Lust en Gratie. Jaargang 5
(1988)– [tijdschrift] Lust en Gratie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 46]
| |
[pagina 47]
| |
Al geruime tijd ben ik gefascineerd door de verschillende manieren waarop vrouwen zich door de eeuwen heen hebben weten te onttrekken aan de heteroseksistische dominantie van mannen. Als antropologe ligt mijn werkterrein voornamelijk in de zogenaamde ‘derde wereld’. Daarin zijn talloze voorbeelden te vinden van de manieren waarop mannen aan vrouwen hun terreur dicteren. Steeds weer valt daarbij op dat de castratie van de vrouwelijke stem een zeer effectief machtsmiddel is. Vrouwen worden letterlijk monddood gemaakt, hun woorden worden ontkend (Cassandra) of geridiculiseerd (Xantippe). Dit is allemaal hoogst verontrustend als we bedenken, zoals de huidige poststructuralisten beweren, dat de menselijke identiteit voornamelijk bepaald wordt door taaluitingen. Het verzet van vrouwen tegen het verlies van hun - openbare - stem kan variëren van het zich terugtrekken in een hooghartig stilzwijgen of in een eigen geestelijke ruimte, of in het creëren van een eigen sociale ruimte. Er zijn weinig overblijfselen van vrouwen die zich in zwijgen gehuld hebben of die hun woorden alleen tot elkaar gericht hebben - om de eenvoudige reden dat de geschiedenis voor een groot deel bepaald wordt door de door mannen opgetekende overlevering. Zo klinkt slechts zelden de stem van dichteressen die tot de orale traditie behoren tot ons door. De Somalische vrouwelijke dichtvorm, de buraanbur, is een orale dichttraditie die pas onlangs aan het zwijgen en de ontkenning ontrukt is.Ga naar eind1. In de verschillende vormen van de buraanbur geven de Somalische nomadenvrouwen vorm aan hun aspiraties en aan hun klachten over de gedragingen van hun ‘klassiek’ patriarchale mannen. De buraanbur was eeuwenlang een van de belangrijkste politieke uitingen van vrouwen. Ook nadat Somalië in 1960 onafhankelijk geworden was, bleven vrouwen de buraanbur als een politiek pressiemiddel gebruiken. Niet alleen door mannelijke leden van de betrokken culturen wordt vrouwen het zwijgen opgelegd. Ook de stem van de wetenschappers die hen ‘ontdekten’, van de reizigers die hen bezochten en van de missionarissen die hen met wisselend succes probeerden te kerstenen is mannelijk. Omdat zij zich voornamelijk met de ‘inheemse’ mannen bezighielden viel hen de zelfstandigheid en moed van de frouwen veelal niet op. Zo stelden zij het vaak in hun geschriften voor alsof de mannen belangrijker en dominanter waren dan dezen in | |
[pagina 48]
| |
werkelijkheid waren. In de literatuur over de oorspronkelijke bewoners van Australië bijvoorbeeld worden de vrouwen afgebeeld als machteloze pionnen in het ingewikkelde huwelijksspel dat de mannen beheersen. Met geen woord reppen mannelijke antropologen, verblind als ze zijn door het bestaan van polygynie en gerontocratie, over de speciale verblijfplaatsen van vrouwen. Deze vrouwenkampen, zoals ze meestal in de literatuur worden genoemd, zijn een machtsbasis voor vrouwen waarin ze zich kunnen terugtrekken als het ze in de mannenwereld niet bevalt. De antropologe Bell deed van 1976 tot 1978 onderzoek naar het leven van de Kaititj-vrouwen in Warrabri, een door de Australische regering opgerichte nederzetting in het centrale gedeelte van Noord-Australië. Zij constateerde dat er zich gedurende die gehele periode tenminste een populatie van 25% van de volwassen vrouwen in die kampen, de jilimi, bevond.Ga naar eind2. Deze kampen zijn taboe voor mannen, net zoals de rituele gronden die daarbij horen. Vrouwen zijn fysiek onschendbaar en ritueel volkomen onafhankelijk in hun kampen. Vroeger waren ze ook economisch zelfstandig, maar hun economische macht wordt steeds minder. Over het algemeen vond Bell, net zoals de antropologe KaberryGa naar eind3. vóór haar, dat vrouwen veel meer te