Lust en Gratie. Jaargang 5
(1988)– [tijdschrift] Lust en Gratie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 58]
| |
[pagina 59]
| |
Cyprische elegieIn een rook, een mist van liefde, tilde Aphrodite mij op en liet
mij neer op Cyprus.
Zij wou mij, de goudene, troosten, een vrouw,
voor de twisten en listen van Eros.
Zij gaf mij het water van haar geboorte,
zuivere lucht, en de zon.
Zij waste mijn wonden met zout,
wijn gaf zij, en druiven.
Maar het baatte niet, Aphrodite en Eros zijn jong
en goddelijk ook
en wat mijn verdriet was gisten zij niet.
| |
[pagina 60]
| |
R.v.D.Gij neigt dromend uw hoofd, als een schicht treft schoonheid de ogen
droefenis grijpt het gemoed, droefheid bestrijkt uw gezicht.
| |
Adieu P.H.obiit 20-4-1985 Tussen het zijn en niet-zijn: één seconde.
Je rende door je exit, dwaas, als waren
te rennen zoveel meter veertig jaren
liefde voor mij, en ik de prijs der ronde.
| |
[pagina 61]
| |
MaalIn 't oor dringt mij, met tanden kauw
ik en mijn oog verhongerd drinkt
wat jij mij toebereidt met jouw
hand, festijn van overvloed:
luttele blanke woorden zwarte inkt
ontvloeid de pen die zij bewegen doet.
|
|