Liter. Jaargang 20
(2017)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Tommy Wieringa
| |
[pagina 3]
| |
daar. De digitaal-technologische tijdversnelling met haar sociale media vergrootte de kloof nog; ieder raakte sindsdien almaar verder opgesloten in zijn eigen waarheid, zijn eigen wereldbeeld, zijn eigen wanen. Alles daarbuiten is vijand, leugen, bedrog. Het waarheidsvacuüm van Facebook en Twitter, verzuiling in algoritmes.
Het wordt koud. In de winter, 's morgens kort na vijven in mijn werkkamer, draag ik AnnekesGa naar voetnoot* zelfgebreide wollen beenwarmers rond mijn polsen en handen tegen de kou. Afgelopen voorjaar deed ik pas de kleren weg waarin ze stierf. Al die tijd lagen ze in mijn werkkamer tussen de boeken. De doden mogen doorschijnend boven je leven staan, hun spullen drukken je neer. Ik kon er moeilijk afstand van doen, de rok, een maillot, haar sokken, een zwart hemd met lange mouwen, haar grote onderbroek en de beenwarmers - de kleren waarin ze stierf op 8 november 2013, vandaag drie jaar geleden. 's Morgens, ik was juist te laat in het hospice in Heemstede door een file voor de Coentunnel; de huisarts had haar al morfine gegeven om de overgang te verlichten. Ze ademde nog, ik zat naast haar bed en schreef een column voor de krant. Eerst kwam P.A. binnen, uit Vlissingen gejakkerd, en om 10.20 u. Jos uit Zwinderen - en met zijn binnenkomst blies ze haar laatste adem uit. Een zucht, haar zonen rond haar bed. Het gehoor, begreep ik later, geeft het pas als laatste op. Ik hoop bij god dat ik haar ook nog heb gerustgesteld in de uren die ik naast haar stervende lichaam doorbracht - dat het laatste wat ze hoorde niet alleen mijn getik was maar ook woorden van liefde en troost.
De kat die ze me naliet is blind geworden. Ik had er eerder, meteen toen ik het melkblauw zag optrekken in zijn ogen, mee naar de dierenarts moeten gaan. Toen ik vorige maand uiteindelijk ging, was het natuurlijk te laat. Klootzak die je d'r bent. | |
9 november 2016Wakker geworden met Donald Trump als nieuwe president van de vs. De man die liegt zoals hij ademhaalt. Een parvenu die de grootste democratie ter wereld aan zijn grillen onderwerpt. Een knoop in mijn maag en een absurde vluchtimpuls. Naar Zwitserland of Terschelling, onder de deken als het niet anders is. Wee de mensheid die voor haar problemen een man als hij als oplossing zoekt. Dit een dag nadat Dit zijn de namen uitkwam bij Melville House, uitgever te Brooklyn. Nu koopt niemand nog een boek. ‘Wil je boeken verkopen,’ schreef Louis-Ferdinand Céline aan een vriendin in Brussel, ‘dan moet de maatschappij een beetje stabiel zijn. Geen vrolijke boel, dit alles.’ Het was 1936. | |
[pagina 4]
| |
De archaïsch-regressieve tendens van deze tijd. De gedurige influistering van angst en wantrouwen. Het Westen, lichtzinnig kegelend met haar democratische instituties. Wij wachten niet langer op de barbaren, wij zijn onszelf barbaren geworden. De Amerikaanse kiezer en Donald Trump sloten een huwelijk van het kleine belang en het grote geld. Het meedogenloze grootkapitaal dat uit de aard der zaak alleen maar aan zichzelf denkt en al het andere kwaadschiks aan zich onderwerpt. De vloek van de wereld. | |
