| |
| |
| |
Les Murray
Gedichten
Selectie uit: Waiting for the Past (te verschijnen in 2015)
Vertaald door Dorien de Vries en Maarten Elzinga
Jezus was genezer
weigerde nooit één patiënt
eiste contanten noch bekering
werkte eerst met stof en speeksel
kreeg toen louter door zijn aandacht
stokkende levens weer aan de praat
verbaasde zichzelf weleens een beetje
met zijn onbegrensd vermogen
zette het oor aan van zijn belager
opende zintuigen, ontwarde kreupelen
liet varkens een delirium verdrinken
genas een schuchter rukje aan zijn kleed
leerde hoe je opstanding doorgeeft
had wel meer bedankjes willen horen
aan Gods adres, dat het zijne was
houd het voor je, bromde hij soms
| |
| |
tot zijn gezellen. Doe mij na
en op kerkmuren is nog te zien
hoezeer ze hun best hebben gedaan
op heling zonder test of therapie
| |
| |
| |
Eten uit het woordenboek
Geplukte hoenders noemden wij Gevogelte of kortweg Hoen,
in onze keukens zeldzaam vlees, dat in een vel van crêpe
bij feesten of als medicijn werd opgediend.
Bij leven waren die hoenders bedaarde donoren
van eieren en een milde muziek.
Slaap kregen ze van een zitstok en donker.
Toen kwam de kunstmatige immigratie op gang
van miljoenen kermend in een helleschip van golfplaat
de hele nacht verhit door strontomkranste lampen.
De armzaligste rassen, omgedoopt tot Kip,
dienden als vers vlees voor te lang gepekelde monden.
Ten zuiden van ons dal zagen de boeren er wel brood in.
Toen ons koppel zilverzwartgezoomde Wyandottes
aan een zonderlinge kwaal ten prooi viel
- hun kop hing achterover op hun vleugels -
kreeg geen dierenarts de diagnose rond.
Kippen leven niet lang genoeg
om ziek te worden, lachten de batterijhouders.
Veel later, toen we geen vogel meer over hadden,
zei een jongen van elf die een oud ras fokte
dat ze waren bezweken aan ruggenmergworm.
Of hij daar iets op wist? Ja, hoor.
Gewoon knoflook in hun drinkbak doen.
Een kleine dosis per jaar zou genoeg zijn.
Zijn ouders stonden erbij te knikken. Overbodig.
We hadden zijn toom al gezien, en het vertrouwen
dat op zinken pootjes rond zijn voeten tripte.
| |
| |
| |
Gezwel
Iemand die ooit mijn lieve oma was
werd nu meestal van me weggehouden,
terwijl ze haar zware dood volbracht
op die verre, vreemde boerderij.
Mijn moeder verpleegde haar
dus konden we niet naar huis.
Pa, die thuisbleef om te melken,
kwam af en toe langs, soms met familie,
en iedereen wachtte op het verleden.
Die dag, op de vlucht voor verdriet
liet ik me van een veranda vallen
blootsvoets door de weilanden
me de richting wees, naar huis.
Koel avondstof. Van weerskanten
en de hemelbomen penseelden
in het grauw boven mijn hoofd.
Naakt huizenlicht schoof traag
Geen koplampen. Geen benzine.
Het was midden in de oorlog
maar niemand had me angst aangepraat
voor spoken of sporen van brandende
sterren boven mijn wandeling.
Toen, achter mij, ineens galop
en daarna langszij. De ruiter
trok me aan mijn pols omhoog:
‘Hé, waar wou jij naartoe?’
| |
| |
en bracht me terug, waar net een priester
de morfinekamer uit was gevloekt
maar ik kreeg knuffels en iedereen lachte
om de mijlen die ik had afgelegd.
Jaren later drong tot me door
dat oma's dood was weggestopt,
zoals dat toen ging met kanker,
in een vrouw iets beschamends.
Een man kreeg een stomp op de vraag:
‘Had Emily soms een gezwel?’
| |
| |
| |
Bijenouders
Kleine inheemse-bijenkolonie
klonterend langs de hele stam
van een hoge boom bij de rivier.
Niet uit één moederschoot gepompt
is deze honingvliegenwereld
een zwarte verticale woonwijk
van verlijmde prismacellen.
