Maarten Elzinga
Als het proza voorbij is
Over Les Murrays poëtische pyromanie
De gedichten die we voor dit Liter-nummer hebben vertaald, vormen een bonte naoogst uit ouder en nieuw werk van Les Murray: ‘De deurwachter’, ‘Antropomorfica’ en ‘De nieuwe Moreton Bay’ zijn afkomstig uit The People's Otherworld (1983), ‘Thuisstrand’ en ‘Performance’ uit Subhuman Redneck Poems (1996), ‘Roem’ uit Taller when Prone (2010) en de overige vijf uit Waiting for the Past (2015). Ze zijn min of meer losjes gerangschikt om de verscheidenheid aan thema's en stemmingen zo goed mogelijk te laten uitkomen, met ‘Roem’ en ‘Performance’ als omlijsting van dit poëtische potpourri, goed voor een lezing (in Murrays karakteristieke uptempo) van circa vijftien minuten.
In het laatste gedicht, ‘Performance’, beschrijft Murray (die bekend staat om zijn trance-achtige, quasi-sjamanistische voordracht) zo'n lezing uit eigen werk in de metaforische termen van een vuurwerkshow. Over de chute na de twaalfde regel merkte hij eens op: ‘Bijval, applaus en erkenning maakten me vroeger altijd doodongelukkig. Je wist dat je ervoor zou moeten boeten.’ En aan collega-dichter Geoff Page bekende hij: ‘Het moeten incasseren van de waardering van honderden mensen kan me dagenlang in een diepe depressie storten.’ Natuurlijk is die paradoxale reactie intrinsiek verbonden met een hunkering die door geen enkel applaus kan worden geblust. Ironie is voor een dichter die zijn poëzie unverfroren opdraagt aan de Glorie Gods niet zomaar een stijlmiddel. ‘Je beschuldigt me ervan in God te geloven’, schreef hij in 1961 aan een vriendin. ‘Dat doe ik ook, maar de ellende is dat ik Hem niet dien. Het grootste deel van de tijd dien ik mijn eigen stupide ijdelheid.’
In het licht van deze ongenadige - of begenadigde? - zelfkritiek is het ontroerend om te zien hoe Murray een halve eeuw later zijn neiging tot verbaal vuurwerk weet te beteugelen. ‘Streef naar beknoptheid, vermijd gezwets, laat ons met je mee voelen en kijken’, raadt hij jongere collega's graag aan. De ‘Vogelmonogrammen’ vormen wat dat betreft misschien een non plus ultra dat we in de vertaling slechts konden benaderen. In het Engels zijn deze ‘Bird Signatures’ echte haiku's, althans wat het aantal lettergrepen betreft: 5-7-5.
Maar genoeg gezwetst! Om de eregast van Liter in het jaar 2015 nog één keer te citeren, ditmaal onvertaald maar dan ook onversneden en met hartgrondige instemming: ‘God, at the end of prose / somehow be our poem.’