Vuurwerk met uitroeptekens
Het is goed dat Alice Munro vorig jaar de Nobelprijs voor literatuur kreeg, kon uitgeverij De Geus tenminste boeken van haar (blijven) uitgeven. Voor idealistische uitgevers moet dat soms frustrerend zijn. Ze hebben de mooiste boeken van de beste schrijvers in hun fonds, maar er zijn geen redenen meer het werk te drukken. Gelukkig bestaan er dergelijke toonaangevende oeuvreprijzen. Ik ben nu al nieuwsgierig naar heruitgaven van Patrick Modiano.
Het werk van de Canadese Munro werd al jaren als geheime tip onder schrijvers uitgewisseld. Zoiets hoorde ik toen ze de Nobelprijs kreeg. Of dat waar is? IJdelheid gaat ver, misschien wilde het schrijversgilde niet voor gek staan door te moeten bekennen nog nooit van haar gehoord te hebben. Maar misschien spraken ze gewoon de waarheid. Ik kan me dat voorstellen. Munro weet hoe je een verhaal vertelt.
Dat leerde ik van Levens van meisjes en vrouwen, een verhalenbundel die in 1971 al verscheen in Canada maar deze zomer voor het eerst in Nederland. Acht verhalen over Del Jordan en de vrouwen in haar leven - moeder, vriendin, een paar rare oude tantes, een flamboyante kostganger.
Het zijn eenvoudige verhalen. We volgen Del van basisschool tot de afronding van haar middelbare school - klassieke coming-of-ageverhalen. Met aandacht voor verhoudingen binnen gezinnen en vriendschappen, dood, ambitie, beperkingen die de maatschappij vrouwen (toen) oplegde, opgroeien, ontwikkelen en loskomen van geijkte paden.
Del is een eerlijk meisje dat probeert dicht bij zichzelf te blijven, ondanks de veranderingen in haar en om haar heen die horen bij de adolescentie. Dat lukt Del aardig, want Munro geeft haar een scherpe geest. Ze is intelligent, openminded en niet te beroerd aan haar eigen ideeën te twijfelen. Een goed voorbeeld daarvan is het bezoek van een oom uit Amerika; zichtbaar rijk, een man van de wereld. Munro laat zien dat ze haar personage, en de levens van meisjes, goed kent. Wanneer Del met haar oom door de straten van Dels woonplaats Jubilee rijdt, schrijft Munro: ‘Vanuit die auto zag ik de paardenslee, met zijn zakken voer, de Red Front Grocery en de hele straat met andere ogen. Jubilee leek niet meer uniek en blijvend, zoals ik had gedacht, maar bijna tijdelijk en sjofel; het kon er maar net mee door.’
Boem. Een simpel autoritje en een wereldbeeld wankelt. Zo gaat dat (bij pubers). Er komt één persoon extra je universum binnen en alles wordt op z'n kop gezet. Dat is de klasse van Munro. De verhalen zijn eenvoudig, maar iedere scène is raak en relevant.
Del laat zich overigens niet gek maken. Ze wordt er alleen maar sterker van. Het boerenmeisje, dat langzamerhand boven haar omgeving uitstijgt, verovert het hart van de lezer, helemaal als seks het leven van Del en haar vriendin gaat overheersen. Dan krijgen het boek en Dels karakter een prettige diepgang. Die onvoorspelbare drang vraagt gedurende haar pubertijd namelijk om steeds meer aandacht en laat de verstandige Del irrationele dingen doen. Hoewel Del nooit haar verstand verliest, kiest ze wel een boerenkinkel uit om door ontmaagd te worden; gedreven door lust en het verlangen naar zijn mooie (mystieke) lichaam. Maar ze laat haar hoofd niet op hol brengen, zoals de kudde meisjes uit haar dorp, die meteen willen trouwen. Del is de baas en dumpt haar vriendje precies op tijd.
In de paar seksuele scènes schrijft Munro zintuigelijk. Het zijn fragmenten waarop ze