Waarom men hem kwam hinderen
Waarom komt u mij hinderen? Willem Jan Otten zal de vraag dit voorjaar regelmatig gepreveld hebben. Hij was net begonnen aan een nieuwe roman - en dan wordt de schrijver niet graag in zijn concentratie gestoord. Maar ja, wie de P.C. Hooftprijs wint, zal alle aandacht moeten incasseren. De media vragen om een reactie en er moet een doorwrocht dankwoord komen bij de prijsuitreiking.
En uiteraard wil ook de trotse uitgever meedelen in het succes. Er moet een bloemlezing komen en rap een beetje. Dus ploegde Otten zich vliegensvlug door dertig jaar eigen denkwerk en selecteerde een dwarsdoorsnede uit zijn essayistiek. Het resultaat heet Een ridder van de Engelse drop, een bundeltje van zeventien essays.
‘Mijn lichaam dateert van oktober 1951’, opent Otten zijn denken. We krijgen dus ook een dwarsdoorsnede uit Ottens leven te lezen. Van zijn jeugd en zijn eerste voorzichtige stappen als dichter tot zijn opname in de rooms-katholieke kerk en alle vragen, openbaringen en worstelingen van onderweg.
Al lezend dwaalden mijn gedachten af. Niet doordat ik een slecht boek las, maar omdat ik moest denken aan het moment dat ik Otten ‘ontdekte’. Het was 2006 en eindelijk - bij de derde poging - had zijn ‘kersteningsbundel’ Waarom komt u ons hinderen me te pakken. Ineens was ik verkocht en begon ik me te laven aan Ottens (soms woest) meanderende denken. Wat raakte me zo? Ottens onbevangen godsbeeld en manier van zoeken, vermoed ik. En de manier waarop hij zich laat overrompelen, vooral uit onverdachte hoek: Tonke Dragt en Jorge Luis Borges die een Nederlandse schrijver richting het christelijke geloof duwen? Wonderlijk. Maar zou voor de denker Otten iets te wonderlijk zijn, vraag je je al lezend af. Ik denk dat het die verwondering is - en een verlangen dat lijkt op ‘oneindige verering’, zoals Borges het in De Aleph noemt - die me bij de lurven greep. In Ottens zoeken kon ik mijzelf horen denken - en zoeken.
Zo'n intense leeservaring was echter alleen weggelegd voor Waarom komt u ons hinderen. Een bloemlezing als Een ridder van de Engelse drop zal die niet snel teweegbrengen. Maar het biedt wel een prettig overzicht uit meerdere bundels. Het is een bloemlezing - niet meer, niet minder. Een keurige inkijk in Ottens hoofd, die wordt afgesloten met de 4 mei-lezing van 2012. Een ontroerend verhaal (waarin die eerste liefde voor Otten opnieuw werd aangewakkerd) over de moeder van de auteur, een tekening en een onbekende dode in een jappenkamp. Een verhaal waarin wordt herdacht, gevierd en verwonderd. Een verhaal dat je doet verlangen naar meer van zulk mooi, menselijk denken. En voor je het weet, wil je met Otten het diepe in en spendeer je al je voorradige boekenbonnen aan zijn andere essaybundels. U bent gewaarschuwd.
Hoe zou het zijn met die roman, waaruit men Otten dit voorjaar kwam hinderen?
Willem Jan Otten, Een ridder van de Engelse drop. Van Oorschot, Amsterdam 2014, 156 blz., €14,50.
Jan Sonneveld