| |
| |
| |
95 Stellingen
- Zelden wordt de publicatie van woorden zo breed herdacht als die van Maarten Luther aan de slotkapel van Wittenberg, vijfhonderd jaar geleden. In 2017, waarin ook Liter een jubileum viert, verzamelde de redactie onderstaande stellingen over G'd. -
*
1 - ‘Misschien / kom ik morgen / bij u / met een bijl // maar schrikt u niet / want ik / ben God.’ - Jan Arends - 2 - ‘Grote God, als u in de taal woont, maar zich niet in woorden laat vangen, waar bent u dan? In het laatste leesteken van de vorige zin? Ik vraag het maar. Eén klein leestekentje erbij, dat zou al helpen.’ - Stevo Akkerman - 3 - ‘De liefde voor één is een barbaarsheid: want zij gaat ten koste van alle anderen. Ook de liefde voor God.’ - Friedrich Nietzsche - 4 - ‘God was stiller. Het mag in mij gezwegen hebben, God moet toch nog zachter zijn geweest.’ - Esther Maria Magnis - 5 - ‘Snobs mind us off religion / nowadays, if they can. / Fuck them. I wish you God.’ - Les Murray - 6 - ‘God is alles dat goed is, en de goedheid overal in, dat is God.’ - Julian van Norwich - 7 - ‘God van Abraham, God van Izaäk, God van Jacob, niet der filosofen en geleerden. Zekerheid. Zekerheid. Gevoel. Vreugde. Vrede. God van Jezus Christus.’ - Blaise Pascal - 8 - ‘Als God bestaat, is hij eenzaam; als hij niet bestaat, zijn wij eenzaam.’ - Mark de Haan - 9 - ‘Het grote visioen heb ik nog niet binnen.’ - Désanne van Brederode - 10 - ‘Het is aan mij, u laat mij vrij / om uit uw echoënde stilte op te staan.’ - Willem Jan Otten - 11 - ‘If words are all we have as world and god, we must treat them with care and rigor: we must worship.’ - David Foster Wallace - 12 -
‘Natuurlijk - bad ik - / Kon het God iets schelen? / Zoveel als toen een vogel / Tegen de lucht - stampvoetend - / Riep “Geef mij” - / Mijn reden - Leven - / Dat ik leef.’ - Emily Dickinson - 13 - ‘Zijn we geworpen in het bestaan, zijn we verloren, waar vind ik geborgenheid, is geborgenheid ooit mogelijk? Dat zijn de kwesties die om verbeelding vragen.’ - Gerda van de Haar - 14 - ‘Wat dan ook. Ik vind het net zoiets als op je fiets zitten en broem-broem zeggen.’ - Marcel Möring - 15 - ‘God nadert zelf. Zij draagt een blauwe plastic / regenjas en zwaait een netje groene vruchten. / “Ik hoor je wel,” zegt ze, “tast de natuur // niet aan. Zo gilt geen kind van mij.”’ - Anton Ent - 16 - ‘Precies in deze dagen, nu de wetenschap in het bezit komt van zulke ongehoorde resultaten, moet men de ironie ook als wegwijzer aanprijzen.
| |
| |
Het inzicht niet alleen in de mysteries van de mensheid maar ook van god, worden voor zo'n koopje aangeboden dat de situatie bedenkelijk is. Men heeft in onze tijd met al zijn blijdschap over resultaten helemaal vergeten dat een resultaat geen waarde heeft als het niet echt verworven is. Er heerst slechts ongeduld dat oogsten wil voordat er is gezaaid.’ - Søren Kierkegaard - 17 - ‘Ende dat anschijn dat hi doe hadde in dier uren, dat was onsienleec ende onverdrachleec te gherijnne.’ - Hadewijch - 18 - ‘God troont op de lofzangen, maar ook op de haatliedjes van mensen. Hij bestaat bijna niet en bijna wel.’ - Johan Goud - 19 - ‘Also, there is this extraordinary use of the word “believe”. One talks of believing and at the same time one doesn't use “believe” as one does ordinarily.’ - Ludwig Wittgenstein - 20 - ‘Als het mogelijk zou zijn de toren van Babel te bouwen zonder hem te beklimmen zou dat zijn toegestaan.’ - Franz Kafka - 21 - ‘Diep in zijn hart is God een ouwe zeepiraat.’ - Koos Geerds - 22 - ‘Het centrale idee van een groot deel van het oude testament zou het idee van de eenzaamheid van God kunnen zijn.’ - G.K. Chesterton - 23 - ‘Gij zult de bijbel niet voor het proza lezen.’ - W.H. Auden - 24 - ‘Ik win want ik heb een Royal Straight Flush. / Hij wint want hij heeft vijf azen.’ - Anne Sexton - 25 - ‘Het doel van het leven is de dood, de zin van het leven is het verwerven van het inzicht (verzoening met God, herstel van verbondenheid met de kosmos, indienststelling
