2 - De spiegel van Svyato
In onze gang hangt een grote wandspiegel. De spiegel is de wand - een meter breed en twee meter hoog. Wie van de voordeur naar de woonkamer loopt, moet erlangs - en komt daarmee altijd zichzelf onder ogen. Het dwingende van dat zelfbeeld slijt. Na ruim zes jaar vergeet ik soms dat de spiegel er is. Meestal denk ik er pas aan als mijn zoon er een gekke bek in trekt, op weg van het tandenpoetsen naar het verhaaltje-voorhet-slapen. De betekenis van die interactie, van een peuter met zijn eigen zelfbeeld, slijt echter niet. Dat is te danken aan een andere peuter, genaamd Svyato, de zoon van de Russische filmmaker Victor Kossakovsky. Die besloot bij de geboorte van zijn jongste zoon alle spiegels uit huis te verwijderen. Pas als peuter liet hij zijn zoon zonder aankondiging kennismaken met zichzelf - in een bewust neergezette spiegel. Die ervaring filmde Kossakovsky in een adembenemende documentaire, die te zien was als rite de passage in de hiervoor genoemde serie films en essays. Op zaterdag stuiterde Ottens opwinding over wat de kleine Svyato doormaakte van de krantenpagina's. Op maandagavond keek ik met open mond mee. Toegegeven: ik had de film al eens gezien, maar de fascinatie bleef. Een jongetje dat nog niet kan praten ziet plotseling in het glas een ander. Met die ander wil hij contact en dus schreeuwt hij ertegen, slaat met speelgoed op het glas en maakt stoere gebaren. En dan komt zijn vader, de filmmaker, erbij en begeleidt zijn zoon bij zijn eerste letterlijke zelfbeeld.
Het is ontroerend, fascinerend en ergens ook shockerend: een onwetende peuter als hoofdpersoon in een kunstig, psychologisch experiment. Misschien voelde ik dat extra hevig omdat ik wist dat ik vader zou worden: mijn vrouw was enkele maanden zwanger; het jongetje - inmiddels ongeveer even oud als Svyato in de film - trekt nu gekke bekken naar zichzelf in de spiegel.
Zo'n korte, hevige rite de passage heeft mijn zoon niet gekend. De dominante wandspiegel viel niet af te dekken en dus ontdekte hij als baby al een ander in het glas. Toch koester ik elke blik die hij in de spiegel werpt. Dankzij Svyato zie ik er telkens een soort kleine menswording in: een hernieuwd besef dat een mens kan reflecteren op zichzelf, iets van zichzelf kan kennen en kan duiden. Otten ziet er ook een metaforische zondeval in: dat je jezelf kunt zien is ook het verliezen van een zekere onschuld. Je komt jezelf letterlijk onder ogen.
Ook mijn zeven maanden oude dochter heeft al meerdere blikken in de spiegel geworpen, en ernaar gelachen. Stiekem vind ik dat jammer - ik had een van mijn kinderen best zo'n Svyato-erlebnis willen laten mee-