Lust en Gratie. Jaargang 5
(1988)– [tijdschrift] Lust en Gratie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 68]
| |
[pagina 69]
| |
Ik ben het herfstblad
dat opwaait met de wind
en een plek zoekt
om rustig neer te strijken
Ik ben het schroot in de gracht
dat rustig wacht
tot ie wordt opgevist
bekeken door de man met de haak
of het nog van enige waarde is
Ik ben als de meeuw
die vliegt over de wateren
op zoek naar voedsel
die de mens met goede wil
voor hem heeft uitgestrooid
Ik ben de elektriciteits-
kabel die vonkt
als de tram langs mij komt
en het begeeft
als een storm over mij raast
Ik ben als een kind
dat blij maakt met een lach
en stemmingen wisselt als de
dag en de nacht.
| |
[pagina 70]
| |
BarbarenAls ze al hun normen en waarden
hebben vergooid
zullen ze
naar ons omkijken
en naar ons komen
om de onze te leren
die ze vroeger verachtten
en als primitief en barbaars
beschouwden
Dan zullen we elkaar omhelzen
Huilen om onze dwaasheden
Elkaar opbouwen in vrijheid
Want we zijn allemaal barbaren
totdat we werkelijk leren liefhebben.
| |
[pagina 71]
| |
Opstand in mijn landSchaduwen vliegen voorbij
door de nacht verweven
't is maar voor even
Schaduwen vliegen voorbij
Angstig luistert een soldaat
Waar is zijn kameraad
Voor wie zal hij vechten
wie zal het pleit beslechten
Een helm rolt opzij
Schaduwen vliegen voorbij.
|
|