van het mysterie, wedergeboorte door het overwinnen van de valse bestemming, of hoe men het verder belieft te noemen), waardoor de dood iets irrelevants is geworden, en de mens eerst werkelijk kan leven en mens zijn.’ - Gerard Reve - 26 - ‘God spreekt in me, alleen z'n stem is wat zwak en ouwelijk geworden en mij zelf kom ik vaak overleden voor.’ - Nescio - 27 - ‘Wat is de betekenis van dit alles? Het moet een doel hebben, deze cirkel van afschuw, geweld en angst, want anders is het universum zonder doel, en dat is ondenkbaar.’ - Arthur Conan Doyle - 28 - ‘De verduistering van het Godslicht is geen uitdoven; morgen reeds kan wat tussenbeide trad geweken zijn.’ - Martin Buber - 29 - ‘Het valt te betreuren dat in de discussies in de openbare ruimte over God en religie de theologische vaardigheden van de spreker/schrijver een ondergeschikte rol spelen, waardoor men - met name bij kritiek uit atheïstische hoek - vaak de indruk krijgt dat hier zonder enige kennis van zaken uitspraken worden gedaan. Geen zinnig mens zal het wagen zonder natuurwetenschappelijke training over dna-technieken of de snaartheorie te spreken of te schrijven. Waarom ervaren velen deze terechte eis van voorkennis niet als het om geesteswetenschappelijke fenomenen, zoals God en religie, gaat?’ - Hans van Stralen - 30 - ‘Er was geen onderscheid meer tussen haar lichaam en de ruimte, en alles wat zich in die ruimte bevond en wie daar nog was. Geen afstand. Er was alleen een gloed.’ - Vonne van der Meer - 31 - ‘Het is alleen maar omdat we niet verder kunnen gaan, omdat de taal ons zo geweldig in de steek laat, dat we de zekerheid ervaren van een goddelijke betekenis, die de onze betekenis te
buiten gaat en omgeeft. Wat achter het bereik
| |
| |
van het menselijk woord ligt is de welbespraaktheid van God.’ - George Steiner - 32 - ‘Vijfendertig jaar ben ik [met schaken] bezig geweest. Was het het waard? Ik heb toernooien gewonnen en over de wereld gereisd. In Zuid-Amerika heb ik mannen gesproken uit de dageraad der mensheid en in Azië ging een vrouw voorbij die schreed of zij nooit zou sterven. In een kleine zijstraat in Praag, schuin tegen de berg op naar het slot, heb ik God gezien.’ - J.H. Donner - 33 - ‘Oude vriend, je mag knielen als je dit leest, want nu kom ik tot de zoete kern van mijn bewering. Ik wist nog niet wat ik je wilde zeggen, maar nu weet ik het. Ik wist niet wat ik wilde beweren, maar nu ben ik zeker. Al mijn toespraken waren hoogstens een inleiding, al mijn proberen alleen maar een schrapen van mijn keel. Ik geef toe dat ik je gepijnigd heb, alleen maar om je aandacht te trekken. Ik geef toe dat ik je verraden heb, alleen maar om je op je schouder te kunnen tikken. Tijdens al ons kussen en knuffelen, liefste, wilde ik alleen dit fluisteren: God leeft, en de magie is om ons heen.’ - Leonard Cohen - 34 - ‘Hoe meer onzin iemand gelooft, hoe beter af hij is.’ - Charles Bukowski - 35 - ‘“En, heb je mijn mijn raadsel al opgelost?” zei de Hatter tegen Alice. “Nee, ik geef het op,” antwoorde Alice. “Wat is het antwoord?” “Ik heb werkelijk geen idee,” zei de Hatter.’ - Lewis Caroll - 36 - ‘Als je ziet hoeveel sporters God bedanken voor hun overwinning en als je tegelijkertijd de ellende in de wereld bekijkt, moet je haast concluderen dat God zich alleen om wielrennen, voetbal en tennis bekommert.’ - Geert Hoste - 37 - ‘Het is
