Liter. Jaargang 18(2015)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] Robin Kramer Gedichten Oosterwolde Mijn schoonvader en ik zitten aan de tuintafel hij schilt asperges, ik schrijf dit gedicht we drinken bier en zeggen ‘lekker’ na elke slok en hij vertelt over de nijlganzen in de sloot en ik vraag is dat erg dan en hij zegt nee dat is niet erg er zitten gewoon nijlganzen in de sloot en ik dacht laat ik dat vertellen en de zon schijnt en de dienst was aardig en ik denk dat ik ga trouwen als september komt [pagina 25] [p. 25] Zwolle Misschien moest ik vertellen over de galbulten op mijn buik of over dat ik mijn broertje mijn asbakken heb gegeven - hij gaat op kamers - Maar ik bleef maar ratelen over de windvlagen die rond achten komen en dat alle cafetaria's dan sluiten en hoe ik me dan voel als de kerkklokken luiden wetend dat er weer iemand dood is Nee, zei ze toen dan wordt er iemand begraven die zijn meestal al vier, vijf dagen dood En ik dacht: wat duren die vier, vijf dagen toch eigenlijk lang [pagina 26] [p. 26] Kunstwerk De laatste tijd denk ik na over een soort kunstwerk: In een witte, lichtgevende ruimte een doos of een doek, ook wit, ook lichtgevend Daaromheen mensen die zuchten en hoofdschudden van schoonheid Maar hoe begin je zoiets Vorige Volgende