11 november 2016En nou is Leonard Cohen ook nog dood. Hoe hij tijdens een openluchtconcert op het Amsterdamse Westergasterrein de blauwe hemel tot kathedraal zong, met ons als gelovigen daarin. De ontroering. Ik denk vaak aan hem als ik 's morgens in het donker op mijn kussen in meditatiezit neerzink; zijn jaren op Mt. Baldy als zen-monnik. De seshins in de sneeuw, de concentratie op repetitieve, dagelijkse handelingen, richtsnoer in de storm van de tienduizend dingen. Het kalme hart (dat natuurlijk onmiddellijk weer opspringt bij een gebeurtenis, hoe futiel ook). Johnny Cash zong: The beast in me, is caged by frail and fragile bars. Het beest temmen. Sinds de jaren bij Anneke heb ik de vaste overtuiging van maakbaarheid, dat je jezelf kunt omvormen tot een edeler materiaal, of, als dat niet lukt, je ten minste aan jezelf kunt ontsnappen. Een sterke wil kan veel, maar lang niet alles. Het ontbrekende deel - het autonome zenuwstelsel, als het ware, daar waar je met de wil niet bij kunt - hoop ik met meditatie te bereiken. Een zachte ring rond mijn gebrekkige zelfbeheersing, de woede-uitbarstingen. De overige aanvechtingen. Soms lijkt het de dagelijkse handelingen met aandacht te bezielen. Het is vaak prettig om stil te zitten in het halfduister. Sommige problemen met betrekking tot het schrijven lossen zich vanzelf op, een knoop die zich als bij toverslag laat ontwarren. | |
15 november 2016Twee weken geleden vertelde ik de kinderen dat er afgelopen nacht een supermaan te zien zou zijn. Eergisteren vroeg Zoë: ‘Is het al twee weken?’ De maan ging schuil achter een wolkendek. De grootste maan van de eeuw, mijn enige kans. De volgende eeuw is voor anderen. De nacht grotendeels wakker gelegen. Voorstellingen. Scenario's. Onophoudelijk. | |
[pagina 5]
| |
18 november 2016Amazigh. Vrij man! | |
30 november 2016Wie zei ook alweer ‘Van debuut tot oeuvre kruipen we voort’? Prosternerend op weg naar het laatste woord. Procrastinerend ook. Nieuwssites, koppen thee, mandarijnen, boeken. ‘Als je me maar blijft schrijven’ vandaag, de briefwisseling van Manon Uphoff met de stervende schrijver Herman Franke, terwijl ik toch eigenlijk Hongerjaren van Mohamed Choukri moet lezen. Denken aan de oude man in Quanzhou die elke dag duizendmaal op een rots slaat en na tien jaar zijn handafdruk in de steen ziet verschijnen. (Hetgeen niet eens zijn bedoeling was.) Ik ben gevoelig voor zinloze demonstraties van uithoudingsvermogen en plichtsbetrachting. Duizend woorden op een dag, duizend slagen op de steen. ‘O sla de rots, opdat ik ween.’ Gistermiddag opnieuw op Terschelling geland, waar ik bijna drie maanden geleden Het jaar van de aardappel voltooide. Verlangen naar herhaling van het wonder. Het eiland vanuit de verte in chirurgisch licht gezien, het heldergele schijnsel - opwinding alsof ik over zee de Lofoten of de Hebriden naderde. Het huis was koud en vol dode pissebedden. Vuur gemaakt en ragù gekookt naar recept van Marcella Hazan. Miste maar drie ingrediënten. Een pannetje op het vuur brengt je onmiddellijk thuis, waar je ook bent. 's Avonds bericht dat Hazel haar eerste twee tanden verloor. Onder midden. Mijn verrukkelijke, toegewijde dochter met haar bodemloze ogen - nu met fietsrek. Ik mis alles van hun jeugd al terwijl het er nog is. Niets van de leringen van de Boeddha, Lao zi of Zhuang zi beklijft, ik ben geheel opgetrokken uit wanhopig begeren en verdriet om het verlies van wat niet te bewaren valt. | |
1 december 2016In twee dagen geen mens gezien, op een fietser in de verte na. Scrivere. De wandeling gisteren: tweetonig: de wind die door het helmgras en de heide waait en ver weg het rollen van de zee, monotoon en diep. Ik kon wel janken om de kleuren in de schemering; het bleekgroene mos, het paars van de heide, het vale gele gras dat me zo sterk aan steppe en paarden deed denken dat het eiland talloos veel andere plaatsen werd.
