Aart G. Broek en Menno van der Beek
Nalatenschap Boeli van Leeuwen
Inleiding op nagelaten teksten van Boeli van Leeuwen
Boeli van Leeuwen leefde en stierf op Curaçao. Hij kwam als jongen naar Nederland, studeerde hier, en ging via Spanje en Venezuela terug naar zijn eiland. Al had hij dus een Europese opleiding, hij voelde zich vooral een eilandbewoner en een Caribisch mens, met een gezond wantrouwen tegen Europees artistiek gepieker: ‘Ons wil het hier voorkomen dat Europa aan constipatie lijdt. [...] De tocht van Paulus, de tentenmaker, wordt ademloos aangehoord. Maar wat moet ik beginnen met mijnheer Proust in zijn donkere kamer van Damocles, mijnheer Samuel Beckett half begraven op het toneel, en al die drenzerige verhalen van mannen die over hun vaders zitten te tobben?’
Zelf schreef hij onstuimig, profetisch en met veel gevoel voor humor en drama. En, in weerwil van zichzelf, ook vrij veel over al dan niet succesvolle vaders. Een veelschrijver was hij niet. In 1988 publiceerde hij zijn laatste roman Het teken van Jona, in mijn beleving zijn magnum opus, waaruit ook bovenstaand citaat komt. Er zijn nog ongepubliceerde teksten, waarin Van Leeuwen-kenner Aart G. Broek ons hieronder een inkijkje geeft.
Menno van der Beek
*
De literaire nalatenschap van mr. dr. Willem Cornelis Jacobus (Boeli) van Leeuwen (1922-2007) werd in december 2013 ondergebracht bij het Letterkundig Museum in Den Haag. Hiertoe behoren versies van de drie romans die Van Leeuwen in de jaren zestig in Nederland publiceerde: De rots der struikeling (1960), Een vreemdeling op aarde (1962) en De eerste Adam (1966). In de opvolgende vijftien jaar vereisten zijn opgroeiende kinderen en zijn werk als Secretaris van het Eilandgebied Curaçao Van Leeuwens aandacht. Eenmaal ontdaan van de last van zijn functie, verraste Van Leeuwen zijn lezerspubliek met de romans Schilden van leem (1985) en Het teken van Jona (1988) en een bundel columns, Geniale anarchie (1990).
In de nalatenschap bevinden zich enkele vingeroefeningen voor (waarschijnlijk) romans, die stammen uit de jaren zeventig. Hiertoe behoort het typoscript