Liter. Jaargang 17(2014)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] Dionysius de Areopagiet Fragment [III] Laten wij bidden in die meer dan lichtende duisternis te geraken en door niet-zicht en niet-kennis degene boven aanschouwing en kennis te zien en te kennen juist door niet zien en niet kennen, want dat is het wezenlijke zien en kennen en het bezingen van de bovenwezenlijke op bovenwezenlijke wijze door alles wat bij de wezens hoort weg te nemen zoals men bij het maken van een beeld uit één stuk al wat aan het zuivere zien van het verborgene belemmerend in de weg staat wegneemt en de verborgen schoonheid zelf, zoals zij op zichzelf is, enkel zichtbaar maakt door wegneming. Maar het is nodig, naar ik meen, de wegnemingen en de begripsbepalingen in tegenovergestelde zin te bezingen, want terwijl wij de begripsbepalingen vaststellen door uit te gaan van de hoogste dingen en via de middelste af te dalen naar de laagste worden hier alle dingen weggenomen door aanvangend bij de laagste tot aan de meest oorspronkelijke de opklimming te volbrengen om onverhuld die niet-kennis te kennen die in alle wezens door al het kenbare is verhuld en om dat bovenwezenlijke duister te zien dat door al het licht in de wezens is verborgen. Vorige Volgende