen schrijven. Zij heeft het blok graniet dat zij in zich voelde, geen literaire, artistieke vorm meer kunnen geven, omdat zij in 1943 toen zij achtentwintig was, in Auschwitz is vergast. Het enige wat wij nu hebben is de neerslag van haar strijd in haar dagboeken en brieven. Maar dit is dan ook een voor velen inspirerend vrouwelijk document geworden. |
|