zeggen hadden over de keuze van hun huwelijkspartners en over de voltrekking van hun huwelijken dan mannelijke antropologen tot dan toe aangenomen hadden. Vrouwen hebben hun eigen mythen en ‘dromen’ waarin hun onafhankelijkheid bevestigd wordt. De Australische Aboriginals geloven dat hun mythologische voorouders in de Droomtijd door de woestijn zwierven. Vanuit de mythische Droomtijd wordt de rechtvaardiging gevonden voor de wetten, landrechten en andere instellingen die het leven van de woestijnbewoners bepalen. Binnen deze traditie hebben vrouwen hun eigen overlevering in ere weten te houden. | |
VrouwenhuizenHet vasthouden aan een eigen (literaire) traditie is ook een van de kenmerken van de Chinese Sisterhoods in de zijdegebieden van Guangdon (vroeger gespeld als Kwangtung of in het Engels als Canton). Deze beweging van duizenden ‘huwelijksweigeraarsters’ die meer dan een eeuw bestaan heeft, is een van de opmerkelijkste vormen van vrouwenverzet in de geschiedenis. Vanaf de vroege negentiende tot aan het begin van de twintigste eeuw weigerden de ‘sisters’ zich te onderwerpen aan de heersende Confuciaanse moraal. | |
[pagina 49]
| |
Ze sloten zich aaneen tot sisterhoods met namen als ‘Gouden Orchidee Gezelschap’, of ‘Gezelschap tot Wederzijdse Bewondering’. Deze sisters die in vrouwenhuizen woonden, hielpen elkaar bij ziektes en andere tegenslagen en bij ouderdomsproblemen. De band tussen de sisters werd met een ceremonie bezegeld en was even onverbrekelijk als een huwelijksband. Er waren twee soorten vrouwenhuizen. In de chai t'ang, de vegetarische huizen, waren het eten van vlees en heteroseksuele contacten taboe. Lesbische relaties daarentegen kwamen veel voor, net zoals in de zogenaamde ‘oude vrijstershuizen’. Deze huizen waren minder religieus en legden minder de nadruk op het eten van vegetarische gerechten. Heteroseksualiteit werd ook in de ‘oude vrijstershuizen’ niet toegestaan. In andere delen van China en in andere tijden verzetten vrouwen zich ook wel tegen gedwongen huwelijken of andere vormen van geweld, maar dat was meestal een individueel verzet: zelfmoord of weglopen, waarna slechts prostitutie of een moeizaam bestaan als huisbediende voor hen was weggelegd. Er zijn veel gezegdes die de vernederingen die vrouwen moesten ondergaan weergeven. Een voorbeeld: ‘een getrouwde vrouw is als een gekochte pony, zij kan bereden of geslagen worden al naar gelang het haar meester behaagt’. De Amerikaans-Chinese schrijfster Hong Kingston stelt dat vrouwen gebroken werden door haar eigen tong: het Chinese woord voor ‘ik’ in de vrouwelijke vorm betekent namelijk ‘slaaf’. Maar, zoals Hong Kingston zelf ook aangeeft, dit is maar één kant. Er is ook een tegenstroom van mythen en balladen waarin de vrouwelijke krijgers aan het woord komen, bijvoorbeeld de ‘zwaardvrouwen’.Ga naar eind4. Deze folkloristische verhalen beschrijven de kracht en het verzet van vrouwen en hun toewijding aan elkaar. Overigens berusten deze verhalen niet geheel en al op mythen. Er zijn verschillende voorbeelden van vrouwelijke legeraanvoerders. Tijdens de Taiping Opstand, die van 1851 tot 1864 duurde, vochten er duizenden vrouwen mee in hun eigen vrouwendivisies. Bronnen over de sisterhoods beschrijven hoe de sisters elkaar deze balladen en mythen vertelden. Ook in de nationalistische beweging van Sun Yat Sen waren vrouwen betrokken. Twee dichteressen die heel populair waren bij de sisters, Jiu Jin en Ch'in Chiu, vochten beiden zowel tegen de Manchu dynastie als tegen vrouwenonderdrukking. Ch'in Chiu werd in 1907 onthoofd, waarbij haar gedichten gebruikt werden als bewijsmateriaal tegen haar.Ga naar eind5. | |
[pagina 50]
| |
