Elsbeth Cochius
Gekerfde poëzie
Linosneden
Elsbeth Cochius maakt vooral linosneden. Ze gebruikt grote formaten en veel werk is zwart-wit. Maar een klein experiment op de computer leert dat haar werk altijd imponeert, of haar werk nu wordt vergroot of verkleind. Dat doet ze trouwens zelf ook. De kijker wordt bijvoorbeeld met zijn neus in de reusachtige realiteit van grassen en riet gedrukt en er is een variërende herhaling die altijd leidt tot een doordachte compositie. Maar zoveel grasblad na grasblad kan er niet zijn of ik zie aan het einde daarvan een wit. Zou dat ruimtegevend duin zijn?
Niet al haar werk zoomt in op de omgeving. Er is ook landschap, er is een man in een boot, maar is het niet het gras dat zich herhaalt, dan is het wel de weergave van water en lucht, altijd variërende herhaling. Soms wordt de afstand nog groter en komen mensen in dienst te staan van een compositie, blokjes of streepjes worden mensen, met of zonder boek. Messcherp is het allemaal en wat een vaardigheid legt Elsbeth Cochius aan de dag. Valt me eerst op hoe fraai de naakte figuren - en daarvan tel ik er al gauw tachtig - één geheel maken, als ik langer kijk, zie ik dat elk afzonderlijk naakt een fraaie lino zou opleveren.
Het kan niet anders of Cochius is in haar werk ook in gesprek met andere kunstenaars. Ik kom in ieder geval Munch tegen, Haring, Escher, Van der Leck, Matisse, Van Gogh en zijn liefde voor Japanse prenten.
En ze laat me dromen. Een enorme zwerm kraanvogels vliegt langs en ik lijk mee te mogen vliegen. Ergens anders zie ik bomen zoals ik ze alleen zou kunnen zien wanneer ik vleugels had. Cochius heeft ze.
Gekerfde poëzie zijn haar lino's zijn, scherp gesneden dromen, zwart-op-witte stilte. Werelden en kruimels, metershoog maar ook op tien bij vijftien centimeter.
Len Borgdorff