Den lust-hof van Rethorica
(1596)–Anoniem Lusthof van Rhetorica– AuteursrechtvrijWaer inne verhael ghedaen wordt, vande beschrijvinghen ende t’samen-comsten der Hollantscher Cameren vanden Reden-rijckers, binnen Leyden gheschiedt, den 26 Mey, des Iaers 1596. ende de volgende daghen, met het gene aldaer ghedaen, ende verhandelt is
[pagina 105]
| |
Goude.
Alle Ouerheyt is wel van Godt gesteltGa naar margenoot+
Om den boosen te straffen die doen gewelt,
En te beschermen hier den vroomen hoort,
Die menichmael t'onrecht worden gequeltGa naar margenoot+
Sal daerom wel, op dat mach blyven versmoort
Onrecht, eenen rechten crijgh brengen voort,
Als Abraham, die Loth zijn Broeder deed' bystant fijnGa naar margenoot+
Tegen vijf Coningen, die onrechtelick hebben gespoortGa naar margenoot+
Het lant te bederven, en te berooven de goeden zijn:
Soo oprechtelick mach oock nu op dit termijn
Goede Patriotten, hare gemeente voorstaen,
Op dat sy door listen niet worden gebracht in pijn:
Want veel practijcken, om de Landen te verraen,
Dietmen den Vyandt met archlisten snoot om gaen,
Die ons verdrucken soeckt, d'welck hem een verjolijsen// is,
Maer op dat zijn voorneemen worde te niet gedaen,
Voor een beveynsde Paeys, een rechte krijgh te prijsen// is.
Dat een rechte krijgh te prijsen is, machmen mercken
Aen veel dingen geschiet inde Fransche percken:Ga naar margenoot+
Hoe dickwils hebben sy een Paeys gemaeckt seer vast?
Maer hoe die gehouden is, blijckt aen de wercken
Want menich onnosel mensch heeft het zwaert verrast
Die geen aech dochten, noch met geen swaerheyt waren belast
Deerlick vermoort zijn, en uyt den Landen gedreven:
t'Waer beter geweest, dat ygelick op zijn sweert had' gepast,
Dan soo door verraderie te comen om t'leven:
Edele Patriotten, wilt liever den krijgh aencleven,
En beschermen den geenen die souden worden geplaeght,
Op dat wy vredelick leven sonder sneven
Al hier, houdende eendracht, in alles onversaeght:
Soo mach den Vyant van ons worden verjaeght,
Die in de oogen der Gemeente een afgrysen// is,
En dat wy seggen als een die liefd' tot Vaderlant draeght,
Voor een beveynsde Paeys, een rechte krijgh te prijsen// is.
| |
[pagina 106]
| |
Ga naar margenoot+In dees landen heeft men oock sien gebueren
Dat den Paeys is voort gebracht, wel ter cueren,
Maer van wiens is onderhouden, is goet te weten:
En hoe Don Iohan de eenicheyt heeft gaen verscheuren,
t'Welck openbaer genouch is en oock dient niet vergeten
Met wat practijcken Duc de Terra nova was geseten
Tot Cuelen, om vanden Vrede daer te verhaelen:
Maer hoe mijn Heeren Staeten haer tijt hebben versleten,
Can genoegh verstaen worden by Duytschen en Walen:
En hoe oprecht dat Parma heeft gaen wandelen sonder falen,
Doen de Gesanten uyt Engelant waren versaemt
Tot Oostende: maer merckt hoe veelderley talen
Quamen doen tot ons uyt Spaengien, hoe hadden zijt geraemt:
Eerst op Engelant, en daer na onbeschaemt
Meenden dees Neerlanden, t'welck wel te bewijsen// is,
Gansch te vernielen, dat my doet seggen soo t'betaemt,
Voor een beveynsde Paeys, een rechte krygh te prijsen// is.
Prince.
Ghy Princelicke Borgers, wacht u voor t'Spaensch gebroet
Die haer vermommen, als oft sy waren goet,
Maer vol fenijn zijn sy geheel gesteken:
Resisiteert haer Tyranni, met eenen moet,
Van haer schoone beloften zijt afgeweken.
Hoe menighe aenslaghen, het heeft gebleken,
Hebben sy over dees Landen te weegh gebrocht:
Den Prins doorschoten: noch meer ander treken
Soo Moorden en Branden, het sy u ontknocht:
En al ist dat ghy van haer wert aengesocht
Om Vrede te houden, wiltse niet geloven:
Door sulcken schijn hebben sy t'allen tyden haer werck gewrocht
En op het onsekerste souden sy u berooven
Van goet en leven: veel landen hebbent gaen proven:
Maer stelt u tegen haer wreetheyt, t'welc ons een verrijsen// is,
En ghy oock verstaen moeght, dat sonder verdoven,
Voor een beveynsde Paeys, een rechte krijgh te prijsen// is.
Uyt Ionsten Begrepen.. |
|