De wandeling zojuist: achter een duin het hinniken - een klein paard sloot zich in de schemering bij de kudde aan, zijn volk. Op een hoog duin twee wandelaars op | |
[pagina 6]
| |
de rug gezien, een hond ging voor ze uit. Even later een schokje bij het zien van een fietser op het pad dat het duingebied doorsnijdt - de inbreuk op mijn half-extatische eenzaamheid. Toen het al bijna donker was het silhouet van een wandelaar vlakbij. Twee honden, gejaagde flitsen in het duister. ‘Hallo,’ zei een vrouwenstem. Ze ging voorbij. De schemering, je ogen tastend, niet wetend of de donkere bult in de verte een liggend paard of een homp struikheide is. Zo zijn onze eerste verhalen geboren, in de mist, het halfduister, het onvaste terrein waar het een het ander wordt. | |
10 december 2016Vijf dagen op een kamer. Hotel Wolcott, room 1116. Manhattan in de diepte. Getoeter, sirenes, het brommen van machines. Het verouderde leidingwerk in de kamer, sinds 1904 in bedrijf, toen het hotel zijn deuren opende. De radiator sist en tikt alsof hij elk moment kan ontploffen. (Hetgeen deze week gebeurde, ergens in deze stad. De kranten schreven erover, hoe twee kleutermeisjes gedood werden door gloeiendheet stoom uit een gescheurde radiator. Foto van de huilende vader, een tattoo artist die z'n leven weer op de rit probeerde te krijgen; hij en zijn gezin zaten in een huisvestingsprogramma nadat ze dakloos werden. De huisbaas stond op de lijst van honderd ergste huisjesmelkers van de stad. Heijermans in The Bronx. Het gevaar is overal. Het heeft het op onze kinderen voorzien. Maar onze kinderen verachten ons om onze mantra's van voorzichtigheid. Ze weten niet dat een radiator kan ontploffen. Ze weten niet dat ze nog in leven zijn door onze oplettendheid. Ze weten niet dat ik een hek voor ze liet plaatsen rond de tuin, een ladder in de vaart, stoeltjes in de auto, een pin op het hek, een hek voor de trap, een beveiliging op de stopcontacten, een scherm voor de haard - dat ik, kortom, al zes jaar rampen afwend. Ze weten niet dat ze het kostbaarste bezit op aarde zijn.) 's Avonds een interview of een lezing; op donderdag met de nerveuze Ier Colin Barrett, een geweldig kortverhalenschrijver, en op zaterdag met Szczepan Twardoch, een Pool die een boek schreef over Joodse gangsters in Krakau, dat me sterk leek maar niet in Engelse vertaling beschikbaar was. Liep, toen ik de plee in de kleedkamer verliet, in de armen van Salman Rushdie. Dwanggedachte: jezelf onsterfelijk maken bij twee miljard moslims. Praatje over de Boekenweek 2001, toen hij het geschenk schreef. Een grotere schoonheid dan zijn vriendin Padma Lakshmi had de stad nog nooit gezien.
Gistermiddag geluncht met Michael Carlisle, literair agent die These are the names onderbracht bij Melville House. Enthousiasme is een verdienmodel. Zijn aanstekelijke energie. Alles vleiend, nergens een woord dat niet ten diepste gemeend leek. Hij bleef op de cover van tatn kloppen om het belang ervan te benadruk- | |
[pagina 7]
| |
ken. ‘Alles klopt,’ zei hij, ‘je boeken zijn goed en belangrijk, je hebt prijzen, vertalingen, een uitgeverij die alles voor je doet; wat we nog missen zijn lezers.’ De schrijver zonder lezers boog het hoofd. Hij had plannen voor me. Ik begreep waarom sommige meisjes voor loverboys vallen. Een sterke handdruk; een bloedlijn van Russische boeren. In de vs werden ze uitgevers en academici. Zijn echtgenote is opvallend veel ouder dan hij: 64 om 84. Hij sprak vol liefde over haar en wilde me haar op zijn smartphone laten zien, hoe jeugdig en goed geconserveerd ze was, maar was het apparaat op kantoor vergeten. Ze zijn 33 jaar samen. Een wereld aan intieme vragen, die ik niet stelde.
Mezelf deze dagen ontslagen van toeristische plicht. Zag net pas dat mijn raam al vier dagen uitkijkt op het Empire State Building. De novelle telt zeven hoofdstukken en 14.000 woorden nu. Nog drie hoofdstukken te gaan. Het ziet ernaar uit dat ik haar op tijd af zal hebben. De mensen die je spreekt nog altijd in shock over Trump. Veel onzekerheid over de richting die de Westerse wereld neemt. | |
14 december 2016Een plukje kraaien op de Kruisweg. Een zwaan in de berm, de lange hals slordig geknakt in het gras, zijn ribbenkast geopend naar het licht. Het roze vlees bij de opening, de donkere ingewandsruimte al leeggevreten. De kraaien, is hun vreugde groter bij een vers kreng dan bij een oude boterham? De afgelopen weken 's nachts de paringsroep van een vos gehoord, een hoog, verontrustend gillen. Ik vrees voor mijn oude, blinde kat. | |
