‘Dit is mijn manier om één te worden met Allah’, antwoordde hij vroom. ‘Mijn moeder noemt dit theosis. Zij is mijn grote voorbeeld. En ze begrijpt waarom ik dit doe, want ik ben geboren op 2 oktober, de naamdag van Andreas van Constantinopel, een heilige dwaas.’
Op zaterdag werd het uitgezonden. Buiten was het dertig graden. Ik had mijn oranje gordijnen dichtgedaan en mijn kamer werd een bedoeïenentent. Ik kon het zand ruiken. En ja hoor, daar was Kyril, met een dunne blauwe sjaal om zijn hoofd. En nog tijdens de uitzending stroomden de reacties en foto's binnen. Van jongens uit andere landen, die ook besloten hadden om een sluier te dragen. Daar was Faisel uit Casablanca, met een zwarte sjaal om zijn hoofd. Vinny uit Melbourne was veranderd in een Toeareg. En een aantal jongens uit een Parijse voorstad droegen rode bivakmutsen.
Kyril had volgelingen gekregen uit alle landen van de wereld. Ze kwamen op voor het recht om als man een sluier te dragen, om jezelf te verbergen voor de blik van de ander, de blik van God.
Een Bulgaarse zakenman uit Londen en directeur van een groot reclamebureau vond Kyrils blog en stuurde hem een e-mail. Mijn vriend kreeg een baan als trendwatcher in Londen aangeboden. Op de kortste dag van het jaar vertrok hij. We namen afscheid op de militaire luchtbasis die inmiddels is gesloten. Zijn privé-helikopter naar Amsterdam stond al klaar, de piloot zwaaide. Ouarda, Wouter en ik stonden op een uitgestrekte landingsbaan. Het asfalt trilde in de verte, veegde alles van de aarde. Wouter omhelsde Kyril. Daarna zei hij tegen mij:
‘Vergeet mij gewoon. Beloof je dat? Over een jaar is iedereen mij vergeten.’
Ik knikte. Ouarda stond voor hem, vermagerd en beverig, in een zwarte jurk, en ze werd bijna door de ronkende wieken van de helikopter weggeblazen. Kyril knikte naar haar, terwijl hij zijn wapperende capuchonsjaal in bedwang probeerde te houden.
De helikopter steeg langzaam op.
Maar wij zijn er nog, hier op aarde, hier op deze school met de roze kluisjes, de grote ramen in de aula en de geometrische vlakken zomer op het linoleum. Wouter, Ouarda en ik, wij blijven hier. Net als Mehmet de Veroveraar. En de brugklasmeisjes, die af en toe hun lunch over de vloer kotsen. En de conciërge, die dan zachtjes bromt dat ze beter niet kunnen eten. Nee, ze moeten afvallen, afslanken, vasten, totdat ze erbij neer vallen, totdat ze gewichtsloos zijn en wegvliegen, met de wind mee.
Joost Vormeer won in 2013 de El Hizjra Literatuurprijs. Hij publiceerde korte verhalen online op de website van De Revisor, De Optimist en Hard//hoofd.