Een samenloop van omstandigheden stelde de zijdewerksters in staat om hun verzet tegen een huwelijk op zo'n systematische wijze vorm te geven. Allereerst moet hun economische zelfstandigheid opgemerkt worden. De zijde-industrie dreef op de arbeid van ongetrouwde vrouwen. Aangezien deze vrouwen soms een belangrijk deel van het totale inkomen van hun families verdienden, verzetten sommige ouders zich niet tegen de wens van hun dochter niet te trouwen. Immers, vanuit het vrouwenhuis bleven ze hun ouders financieel ondersteunen. Daarnaast valt op dat in Guangdong enkele voor vrouwen zeer vernederende praktijken, zoals het binden van de voeten van jonge meisjes, nauwelijks voorkwamen. Bovendien bestond er in deze streek een traditie van meisjeshuizen, waarin jonge vrouwen woonden tot ze trouwden of hun intrede deden in een vrouwenhuis. De meisjes bezochten gezamenlijk tempels en andere religieuze plaatsen, en gingen naar het theater. In de meisjeshuizen waren bepaalde boeddhistische sekten die de gelijkheid tussen mannen en vrouwen benadrukten, een vegetarisch leven propageerden en de Godin van Genade, Guan Yin, vereerden, zeer populair.Ga naar eind6. Uit de boeddhistische kloosters, religieuze centra bij uitstek, was een stroom balladen over Guan Yin afkomstig, waarin zij afgeschilderd werd als een zelfstandige vrouw, ‘zonder echtgenoot die haar toewijding opeiste, zonder schoonmoeder om haar te controleren, en zonder kinderen die haar bewegingsvrijheid beperkten’.Ga naar eind7. De sisters sprongen zorgvuldig om met hun literaire traditie. Veel vrouwenhuizen bevatten bibliotheken waarin de ‘goede boeken’ bewaard werden. Deze ‘goede boeken’ heetten ook wel ‘houten vis boeken’, omdat ze voorgelezen werden onder begeleiding van een houten muziekinstrument, de ‘houten vis’. Twee thema's kwamen vaak voor in de balladen: de obstakels die vrouwen ontmoeten tijdens hun huwelijk, en religieuze aangelegenheden. Het ontwikkelen van een dieper geestelijk bewustzijn werd in de vrouwenhuizen bevorderd. | |
VrouwentaalTaal, in de vorm van overlevering, mythen, gedichten, balladen of religieuze teksten is dus een belangrijk instrument van vrouwen in hun verzet tegen het heersende heterodiscours. Via taal kunnen vrouwen hun gevoelens van wanhoop, maar ook van liefde voor elkaar vormgeven. Daarnaast kan taal ook de functie hebben vrou- | |
[pagina 51]
| |
wenverzet te legitimeren in een traditie van sterke vrouwen. Daardoor kan het de vorming van een groepsidentiteit stimuleren. Zowel de vrouwelijke nomaden in Somalië, als de Aboriginal vrouwen in de Australische woestijn bakenen hun ruimte af in en door middel van taal. Ook de Chinese sisters ontlenen steun aan hun mythen en balladen. In al deze gezamenlijke verhalen die de vrouwen elkaar vertellen wordt het heden begrijpelijk en leefbaar gemaakt door verwijzingen naar het verleden. Maar de taaluitingen waar ik het nu over heb onttrekken zich niet helemaal aan het mannelijk spreken. Ze zijn in principe toegankelijk voor mannen, hoewel die mannen daar, vooral in Somalië en Australië, vrij machteloos tegenover staan. In het Chinese geval komt hier nog bij dat de gedichten, balladen en mythen in gangbare Chinese karakters opgetekend zijn. Dit is niet het geval bij de geheimtaal die Chinese vrouwen eeuwen lang gebruikt hebben. Twee jaar geleden verschenen er enkele korte, maar buitengewoon interessante berichten.Ga naar eind8. Daarin werd melding gemaakt van de ‘ontdekking’ van een Chinees geheimschrift dat vrouwen gebruikten om hun eigen gevoelens op te schrijven, of om met elkaar te communiceren. Twee vrouwelijke experts in deze ‘vrouwenkarakters’, Yinxian van 85 jaar en Nianhui van 80 jaar, gaven hun kennis door aan professor Gong Zhebing. Opvallend is dat deze twee vrouwen de enige overlevenden zijn van een ‘familie’ van zeven sisters. Zuidchinese vrouwen uit Jiangyong in de provincie Hunan gebruikten deze vrouwentaal voor verschillende doeleinden. Ze schreven hun sisterhood-contracten in de vrouwentaal. Als ze trouwden gebruikten ze dit geheimschrift om