een obsessie geworden. Denk vaker aan God dan gij adem haalt, scheef de heidense wijsgeer Epictetus. Dat doe ik. Maar aan welke God denk ik: aan een God die bestaat buiten mij, of aan een God die de schepping is van mijn verbeelding? - Ik ken U niet, maar Gij zijt mijn levensadem.’ - Maria Rosseels - 38 - ‘Toen één van zijn Chassied klaagde over Gods verborgenheid zei Rabbi Pinhas: “Het houdt op verborgen te zijn als je weet dat het zich verbergt.” Maar het houdt niet op zich te verbergen’. - Annie Dillard - 39 - ‘God ging voorbij; / Neen, niet voorbij, hij toefde.’ - Nicolaas Beets - 40 - ‘“Wacht even, mijn jongen!”, sprak hij met zware stem, “je moet eerst geloof leren voor je van de kwink af kunt komen.”’ - Maarten Toonder - 41 - ‘Als God op aarde zou wonen, zouden de mensen zijn ruiten ingooien.’ - Jiddisch Spreekwoord - 42 - ‘Denken dat God minder bestaat als men Hem een kleine g toebedeelt, is net als denken dat de tweede wereldoorlog minder heeft plaats gevonden als men Adolf Hitler zonder hoofdletters schrijft.’ - Benno Bernard - 43 - ‘God is een cirkel waarvan het middelpunt overal en de omtrek nergens is.’ - Empedocles - 44 - ‘Zijn vader wilde weten: “Waarom verspil je je tijd in het bos? Waarom ga je daar steeds heen?” De jongen zei: “Ik zoek God”. En de vader zei: “Maar is God dan niet overal? En overal de zelfde?” “Ja,” zei de jongen, “Maar ik niet.”’ - Elie Wiesel - 45 - ‘Zeg niet wat God wil, dat wil Hij niet.’ -
N.N. - 46 - ‘Ik begrijp niet hoe het komt dat godsdienstige mensen aan God nooit gezond verstand toeschrijven.’ - W. Somerset Maugham - 47 - ‘Gott
| |
| |
‘Ik ken U niet, maar Gij zijt mijn levensadem.’ - Maria Rosseels. (Foto: Henk Rozeboom, slotkapel Wittenberg)
| |
| |
wurfelt nicht.’ - Albert Einstein - 48 - ‘God is de eenzaamheid van de mensen.’ - Jean-Paul Sartre - 49 - ‘Ken je mij? Wie ken je dan? Weet je mij beter dan ik?’ - Huub Oosterhuis - 50 - ‘Indien God niet bestond, moest men hem uitvinden.’ - Voltaire - 51 - ‘God zal me wel vergeven. Dat is tenslotte zijn vak.’ - Heinrich Heine - 52 - ‘Vanuit een verdedigende houding kan niets waars over God gezegd worden.’ - Marilynne Robinson - 53 - ‘Met zijn tweeën aangeraakt worden door dezelfde God. Ziedaar de definitie van de liefde.’ - Herman Brusselmans - 54 - ‘God is geen uitwendige macht die met de vuist op tafel beukt en zegt: “Ho, nu zal ik je eens leren!” Neen, God doet alsof Hij niet eens bestaat, zodat alles aan onszelf wordt overgelaten.’ - Søren Kierkegaard - 55 - ‘In zekere zin herhaalt zich het mysterie van de menswording in iedere vrouw: elk kind dat geboren wordt, is een god die mens wordt.’ - Simone de Beauvoir - 56 - ‘God schiep het eten, de duivel de koks.’ - James Joyce - 57 - ‘jhwh. Wij weten, dat de naam van die vier letters wordt verklaard uit een Hebreeuws werkwoord dat “zijn” betekent. Beter nog, “er zijn”, dus “gebeuren”. En als wij het diep ophalen, dan schijnt die woordstam eigenlijk te betekenen: vallen. Voorvallen. [...] Dat “vallen” waar onze God zijn naam aan gehecht heeft, dat is nu wat van ons ook gevraagd wordt. [...] dat wij vallen, ons
overgeven aan het geheim dat het verval van een rivier uitmaakt.’ - Willem Barnard - 58 - ‘Ik vrees inderdaad voor mijn land als ik bedenk dat God rechtvaardig is.’ - Thomas Jefferson - 59 - ‘Het toeval is de schuilnaam waarvan God zich bedient wanneer hij incognito wil optreden.’ - Albert Schweitzer - 60 - ‘Het is bepaald niet weinig ironisch dat, omdat zowel gedichten als gebeden eenzijdige conversaties zijn, ze allebei een projectie, een bedenken van een publiek nodig hebben.’ - Malachi Black - 61 - ‘Materie is hol en God is de blazer, wangen bol.’ - Hilbrand Rozema - 62 - ‘God zag dat het goed was; maar dat is lang geleden.’ - Wim Gijsen - 63 - ‘Voor God is alles schoon, goed en rechtvaardig; maar de mensen geloven dat het ene onrecht is en het andere recht.’ - Heraclitus - 64 - ‘Ik denk soms dat God zichzelf bij het scheppen van de mens enigszins overschat heeft.’ - Oscar Wilde - 65 - ‘Ik houd van het leven omdat ik God ken en weet dat Hij van mij houdt, niet omdat alles goed gaat.’ - Nicolaas van Cusa - 66 - ‘[zij zegt] “Je bent de ideale schrijver, je ziet alles en je zegt niets.” Waarop Fransje het volgende op een papier zet: “Dat is de definitie van God.”’ - Tommy Wieringa - 67 - ‘Je kunt beter God vermoeden dan hem bestuderen.’ - Herman Finkers - 68 - ‘Wat gij niet kent of niet begrijpt, noemt gij God, en zodra gij het die naam gegeven hebt, wordt gij er bang voor.’ -