15 december 2016Vanmorgen op de Kruisweg, waar gisteren de zwaan lag, een stralend witte buizerd op een metalen paal gezien. Metamorfose. Laag boven het weiland verdween hij in de mist. Jos was hier. Ik maakte chili con carne met de bruine bonen uit de nalatenschap van zijn moeder Anneke. Tientallen kilo's bonen, koffie en andere levensmiddelen troffen we na haar dood aan in de voorraadkast van haar huisje op de heide van het Mantingerveld. Jos nam de koffie, ik de bonen. Ze waren in de zomer van 2014 | |
[pagina 8]
| |
al over datum maar na 24 uur in de week en een uur of zes koken zijn ze nog goed te doen. Ik heb nog een kilo of tien over. C. vraagt telkens of we er nu doorheen zijn. In mijn moeders voorraadkasten troffen we vorig jaar honderden kilo's gevriesdroogd en ingeblikt voedsel aan, alsmede kasten vol overlevingsartikelen, van tondeldozen tot knijpkatten en thermodekens. Op haar boventerras stond een generator onder een afdak en in een van de kamers kasten vol jerrycans met honderden liters diesel en petroleum. Ze leefde met een krachtige eindtijdelijke verwachting, die moeder van mij, die sterker werd naarmate haar eigen einde naderde. De apocalyps is een ouderdomsziekte, zei ik eens tegen haar. Ik ben een zoon van twee preppers; mijn voorraadkast is tot barstens toe gevuld met gedroogde bonen en grote, messingkleurige blikken vol gedroogde rijst, pasta, snijbonen en wortelen voor de eindtijd die zij voorzagen. ‘Mahlzeiten in Notzeiten’, houdbaar tot juni 2019. De ondergang werd voor die tijd verwacht. | |
17 december 2016Een vreemd ding is het dagboek, waar de dag van gisteren boven die van vandaag staat, en de dag van morgen onder deze dag zal staan. Vanuit het verleden lees je je naar het heden toe, in omgekeerde chronologie. Het eerst lees je wat het langst geleden is gebeurd, als Von Schliemann die vanuit de tiende laag Troje opstijgt naar de eerste, terwijl hij het natuurlijk andersom blootlegde: van de jongste laag groef hij zich naar de oudste. Het zou dan ook logischer zijn om het dagboek andersom te rangschikken; ik probeerde het in dit Word-document maar het resultaat is vreemd, onnatuurlijk. | |
18 december 2016Zondagmorgen. Met een kater in bed, grijs licht door de ramen. De kinderen vanaf een uur of acht bij ons. C. pakt heimelijk mijn hand en legt hem op haar geslacht. ‘Ga maar tv kijken beneden, kinderen.’ Twaalf jaar bijna; het wordt tijd dat ik een grote roman over het huwelijk schrijf, dat literair verwaarloosde vehikel voor lijden en geluk, schoonheid en tragiek. | |
25 december 2016John Verhave is overleden; zijn dochter belde me om het te vertellen. Een cascade van achteruitgang na een longontsteking. Ik zag hem het laatst bij de presentatie van Honorair kozak, waar we hem met zes rugbyers naar de eerste verdieping van de Hollandsche Manege tilden in zijn rolstoel. Ook mijn moeder tilden we die avond in een rolstoel omhoog - twee weken later overleed ze. Nu hij, de sater. We | |
[pagina 9]
| |
streden op school omdat hij me verdacht van plagiaat bij een werkstuk over Multatuli en twintig jaar later streden we opnieuw omdat hij me verdacht van plagiaat bij Joe Speedboot - daarna sloten we vrede. Ik bezocht hem in het huis dat hij bouwde toen hij nog valide was, in de Friese Wouden, hij las me ‘Herfst’ van Vasalis voor, ontroerd vanwege de regels: ‘[...] en voel de vrijheid van een grote liefde / die ruimte laat voor wanhoop en twijfel en gemis.’ Toen ik die woorden in april dit jaar weer eens las, schoten me met zes jaar vertraging de tranen in de ogen. Of ik een toespraak wil houden, vrijdag in de kerk in Diever. Een kwelling vanwege de ambiguïteit. Ik bewonderde en vreesde hem, maar hield niet van hem. Later, veel later, toen hij verzacht was door tijd en tegenslagen, toen pas. Soms bezocht hij Anneke in de schoolpauzes om met haar te slapen. Ze noemde hem een zinnelijk man. Ik herinner me dat ze het me eens vertelde, dat John ‘kwam neuken’ in de pauzes. Alle mensen in dit verhaal zijn dood. | |
27 december 2016Zouden mijn vader en ik nog honderd jaar leven, dan zouden ook de laatste verschillen tussen ons verdwenen zijn; we zouden niet meer weten wie de vader was en wie de zoon, wie sprak en wie zweeg, wie de grap maakte en wie lachte. We zouden één geworden zijn, identiek in onze stemmen, gebaren en mimiek.
Vanmorgen om half zes begonnen aan het slotstuk van De dood van Murat Idrissi, vanmiddag om half drie was ik klaar. Zoals altijd: niks klaroenstoot. Tristesse eerder. |