bij het verwerken van Donalds overspel. Kortom, een naam zegt iets over iemands bestaan. En juist over dat bestaan, over het ‘zijn’ gaat deze roman. Wie is de ander met wie ik samenleef? Ken ik hem of haar werkelijk?
Belangrijk onderdeel van deze roman is de zoektocht naar de ‘echte’ Donald. Wieger wordt ingeschakeld om de relatie tussen Mara en Donald uit te zoeken en dit levert verrassende ontdekkingen op. Zo blijkt Donald verslaafd te zijn geweest aan kinderporno. Dit plaatst de ‘kuise’ Donald in een geheel nieuw daglicht. Je beeld van verschillende personages verandert tijdens het lezen van de roman drastisch. Hoerenloper Wieger wordt steeds sympathieker en trouwer en Donald blijkt een steeds grotere boef als het gaat om zijn seksuele uitspattingen. Wat betreft Lot verandert je beeld niet alleen omdat je haar beter leert kennen, maar zij verandert ook zelf.
Het is tijdens het lezen van de roman wachten op het moment dat Wieger en Lot voor elkaar vallen. Toch gebeurt dit uiteindelijk op een verrassende manier. En dat toont precies de verandering die Lot doormaakt. Eerst stond de seksuele liefde (en daarmee verbonden de eeuwige trouw) voor haar voorop. Toen dit idee door het bedrog van haar man als een kaartenhuis instortte, leerde ze een diepere liefde kennen: gekend worden in je diepste wezen. Het gaat uiteindelijk niet om de seksuele kant van liefde, maar om zo diep mogelijk gekend te worden: hart in hart. Zoals ze Wieger Berkman heeft leren kennen, inclusief zijn overspel, heeft ze Donald nooit gekend. Wieger kent haar diepste geheimen, ook de geheimen die haar relatie met Donald herbergde. Ze kan dan ook tegen Wieger zeggen, voor ze met hem vrijt: ‘Voor mij ben je heilig. Ik heb er geen ander woord voor. Niet heilig in kwezelige zin. Dierbaar dan. Iemand met wie ik uiterst voorzichtig... Omdat je al onze geheimen bewaart. De onze. In je lichaam. In je... niet lachen. In je hart.’ Het zal de eerste en enige keer zijn dat ze met hem naar bed is geweest. ‘Ze zullen elkaar missen, maar niet achteromzien. En dat geloven ze.’ Lot zal geen zoutpilaar worden.
De verandering die Lot in de roman doormaakt, doet mij denken aan een verandering in de romans van Van Brederode. De vermenging van mystiek en erotiek is altijd een belangrijke leidraad geweest, maar de erotiek verdwijnt steeds meer naar de achtergrond. In haar laatste roman Stille zaterdag (2011) is zelfs helemaal geen sprake meer van een seksuele relatie tussen de hoofdpersonen. Ze worden weliswaar verliefd, maar verkiezen de diepste geestelijke liefde boven de aardse erotische. In Hart in hart zien we deze verandering in romanvorm. Van Brederode schrijft, tegen Freud in, dat het menselijk handelen niet een sublimatie is van de