Lust en Gratie. Jaargang 3(1986)– [tijdschrift] Lust en Gratie– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] audre lorde Wissel Onze ontmoeting vrouw bij zonnestilstand hoog boven halverwege jouw wereld en de mijne omrand door volle maan en geen excuses meer je rode haar schroeide mijn vingers toen ik je openspreidde het diepste van je passie proefde tot het zoet werd en vergat je te zeggen ik heb je roep over dit land gehoord in mijn bloed voor we elkaar ontmoetten en ik begroet je op de stranden in mijnen liggend op perrons in bomen vol flitsende kwikstaartjes en diep in je grotten van verpulverd graniet zelfs boven mijn eigen laterietheuvels na een lange reis als je je zonen likt en je neus optrekt bij de stank. Rust vinden in de open spiegels van je verlangde lichaam ik zal zwart licht zijn als je bij me ligt ik zal zwaar zijn als augustus boven je haar onze rivieren stromen uit dezelfde zee en ik beloof je weer te verlaten vol verbazing en onze lichtende inzichten Meet Woman when we met on the solstice high over halfway between your world and mine rimmed with full moon and no more excuses your red hair bumed my fingers as I spread you tasting your ruff down to sweetness and I forgot to tell you I have heard you calling across this land in my blood before meeting and I greet you again on the beaches in mines lying on platforms in trees full of tail-tail birds flicking and deep in your caverns of decomposed granite even over my own laterite hills after a long journey licking your sons while you wrinkle your nose at the stench. Coming to rest in the open mirrors of your demanded body I will be black light as you lie against me I will be heavy as August over your hair our rivers flow from the same sea and I promise to leave you again full of amazement and our illuminations [pagina 45] [p. 45] [Vervolg Wissel] bereid door korte tongen van kleur of de smaak van elkaars huid hangend uit de mond van onze kindertijd. Als we elkaar terugzien zul je dan je handen op me leggen zal ik over je landen rijden slapen we onder bomen in de regen? Je zult jong worden als ik je buik lik heet en rustig voor we verder trekken je zult witte razernij zijn in mijn navel en ik ben de slepende nacht Mawulisa voorspelt onze lichamen onze handen raken elkaar en leren van elkaars zeer. Proef mijn melk in de greppels van Chili en Ouagadougou in de vrolijke haven van Tema onder de bescherming van de priesteres van Larteh bij de hoge kramen met vlees van Palmyra en Abomey-Calavi nu ben je mijn kind en mijn moeder we waren altijd al zusters in pijn. Kom in de ronding van de puilende leeuwebuik lig een seizoen lang uit de regen die oordeelt we hebben gepaard en jongen geworpen mooie tijden van werken en nog eens vergaderen vrouwen die bloed uitwisselen in de diepste binnenkamer van het moment we moeten minstens één keer elkaars vruchten proeven voordat we allebei sneuvelen. [Vervolg Meet] dealt through the short tongues of color or the taste of each other's skin as it hung from our childhood mouths. When we meet again will you put your hands upon me will I ride you over our lands will we sleep beneath trees in the rain? You shall get young as I lick your stomach hot and at rest before we move off again you will be white fury in my navel I will be sweeping night Mawulisa foretells our bodies as our hands touch and learn from each others hurt. Taste my milk in the ditches of Chile and Ouagadougou in Tema's bright port while the priestess of Larteh protects us in the high meat stalls of Palmyra and Abomey-Calavi now you are my child and my mother we have always been sisters in pain. Come in the curve of the lion's bulging stomach lie for a season out of the judging rain we have mated we have cubbed we have high time for work and another meeting women exchanging blood in the innermost rooms of moment we must taste of each other's fruit at least once before we shall both be slain. [pagina 46] [p. 46] Afscheid Strijdvaardig en mooi als een gevangen ibis je magere handen een drie maal uitgesproken offer voor zonsopgang er zit bloed in het ochtendei waardoor ik me om moet draaien en huilen ik zie je pijn in slingers weven in de vorm van een strop en ik word het moe mijn hart te likken op zoek naar vocht voor mijn cactustong. Parting Belligerent and beautiful as a trapped ibis your lean hands are a sacrifice spoken three times before dawn there is blood in the morning egg that makes me turn and weep I see you weaving pain into garlands the shape of a noose while I grow weary of licking my heart for moisture cactus tongued. Vertaald door Martha Vooren. Audre Lorde ‘Meet’ en ‘Parting’, uit: Audre Lorde, ‘The Black Unicorn’, New York (W.W. Norton), 1978. [pagina 47] [p. 47] Audre Lorde. Foto's: Anna Cirkel Vorige Volgende