Een brief is een liefkozing
‘Een e-mail is een por waar een brief een liefkozing is, en brieven hou je om je heen om ze later opnieuw te ontdekken’, schrijft Simon Garfield in Ode aan de brief. Kroniek van een verdwijnend fenomeen. Ik ben geboren in 1988, dus brieven waren voor mij nooit een gewoon communicatiemiddel. Als kind had ik nog een penvriendin, maar na een paar jaar vervingen we onze handgeschreven velletjes briefpapier door snellere e-mails. Toch greep ik weer naar de pen toen ik verliefd werd op een klasgenoot (en hij ook op mij). Alle overdadige liefdeswoorden die ik als tiener naar hem schreef, hoorden slechts thuis in een brief. Dat onderstreepte dat het ernst was met die gevoelens.
Garfield wil ervoor waken een te pessimistisch ‘anti-emailboek’ te maken, schrijft hij. Maar door de gedrevenheid waarmee hij een schat aan brievenrijkdom opgraaft, is zijn boek één groot pleidooi voor het blijven schrijven van brieven; en dus toch een klein beetje anti-email. De bijzondere kaft van Ode aan de brief wekt bij mij meteen gevoelens van nostalgie op: in rood-wit-blauw reliëf bootst de omslag het randje na van de Britse envelop. Garfield: ‘[Dit] is een boek over wat we zijn kwijtgeraakt door de e-mail in plaats te stellen van de brief: de post, de envelop, een pen, trager malende hersens, het gebruik van onze gehele hand (en niet slechts de vingertoppen).’
Zijn enthousiasme over de brief in al zijn gedaantes spat van de pagina's af. Hij schrijft over de brief in de Romeinse tijd, over het schrijven van de perfecte brief, over het kopen van brieven en, natuurlijk, over liefdesbrieven. Eigenlijk zeg ik het verkeerd: hij schrijft niet over, maar laat juist de brieven en hun verhaal spreken. Pagina's lang vertelt Garfield anekdotes en informatie rondom sappige, literaire, pittige briefpassages. Hij is een boeiend verteller, en brengt de lezer tussendoor veel bij over de geschiedenis van de brief.
Geënthousiasmeerd door Garfield spitte ik mijn verzameling met oude schrijfsels door. Tussen de brieven die ik heb bewaard sprong er voor mij één in het bijzonder uit. De brief die me op stel en sprong innam voor de afzender ervan. Op een dag lag deze brief op mijn deurmat, onverwachts, na een bijzondere avond in zijn gezelschap de week ervoor. Helaas was hij getypt, maar hij ondertekende hem met pen: ‘Sorry voor het typen’. Nog steeds denk ik dat zijn brieven er mede de oorzaak van zijn dat ik verliefd op hem werd. Maar waarom werken brieven zo betoverend? Dat heb ik me toen regelmatig afgevraagd.
In mijn scriptie over de soms erotisch getinte liefdesbrieven van Anna Blaman, onderzocht ik (misschien wel een beetje om die persoonlijke reden) de verleidingskracht van brieven. Ik analyseerde hoe Anna Blaman in haar brieven intimiteit creëert tussen haarzelf en de geadresseerde. Een manier om dit te doen is ‘writing to the moment’, een uitdrukking van briefromanschrijver Samuel Richardson: het wekken van de suggestie van directheid. Een andere manier is juist verwijzen naar de materialiteit van de brief