Lust en Gratie. Jaargang 3
(1986)– [tijdschrift] Lust en Gratie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 66]
| |
[pagina 67]
| |
Mal-a-proposGevoed met jouw pastinaken
worstelen mijn benen met de bougainville
haar stuifmeel verspreid over de aarde
gemangeld uit de mangrove.
Gevoed met jouw pastinaken
mijn hoofd een hangalampu
aan de Lawa, Litani, du Maroni
boaconstrictor om borsten van goud
translaties rotaties
gehoekt gehurkt gestrekt
spiegel jij in mijn ogen
echo jij in mijn ziel.
Gevoed met jouw pastinaken
steek ik de sleutel in het sleutelgat
mijn geest blijft hangen in een wolkbreuk
wordt achtervolgd door doornige bloemen
uit de pampa's
mijn geest achtervolgd door doornige bloemen
blijft hangen in een wolkbreuk
Gevoed met jouw pastinaken.
hangalampu: hibiscus | |
[pagina 68]
| |
AvereketeUit mijn tropische ritme getild
even na vijven vannacht neergedaald
aan een winderige wilde kust
tropisch regenwoud komt langzaam in beweging
haalt afstand dichterbij lianen komen aangewaaid
ik bouw een brug knoop na knoop met vrouwkracht
geknoopt een touwbrug kunst bouwkunst architectuur
ademt uit mijn evenwicht wankelt maar de natuur
is geduldig helaas ondoordringbaar
mijn pijn komt terug waar blijft de taal waarmee
ik jouw verdriet ontcijfer telkens weer mijn
eigen fouten niet ontken wanneer ik hang aan
Rousseau roep om Afi Adjuba Akuba
de wind draait
in de verte jouw rokersstem indringend intiem
uit mijn tropische ritme getild
even na vijven vannacht neergedaald
aan een winderige wilde kust
sla ik gaten van wanhoop in de lucht
verschijnt mij de kankantri
is deze woudreus mijn taal
zat ik daarnet nog bij Rousseau het begint
op Sartre te lijken en waar zijn de vrouwen
mijn passie neemt toe waar zijn de leba's
waar zijn de kwellers van mijn geest
Rousseau Sartre Descartes
de anderen die in het Westen niet bestaan
waar zijn Aisa Anana Averekete
mijn winti wordt wakker: Amalia Johanna
Cornelia Alma waar is Alma de ziel van
mijn Afo ik kijk omhoog in een nacht zo
donker als de Coropinakreek maar zo vol
kracht ook ik zie geen gezicht ruik niet
jouw geur hoor jouw rokersstem
indringend intiem in de verte
| |
[pagina 69]
| |
uit mijn tropische ritme getild
even na vijven vannacht neergedaald
aan een winderige wilde kust
mijn wankel evenwicht op de touwbrug
- eigenhandig geknoopt -
slinger ik naar de andere kant
verkrampt zijn mijn kaken onder en boven
versplinterd mijn gezicht ik zucht
ik heb je te vaak geromantiseerd
de sferen rondom je willen attakkeren
een wolk willen wegblazen er kwam regen
onweer in mijn lens
jouw rokersstem indringend intiem in de verte
uit mijn tropische ritme getild
even na vijven vannacht neergedaald
aan een winderige wilde kust
gaten van wanhoop maken plaats voor
gaten van vuur liefdesvuur aangewakkerd
met gedroogde bladeren de oranje-rode gloed
als een dekbed boven mijn dichtende geest
de wind gaat liggen en alles wat had kunnen
zijn lijkt leeggezogen...
verrassend verschijnt mij Averekete
bemoedigend wuift de bananenboom
gron mama wordt gevoed de kracht
om paden door het oerwoud te slaan
met pudja apinti en adjida te begeleiden
jouw rokersstem indringend intiem in de verte
leba's: geesten | |
[pagina 70]
| |
Lobi singiwat is het waard de Voltzberg te beklimmen
als
je benen-knikkend-klinkende muziek in de aarde stampen
je voeten blarend vals zingen
je armen vol anansi zitten
je handen muskieten vangen
je gezicht net op tijd een bosspin ontwijkt
een makka-slang je pad kruist;
als
mijn handen éénmaal jouw bed hebben gespreid
op het derde plateau -
een zwart laken volgestrooid met
gele en groene bladeren
rose en witte orchideeën
dan leg ik jou daarop neer, als een pipiet
in de bedding van een gewezen rivier
- zeldzaam -
dan zullen mijn vingers de dwarsfluit bespelen
achter de Voltzberg zal het ritme doorklinken
over het Brokopondomeer
jouw lijf zal even ritmisch bewegen
vrouw der vrouwen
op het derde plateau zal ik niet
de vlag van onze liefde planten
maar zullen mijn geuren diep in jou kleuren
zal mijn vocht op het jouwe lijken
tenslotte zal ik afscheid nemen -
met jou in mijn armen
onder een mantel van zweet -:
koorddansend tussen de Voltzberg en Foengoe-eiland
de kers in mijn mond beschermend - enige donkerrode
vrucht die ooit rijpte op het derde plateau -
zal veilig overkomen op jouw privé-plek;
als de kers groeit, jouw wangen de kleur
van haar sap aannemen
dan weet ik dat jouw explosie
mijn onrust tot rust heeft gebracht.
| |
[pagina 71]
| |
theatergroep tie-3 in ba anansi van edgar caïro
| |
[pagina 72]
| |
Terugblikonze ogen drinken van elkaar
bondgenoten in een stroomversnelling
ver van het kampvuur waar
vuurtongen likken aan maïskolven
en vlees ligt te zweten op het rooster
wanneer onze ogen van elkaar drinken
jij tegenover mij zit met jouw verlies
jouw liefde
ik tegenover jou zit met mijn verlies
mijn liefde
zandkorrels lopen uit mijn lichtjes
gebalde vuisten tintelen op jouw huid
mijn vingers tekenen een tepel
waar mijn neus in wegdroomt
het zout uit mijn schoot wekt me
de verrekijker verraadt een waterval
bondgenoten in een stroomversnelling
wanneer onze ogen van elkaar drinken.
lobi singi: liefdeslied | |
[pagina 73]
| |
joanne werners
|
|