met elkaar te communiceren. Sommige liederen, enkele gedichten en bepaalde historische gebeurtenissen zouden ook in dit vrouwenschrift geschreven zijn. Er zijn helaas niet veel overblijfselen van deze vrouwentaal. Vrouwen lieten namelijk heel vaak deze documenten, hun meest intieme, mee verbranden bij hun crematie, omdat ze er ook in het hiernamaals nog van wilden genieten. Misschien is dat een van de redenen waarom de twee oude sisters besloten hebben om dit eeuwenlang bewaarde vrouwengeheim prijs te geven. Immers, de sisterhoods bestaan nauwelijks meer in China. Alleen uit dit bericht weten we dat er tenminste tot op heden nog sisterhoods zijn.Ga naar eind9. Tot nu toe nam men aan dat de laatste sisterhoods opgedoekt werden tijdens de Culturele Revolutie.Ga naar eind10. Wellicht probeerden de twee sisters op deze manier te verhinderen dat later helemaal niemand meer deze vrou- | |
[pagina 52]
| |
wentaal zou kunnen begrijpen. De vrouwentaal heeft namelijk een eigen grammatica en syntaxis die totaal verschillen van het ‘normale’ Chinees. Er zijn nog heel veel vraagtekens. Het ontstaan van de vrouwentaal is bijvoorbeeld niet duidelijk. De vrouwen van Jiangyong geloven dat ze ontwikkeld werd door Hu Xiuying, de concubine van Keizer Qinzong van de Song dynastie (960-1270). Zij beweren dat Hu op deze manier haar eenzaamheid in het Keizerlijke paleis wilde verlichten. Later werd de taal teruggebracht naar Jiangyong, waar Hu oorspronkelijk vandaan kwam. Professor Gong heeft een andere interpretatie. Hij denkt dat de taal veel ouder is en waarschijnlijk ook niet door een enkel individu ontwikkeld is. Hij suggereert dat deze taal een overblijfsel is van de Qin dynastie (221-206 voor Christus). Volgens hem lijken de karakters op het Shang schrift, dat gebruikt werd op ‘orakelbeentjes’, en sommige karakters lijken weer op het Qin schrift zelf, dat ‘klein-zegel’ genoemd wordt. Toen Keizer Qin Shiuang in 221 voor onze jaartelling China tot een eenheid smeedde, verbood hij alle talen, behalve zijn eigen officiële ‘klein-zegel’ schrift. In verafgelegen streken bleven sommige talen echter bestaan en volgens professor Gong zou zo'n taal wel eens aan de basis van de vrouwentaal kunnen liggen. Hoe dit ook zij, belangrijker lijkt het me te ontdekken wat vrouwen in hun taal opschreven. Daarover zijn de berichten vooralsnog vaag en, zoals gezegd, het meeste is verloren gegaan. Totdat professor Gongs studie beschikbaar komt, kunnen we alleen maar gissen. Over de sisterhoods zijn we in ieder geval weer iets meer te weten gekomen. Hun verankering in een traditie van vrouwenverzet is nu nog duidelijker naar voren gekomen. Een analyse van de overgebleven geschriften zal waarschijnlijk kunnen aangeven welke historische momenten de sisters de belangrijkste achtten. En wat voor berichten aan elkaar, of uitingen van liefde, hoop of wanhoop ze zo intiem vonden dat deze ontoegankelijk moesten blijven voor mannen. Bij mijn weten is deze geheime Chinese vrouwentaal uniek. Met behulp van deze karakters konden Chinese vrouwen de castratie van hun stem ongedaan maken. Daarnaast gaf deze geheimtaal hen de mogelijkheid een heel geestelijk terrein af te bakenen. Net zoals de vrouwenkampen Australische Aboriginal vrouwen de gelegenheid geven hun rituelen taboe te verklaren voor mannen. Het door mannen beheerste heterodiscours kan vrouwen het zicht op hun werkelijkheid en hun geschiedenis ontnemen. Via het scheppen van een eigen taal, | |
[pagina 53]
| |
van eigen dichtvormen, zoals de Somalische buraanbur, of van taboes op de aanwezigheid van mannen bij het uitvoeren van vrouwenrituelen kunnen vrouwen ook met behulp van taal hun eigen machtsmiddelen scheppen. De castratie van de vrouwelijke stem is een van de meest perverse machtsmiddelen van mannen. In enkele gevallen hebben vrouwen wegen gevonden om zich daaraan te onttrekken. |
|