Lust en Gratie. Jaargang 2
(1985)– [tijdschrift] Lust en Gratie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 86]
| |
[pagina 87]
| |
ook haar voorhoofd
kent het fronsen als
zij uit avondlucht haar
woorden haalt
spreek ik hakkelend
met zinnen
verbeel de
waarheid zonder spijt
wat ik te zeggen heb
zijn wandelende bomen
de kleur van dampend gras
gekoesterd zacht
het wederkerig praten
een lang vergeten pijn
bewogen was
| |
[pagina 88]
| |
kan ik spreken
van jouw gezicht
in avondlucht
gevat het groene timbre
aan de zomen
is er een buiging
van mijn stem
die op de woorden past
mijn adem spant
samen met gestapeld gras
droge melodieën over
blauwbedolven vergezicht
boomstammen vangen stemmen
ijl tussen haar en mij
| |
[pagina 89]
| |
en zo verder steeds verder
passie zonder klem
noem mij de teugels
ik zal ze ontkrachten
want hartelozer dan dood
is angst
laten we dan maar weer
langs de kruinen van
de bomen lopen
en tellen hoeveel
bladeren er vallen
en wachten
tot we het beter weten
| |
[pagina 90]
| |
liefste als tocht
haar kop opsteekt
als vocht de voegen
weer doet barsten
goochel ik van buigend
twijfeldraad
zeker zal ik heden breken
verder niet dan niemendal
strekken buiten zinnen zich
hun woorden
|
|