en de vertrouwde omgeving die daarbij hoort, geloof in God, enzovoorts. Wat je verliest, vervang je; het kalf dat zijn vlies kwijtraakt staat op uit de rouw en zoekt naar vervangende liefde, houvast, hernieuwd vertrouwen en een vervangend thuis. En zo komt Rijneveld tot formuleringen als ‘ik hoorde dat thuis geen plek is maar een welbevinden’. Ze schreef de gedichten beslist met gevoel, maar liet de emoties niet toe tot de tekst, wel de ratio en de fantasie, conform de wens filosoof en/of beeldhouwer te worden in een van de gedichten.
Eigenlijk is de ik-persoon, die veel overeenkomsten met de auteur vertoont, op zoek naar zekerheden die niet verloren gaan. Het lijkt erop dat de ik zichzelf en anderen gerust wil stellen, en dat is een logische reactie op de woeligheden waarover de gedichten gaan. Veel gedichten bestaan uit herinneringen en reflecterend commentaar daarop, al dan niet in de vorm van wijze uitspraken. Daar zijn heel mooie fragmenten bij, zoals dat opa zegt ‘dat er meerdere verboden vruchten in de mens verkeren maar het op / een dag toch wel verteert en je iemand voor het eerst zal horen zeggen dat je er mooi // bij ligt alsof alles om eten draait en God de begraafplaats als een bord dresseert’ en: ‘Ze zeggen dat alles uit zaad bestaat en de wereld één grote moestuin is’.
Deze is ook mooi, maar klopt niet: ‘een omhelzing heeft soms ook meerdere rondjes om elkaar heen nodig’. Het is overigens Rijnevelds stijl om eens in de zoveel regels zinnen grammaticaal te ontregelen of niet af te maken, wat niet betekent dat haar gedichten niet te begrijpen zijn - haar poëzie is toegankelijker dan veel andere hedendaagse poëzie. De herhaling van bepaalde formuleringen, waaronder erg vaak ‘hij zegt’, irriteert op den duur wel een beetje en het gebruik van metaforen had op een aantal plekken gedoseerder, consistenter of scherper gemogen. De invloed hiervan op het leesplezier is echter gering.
Kalfsvlies heeft enige, niet onbelangrijke religieuze binding. De bundel opent er zelfs mee. In ‘Als het je overkomt’ blijkt een schaap overreden te zijn - maar het schaap is meerduidig, daarmee ook het gedicht - en wordt er getreurd, geleden. Er wordt vlees en bloed herinnerd, wijn gedronken, zelfs wijn gehuild. Een gek en sterk beeld. In een ander gedicht kijkt een vader na zijn pensioen alleen nog naar de hemel ‘voor de vogels en voor een glimp van God’. Of hij de glimp opvangt, laat Rijneveld in het midden. En zo zijn er meer verwijzingen.
Dan is er nog het gedicht waarin de oerknal genoemd wordt als de ik en een ander met de auto op weg zijn: ‘Er was een vogel uit zijn zwerm gevallen en er keerde een stilte / in zoals sommige wetenschappers de oerknal omschrijven, enkel wat ruis / van de motor in een ruimte die wij onderweg noemen, het slikken in de / keel een vorm van sporen uitwissen, schrik onder de borst te houden / het zwarte gat als een uitdijend heelal in een mensenlijf door al die / opgekropte duisternis [...]’. Ja, Kalfvlies is een fraai spel van metaforen en betekenissen.
Marieke Rijneveld, Kalfsvlies. Atlas Contact, Amsterdam 2015, 64 blz., €19,99.
Ruben Hofma