Zwerven door Amerika
Wanneer Joost Zwagerman vijftien is, ontdekt hij een gat in het universum. En zoals dat gebeurt bij dergelijke gaten: ze zijn onvindbaar voor de zoeker en lenen zich niet voor woorden. Maar je zou erover kunnen zeggen dat Zwagermans borst op een moment openklapte en hij van een extra long en meer leeflucht werd voorzien. Zwagerman kwam tot een inzicht waarmee hij wist hoe boven zichzelf uit te stijgen. En ik voel dat met hem mee. Het is zelfs sterker. Als Zwagerman in de inleiding van Americana schrijft hoe hij als vijftienjarige in contact kwam met Amerikaanse schrijvers, dan herbeleef ik een deel van mijn eigen jeugd - zij het met andere Amerikanen - en koppel ook ik aan dat moment de geboorte van mij als iemand die schrijven wil.
Amerikanen die voor Zwagerman belangrijk zijn: William Burroughs, Jack Kerouac, Truman Capote, Norman Mailer, Henry Miller, J.D. Salinger, Philip Roth, Charles Bukowski, John Updike, Jonathan Franzen, David Foster Wallace, Jackson Pollock, Edward Hopper, Andy Warhol, en nog veel meer. Hij noemt ook veel kunstenaars niet, maar dat geeft niet. Zwagerman pretendeert niet de gehele Amerikaanse cultuur in zijn essays te vangen. Wat hij wilde is: zijn Amerika tonen door er als romantisch reiziger doorheen te zwerven. En dat levert een fascinerend land op. De lezer krijgt niet het werkelijk Amerika te zien, maar een land door de ogen van kunstenaars - en dat is alvast mooi meegenomen.
Twaalfhonderd pagina's lang. Een productiviteit om u tegen te zeggen. Maar het lijkt alsof Zwagerman er geen moeite voor hoefde te doen. Zo eenvoudig als hij dwarsverbindingen legt en hupt van boek naar doek, van verhaal naar film en muziek. Diepgaand, hier en daar met nieuwe invalshoeken, maar altijd buitengewoon informatief.
De hoofdstukken over het korte verhaal waren een (onverwacht) genot. Zwagerman essayeert aanstekelijk over wat in Amerika ‘onze nationale kunstvorm’ heet en maakt zich kwaad op Nederlandse recensenten die korte verhalenbundels vooral lezen om openingen voor een roman te ontdekken (om de schrijver aan te sporen aan het echte werk te beginnen). Neem het korte verhaal serieus, betoogt Zwagerman. De echte verhalenverteller ontdekken we in het korte verhaal, want daarin wordt duidelijk of een schrijver in staat is alle letters in dienst te stellen van het verhaal.
Waarom Americana een mooi boek is? Het is misschien vooral de (letterlijke) omvang die aantrekt en de ervaring dat elk essay goed geschreven is en een interessant idee voorschotelt, ook de essays waarover ik aanvan-