Jagers kwamen weleens buurten,
teenden er omzichtig heen,
pulkten die wassen huisjes los
en zogen ze leeg, terwijl paar
na paar kleine-huiseigenaren
protesterend boven hun hoofd hing
en weer opnieuw kon beginnen,
nieuwe eitjes, honingbuidels,
huidballonnen gouden water.
| |
| |
| |
Toen twee procent studeerde
Zalige expansie van leven
hele dagen op de universiteit,
dan naar huis, te laat voor het eten,
een lastige, ongewenste kostganger.
Wanneer de avondspits zo'n gedrang gaf
dat je over een hartaanval heen zou stappen
tuurde je vanaf eindeloze stoepen omhoog
naar de scheiding in het ijzeren haar van de huizen.
Gastheren uit de jaren van crisis en oorlog
haatten hun fiasco, en dat was jij.
Weduwen zonder facelift van vreugde spuwden
op hun strijkbout. Verlegen met je boekenwijsheid
bevreemdde je hun neerslachtige zonen
die dachten dat je misschien een mietje was
en zo liftte je naar huis om opnieuw te verwilderen
op het land waar de koeien vaccin produceerden
en oeroude koeien aspirine ontdekten,
thuis, waar je vader en jij nog steeds
rondliepen in het roze van het huishouden
dat jullie jaren geleden van elkaar hadden geleerd -
en dat waren de jaren waarin boerenvrouwen
naar de kust reden om er vis te ontweiden
met melkhanden, omdat de overheid arme kiezers
op arme grond niet langer vertrouwde.
| |
| |
| |
De kalketer
Andermaal terug in het ziekenhuis,
op maaltijdlijsten, aan het infuus,
met het zoveelste verblijf voor de boeg
vanwege de kunstknie die de plaats
had ingenomen van een geboren
zijwaartse waggelaar van bot.
Zelf ooit door moeder koe gevoed
heb ik geen flauw vermoeden hoe
een gammele knie je adem soms
kan doen stokken van de pijn
en je vellen als een zweepslag.
Miljoenen sprongen een gat in de lucht
om zo'n prothese: na een week
hiphopten ze weer vrolijk rond.
Zelfs jij was zes weken lang gezond
voor de marteling opnieuw begon. Het vervolg
zal ons een jaar hebben gekost.
Hoewel kort na jouw geboorte
de kalkstenen steden van Europa
vergruizelden in dichte wolken
vertel jij dat je op het pleister kauwde
van de muren van je kinderkamer
en bij je eerste kerst als vluchteling
het kaarsverlichte snoep negeerde
maar spontaan begon te knagen
aan de krokante gipsvoet van de boom.
Geen wonder dat ik lerares werd!
Maar na vijf kinderen ben ik misschien
alleen van boven nog van krijt.
| |
| |
Ik, boterjongen, verzot op een slokje
azijn, sta telkens weer perplex hoe jij,
trouwhartig vergeefster, dierbare vrouw
jezelf de schuld geeft van alles
ondanks die geniepige staphylococcus
en de overuren van het scalpelmes.
| |
| |
| |
Een inwoner
die woonde in Wylie's Oceaanbad
op het plaveisel van de zee.
Die oude achtvingervlugge baas
stierf aan een overdosis chloor
bedoeld om het bad te zuiveren
van urine en algenslipgevaar.
De lieveling van plagende kinderen
die zijn magisch elastiek
naar elke stroming wist te schikken
of aan klokkend voetenwerk hing
ligt daar nu, als een hoopje biltong,
bek plus afgestorven pasta,
in het wegwerptij vanwaar hij
straks met de bakerhaai vertrekt.
| |
| |
| |
Hantering van de nagelclipper
Na blootsvoets, knor en oempf
weerkaatst de teennagelclipper
die bumpers knipt van buitennagels
op de harde houten vloer.
Het schuin opstaande hefboomroer
ketst af, misduimd, van de overkaak
bijt weer toe en trimt a tempo
de haken van middelst loopwerk.
Tsjak! De hele tang schiet weg
onder de bank - til die bank op
graai met een overdwarse arm
herpak je om nog meer te knotten,
een overzijdse knie omklampend
toon je binnendij, en snoeit
de hoornen uitwas die de planken
met grijze kever-bix bestrooit.
|
|