Herwig Hensen - 69 - ‘Salve me ab ore Leonis.’ - David - 70 - ‘De mystici vinden hun methode niet in de logica, maar in het leven. Hun kennistheorie luidt dat de geest van de mens in essentie goddelijk is en in staat tot onmiddelijke communicatie met God, the One Reality.’ - Evelynn Underhill - 71 - ‘Als je God aan het lachen wilt maken, vertel hem dan je plannen.’ - Woody Allen - 72 - ‘Als jongeman bad ik tot God: “Geef me kuisheid
| |
| |
en matigheid. Maar nu nog even niet.”’ - Aurelius Augustinus - 73 - ‘Christus is niet meer te vinden waar men de overleefde idylle probeert vast te houden. Hij heeft er zich van losgemaakt, want hij moet verder.’ - Cornelis Rijnsdorp - 74 - ‘Ik spreek Spaans tegen God, Italiaans tegen de vrouwen, Frans tegen mannen en Duits tegen mijn paard.’ - Karel v - 75 - ‘Alleen God bestaat. De mens is gezichtsbedrog.’ - Jean-Paul Sartre - 76 - ‘Dus Einstein had het fout toen hij zei: “God dobbelt niet.” De bestudering van zwarte gaten doet vermoeden dat niet alleen God met dobbelstenen speelt, maar dat hij ons soms verwart door ze te gooien waar wij ze niet kunnen zien.’ - Stephen Hawking - 77 - ‘God is enkel een symbool, een woord, dat werkelijk zijn betekenis verloren heeft, want kerken en tempels hebben het vernietigd.’ - Krishnamurti - 78 - ‘Ik ben een god in het diepst van mijn gedachten.’ - Willem Kloos - 79 - ‘Allen zijn slechts delen van een kolossaal geheel, waarvan de natuur het lichaam is en God de ziel.’ - Alexander Pope - 80 - ‘Ik heb God overal gezien en nooit begrepen.’ - Alphonse de Lamartine - 81 - ‘Ik zoek het woord waarmee God de wereld geschapen heeft.’ - Gerrit Achterberg - 82 - ‘Die liefdevolle armen waar mijn zus zo graag van sprak / moeten dan toch mijn loodzwaar zelf / gedragen hebben, want / hoewel ik in de lege lucht klauw / en niets gevoeld heb, geen omarming, ben ik niet neergestort.’ -
Denise Levertov - 83 - ‘In Genesis staat dat er in den beginne ledigheid was en dat God er op in werkte. Voor een kunstenaar is dat volkomen duidelijk.’ - Willem de Kooning - 84 - ‘En het was daar dat hij voor het eerst in zijn leven het onbeweeglijke in zich voelde, zonder te weten wat het was. Met een zacht plofje landde het in zijn hart.’ - Oek de Jong - 85 - ‘Zou ik het durven zeggen? Men leert God gemakkelijk kennen, als men maar niet poogt hem te definiëren.’ - Joseph Joubert - 86 - ‘Als ik God zou zijn, zou ik alles winnen. Maar ik ben God niet.’ - Louis van Gaal - 87 - ‘De noodzakelijkheid is God. Meer weet ik van God niet te zeggen. En 't spijt me.’ - Multatuli - 88 - ‘God is een komiek, die speelt voor een publiek dat te bang is om te lachen.’ - Henry Louis Mencken - 89 - ‘Als ik tot God spreek, noemt men dat bidden. Als God tot mij spreekt, noemt men dat psychose.’ - Herman van Veen - 90 - ‘A case of contradictories which are true. God exists: God does not exist. Where is the problem? I am quite sure that there is a God in the sense that I am quite sure my love is not illusory. I am quite sure that there is not a God in the sense that nothing real can be anything like that which I am able to conceive when I pronounce this word. But that which I cannot conceive is not an illusion.’ - Simone Weil - 91 - ‘Jij: mag ik / dat zo zeggen of moet het devoot en wie vraagt / dat van mij als ik de laatste ben die tegen je praat.’ - Henk Knol - 92 - ‘Geloven betekent het
verstand verliezen om God te winnen.’ - Lev Sjestov - 93 - ‘God is meer dan een man.’ - Dorothee Sölle - 94 - ‘All shall be well, and all manner of things shall be well.’ - Julian van Norwich - 95 - ‘Het geloof is een lege hand.’ Maarten Luther
|
|