Tjerk de Reus
In memoriam Ad den Besten
‘Klein danklied’, dat bij zijn begrafenis op 7 april 2015 gezongen werd, is karakteristiek voor Ad den Besten: ‘Gij hebt o God dit broze / bestaan gewild, / hebt boven 't nameloze / mij uitgetild.’ Dat zit niet alleen in het gelovige besef dat eruit spreekt, want dat vind je vaker terug in zijn poëzie en zeker in zijn kerkliederen. Wat hier opvalt is ‘het nameloze’, een zelfstandig naamwoord dat hij vaker gebruikte en voor zijn besef raakte aan wezenlijke kwesties. De dichter is een ‘naamzegger’ bij uitstek, meende Den Besten, en daarmee benoemt hij het ‘nameloze’, waarover straks meer.
Adrianus Cornelis den Besten overleed op 31 maart, een paar weken na zijn 92-ste verjaardag. Met hem stierf de laatste dichter van het ‘Landvolk’, het gezelschap dichters dat vanaf de vroege jaren vijftig werkte aan wat in 1973 als Liedboek voor de kerken zou verschijnen. Den Bestens ‘Klein danklied’ verscheen niet in het Liedboek, wel in Een stem boven het water uit (1973), zijn vierde gedichtenbundel, om in 2013 opgenomen te worden in het nieuwe Liedboek. Zingen en bidden in huis en kerk. Het drie strofen tellende ‘Klein danklied’ is nogal eens gebruikt in rouwadvertenties en kreeg in de loop der tijd een zekere bekendheid. Dat heeft allereerst iets te maken met de fijnzinnige evocatie van het breekbare menselijke bestaan, maar toch ook met de naam van de dichter, die associaties oproept met veel meer dan alleen kerkliederen.
Den Besten was decennialang een bekend spreker en publicist. Nog voor de oorlog gaf Den Besten zijn eerste letterkundige lezing en hij zou vooral vanaf 1950 eindeloos vaak optreden als spreker in boekhandels, op scholen en universiteiten door het hele land. Vrijwel altijd ging het over moderne poëzie; vanaf de jaren tachtig vaak over Hölderlin, wiens werk hij vertaalde. Bovendien liet Den Besten geregeld van zich horen in kerkelijke kring, bijvoorbeeld als het ging om politiek en theologie; om de kerken in de ddr; de Matthäus-Passion; de secularisatie en noem maar op. Den Besten was een bekende figuur op tal van terreinen en hij wist vaak aan te haken bij relevante discussies. Steevast liet hij een eigen geluid horen, of het nu ging om de tegenstelling kapitalisme-socialisme, de doorbraak van de Vijftigers of het auteurschap van het Wilhelmus, waarop hij in 1983 promoveerde.